CHEMIE OVERAL | 4E EDITIE
SAMENVATTING 4, 5 & 6 VWO
Hoofdstuk 1 t/m 19
,H1 Scheiden en reageren
§2 Zuivere stoffen en mengsels
- zuivere stof : 1 soort bouwstenen (moleculen of atomen) - smeltpunt/kookpunt
- elementen : bouwstenen van 1 atoomsoort
- verbinding : bouwstenen uit 2 of meer atoomsoorten
- mengsel : 2(+) soorten bouwstenen - smelttraject/kooktraject
- molecuul : combinatie 2 of meer atomen
- oplossing : mengsel van vloeistof en vaste stof
- suspensie : korreltjes vaste stof in een vloeistof
- emulsie : kleine druppeltjes vloeistof in andere vloeistof
- emulgator : hydrofobe staart en hydrofiele kop
→ zorgt ervoor dat een emulsie niet ontmengt
§3 Scheidingsmethoden
- verschil deeltjesgrootte : filtreren – vloeistof = filtraat, vaste = residu
- verschil dichtheid : bezinken (2 lagensysteem)
- verschil kookpunt : indampen OF destillatie – verdampte = destillaat
- verschil oplosbaarheid : extraheren – oplosmiddel toevoegen = extractiemiddel
- adsorptievermogen : adsorptie – kleur-/geur-/smaakstoffen aan koolstof
- adsorptie- & oplosbaar- : chromatografie – bijv. papierchromatografie
→ elke stof bij &loopvloeistof een Rf-waarde
- zout uit zeewater filteren : membraanfiltratie
§4 Chemische reacties
- verdwijnen beginstoffen & ontstaan reactieproducten – nieuwe bouwstenen
- totale massa beginstoffen = totale massa reactieproducten
- reageren/ontstaan in vaste massaverhouding
- minimale temperatuur nodig verloop reactie = reactietemperatuur
→ energie nodig voor reactietemperatuur = activeringsenergie
- altijd energie effect; energie vrij (exotherm) OF energie nodig (endotherm)
- thermische lans = d.m.v. ∆ reactietemp.; Fe buis + Mg/Al staven
→ hele hoge temp. : dikke metalen platen doorsnijden
- energie-effect weergeven in energiediagram
: activeringsenergie & reactie-energie aflezen
§5 De snelheid van een reactie
- reactietijd = tijd tussen begin & eind reactie
→ korter; reactiesnelheid (hoeveelheid stof per s per L komt/gaat)
- verdelingsgraad , reactiesnelheid - temperatuur , reactiesnelheid - soort stof
- concentratie , reactiesnelheid - katalysator , reactiesnelheid
,§6 Het botsende-deeltjesmodel
- effectieve botsing = botsing tussen 2 deeltjes die tot een reactie leidt
→ meer per s : reactiesnelheid
- concentratie beginstoffen; aantal effectieve botsingen; reactiesnelheid
- temperatuur beginstoffen, aantal effectieve botsingen; reactiesnelheid
- verdelingsgraad beginstoffen; aantal effectieve botsingen; reactiesnelheid
- aard beginstoffen invloed activeringsenergie & dus reactiesnelheid
- katalysator verlaagt activeringsenergie; reactie sneller OF bij lagere
; enzym is biokatalysator – in mensen & dieren
, H2 Bouwstenen van stoffen
§2 De bouw van een atoom
- Dalton: atoom = massief bolletje, elk atoom eigen afmetingen
- Rutherford: kern+ (p+n), elektronenwolk- (e-) - e- & p gelijk aantal
- Bohr: kern+ (p+n), schillen met elektronen (e-) = elektronenconfiguratie
- atoomnummer = aantal p → zorgt voor verschil atomen
- massagetal = aantal p + n
- lading: in coulomb/elementaire ladingseenheid: e, neutraal p = n
- isotopen = atomen evenveel p (atoomnummer), verschillend aantal n (massagetal)
§3 Het periodiek systeem
- metalloïden: eigenschappen zitten tussen metalen & niet-metalen
- in periodiek systeem atomen gerangschikt periode groep: gelijken
→ groep 1: alkalimetalen = zachte metalen, reageren heftiger met water (- H)
→ groep 2: aardalkalimetalen = harder & reageren minder heftig dan groep 1
→ groep 17: halogenen = 2-atomige moleculen
→ groep 18: edelgassen = zeer geringde activiteit
- periode: aantal schillen, groep: aantal atomen buitenste schil
: 1e schil max. 2 e-, andere max. 8 e-
§4 Ionen, deeltjes met een lading
- ion = p n, elektronen opnemen/afstaan, -/+
- elektrovalentie/waardigheid = aantal e- atoom opneemt/afstaat
→ metaalionen altijd positief geladen (naam + ion)
→ niet-metalen meestal negatief geladen (naam + ide-ion)
- valentie-elektronen = e- buitenste schil: vormen/breken verbindingen
- octetregel = atomen streven naar acht-omringing
→ dus 8 e- buitenste schil = edelgasconfiguratie
§5 Massa van atomen, moleculen en ionen
- atoommassa (=ionmassa) A druk je uit in u: atomaire massa-eenheid (massa p+n)
- isotopen in natuur: gem. atoommassa Ar (percentages isotopen)
- molecuulmassa Mr = som atoommassa’s van alle atomen
- x/: som: afronden op kleinste aantal getallen
- +/- som: afronden op kleinste aantal decimalen
§6 Een nieuwe eenheid: de mol
- grootheid = meetbaar gegeven/verschijnsel
→ weergegeven in getallen: +eenheid
- 1 mol = 6,022 • 1023 deeltjes (getal van Avogadro, NA) (u→g)
- molaire massa: Mm = de massa van 1 mol
- massa (g) → :M → hoeveelheid stof (mol) → xNA → aantal (deeltjes)
xM :NA