Samenvatting Grondslagen van de marketing H1 t/m H4

Marketing belangrijke punten
H1

Marketing = de op de markt afgestemde ontwikkeling, prijsbepaling, promote en distribute an
producten/diensten/ideeën en andere act iteiten die de klanten toege oegde waarde bieden

Verschil tussen marketng en erkoop: maatschappij waarin consumenten kunnen kiezen uit
producten en diensten die op hun wensen en keuze niet behoeften zijn afgestemd, en een
maatschappij waarin de mensen die of nauwelijks hebben.

Verkopen = zien kwijt te raken wat je in handen hebt
Marketing = er oor zorgen dat je de juiste spullen hebt oor de klanten


Nut an marketng:
1) Als je mee wilt tellen, moet je de marketngtaal/ akjargon begrijpen
2) Omge ing/alle instantes waar je mee te maken hebt, spreken marketngtaal
 Omge ing  stakeholders
3) Slim werken  eel geld erdienen

Sellers / buyers market
Productieconcept = Productegericht bedrijf concentreert zich op het creëren an een zo efficiënt
mogelijk producteproces
- zo veel mogelijk produceren tegen de laagste kosten

verkopersmarkt (aanbieders of erkopers hebben het oor het zeggen) vraag > aanbod
= tjd van sch aarste (niet alles is voor iedereen besch ikbaar)
= tot kort na de tweede wereldoorlog (1950)
 product concept = kwaliteits erbetering het oornaamste doel.
Denkwijze: een goed product verkoopt zich zelf (marketng overbodig)

Door technologische ooruitgang en hoge in esteringen groeide de productecapaciteit zo snel dat
de schaarste erdween. Gestegen wel aart 
Kopersmarkt (de kopers hebben een sterkere posite dan de aanbieders) aanbod > vraag
 Verkoopconcept = technische kennis en er aring bepaald wat er geproduceerd (startpunt
denken nog bij bedrijf)
 Afzet stmuleren door middel van grote verkoopinspanningen

Bedrijfskolom
Bedrijfskolom = de reeks personen en organisates die zijn betrokken bij de oortbrenging,
oorstuwing en het erbruik an producten en diensten
 Van oerproducent tot consument

,Bedrijfstak = Bedrij en die een gelijkwaardige functe in de producte of handel an een bepaald
product er ullen (sch akel in de kolom)

Branche = een groep organisates binnen een bedrijfstak die bepaalde o ereenkomsten ertonen ten
aanzien an de productetechniek en de gele erde producten
(bv. levensmiddelenbranch e in bedrijfstak detailh andel)


Micro, Meso, Macromarketing
Macromarketing = betrekking op de gehele maatschappij. (om de economisch e doelstellingen van de
maatsch appij als geh eel te verwezenlijken)  wereldeconomie, bv gezondh eid en defensie

Mesomarketing = betrekking op samenwerkende organisates in de bedrijfskolom (alle actviteiten)
Bv. collecteve reclamecampagne voor melk

Micromarketing = één indi idueel bedrijf
- Marketingmanagement = het formuleren en uit oeren an een product, promote, prijs en
distributebeleid waarmee de onderneming met succes de markt kan bewerken en haar
marketngdoelstellingen kan erwezenlijken
= onderzoek naar de wensen, beh oefen en ideeën van de potentële kopers

Marketingmix
= Product, prijs, plaats en promote

Product: goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en behoefen an klanten tegemoetkomen
- Product en alles wat daarbij hoort: garante, erpakking, assortment en ser ice
- Productstrategie = aanpassen an bestaande producten, uit markt nemen an producten en
ontwikkeling an nieuwe producten en diensten.

Prijs: wat er oor het product of dienst ge raagd wordt
- Kostprijs, prijs concurrenten, efect prijs erhoging/prijs erlaging op de raag

Plaats: distribute, hoe de onderneming het product in handen an de kopers krijgt
- Distributekanalen, intermediairs, aantal erkooppunten, gewenste oorraad, transport

Promotie: de act iteiten an de aanbieder om met de markt te communiceren en de erkoop te
be orderen
- Reclame, sponsoring, promotes




Supportmix
Personeel, fysiek bewijs en processen

, (Ontwikkeling van) de marketinggedachte
Marketnggedachte: wat kan ik meer doen dan een goed product maken om die klant binnen te
krijgen? (bij o erproducte an sellers naar buyersmarkt  klantgericht)


Producte-
Product- Verkoop- Marketng- Relate-
oriëntante
oriëntate oriëntate oriëntate marketng
1) Producte- en productgerichte bedrij en (fase 1+2) = producteconcept, productconcept
 Verkopersmarkt
 Bulkstrategie: zo veel mogelijk produceren tegen de laagste kosten

2) Verkoopgerichte bedrij en (fase 3) = erkoopconcept
 Kopersmarkt

3) Marketnggerichte bedrij en (fase 4) = door gestegen koopkracht en toegenomen
concurrente, het ontstaan an het afstemmen an de producten en diensten op wensen en
behoeften an de klant.
= klantgerich t denken
= marketigcoicept = volgen van een marktgerich te aanpak (wensen en beh oefen van
klanten staat centraal)
 Marktgerichtheid = rekening houden met de consument en andere marktpartjen
(tussenhandel en concurrenten)

Marketeer  ragen stellen  behoefe klant peilen (b . mobiliteit)  product waardoor behoefe
opnieuw be redigd wordt


MVO / People, planet, proft
Mvo = maatschappelijk erantwoord ondernemen
= Bedrij en leten op het efect an hun act iteiten op mens en milieu (zonder dat dit wetelijk
erplicht is)
- Vooral gericht op bepaalde groeperingen in samenle ing (waaronder kinderen),
maatschappelijke problemen (lucht erontreiniging) en visie van actiegroepen (GreenPeace)

Maatschappelijk marketingconcept = e enwicht tussen belangen an de consument
(behoefebe rediging), producent (winststre en) en de samenle ing (maatschappelijk welzijn)

Behoeften
Voordat er raag naar een product of dienst ontstaat, moet de consument zich an zijn behoefen
bewust worden. Behoefen ontstaan door een tekort aan iets met een sterke neiging om dat tekort
op te hefen (kunnen niet worden beïnn loed door ondernemingen, wel door cultuur)
 Marketeers creëren geen behoefe