Goederenrecht onderwijsweek 3
In art. 3:11 BW wordt uitgelegd dat goede trouw van een persoon in de volgende gevallen ontbreekt:
- Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef kende;
- Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef behoorde te
kennen.
Stel, je koopt een tweedehands mobiele telefoon, terwijl je weet dat die gestolen is. In dat geval ben je niete
goeder trouw. Het tweede geval gaat om een persoon die had moeten weten dat er iets niet klopte, maar die
niets heef ondernomen om dit te achterhalen. Doet zich een situate voor waarin onderzoek niet mogelijk was,
dan betekent dat niet automatsch dat je te goeder trouw bent. Ook in dat geval kan je verweten worden datje
de feiten had behoren te kennen.
De wijzen van eigendomsverkrijging op grond van art. 3:80 lid 2 BW. Daarna worden de wijzen van
eigendomsverkrijging volgens art. 3:80 lid 3 BW behandeld.
Volgens art. 3:80 lid 1 BW kunnen goederen onder algemene of onder bijzondere ttel worden verkregen. Bij
verkrijging onder algemene ttel gaat een volledig vermogen van de ene persoon over op een andere persoon.
Verkrijging onder algemene ttel betref:
- Erfopvolging
- Boedel menging
- Fusie
- Splitsing.
Verkrijging onder bijzondere ttel betref:
- Overdracht
- Verjaring
- Onteigening
- Overige in de wet aangegeven wijzen van verkrijging.
Erfopvolging
Erfopvolging is de opvolging van een overleden persoon (erfaterr in zijn volledige vermogen.
Boedelmening
De meest voorkomende vorm van boedelmenging is wanneer twee mensen met elkaar in het huwelijk treden
of een geregistreerd partnerschap sluiten zonder daarbij huwelijkse voorwaarden op te stellen.
Fusie
Van fusie is sprake wanneer hefvermogen van één of meer ondernemingen overgaat in een andere
onderneming.
Splitsing
Bij splitsing gaat het om een rechtspersoon die ophoudt te bestaan, waarvan het vermogen overgaat op twee
of meer andere rechtspersonen.
Overdracht
Van overdracht is sprake wanneer het eigendomsrecht op een zaak van de persoon overgaat op de andere. Dit
is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand iets koopt; i andere mogelijkheid is dat het eigendomsrecht van de
ene persoon overgaat op de andere persoon door middel van schenking. In dit geval draagt de vervreemder het
eigendomsrecht op een zaak over aan de verkrijger.
Verjaring
Verjaring houdt in verkrijging door het te goeder trouw, onafgebroken bezit van een goed voor een bepaalde
periode. Na een onafgebroken bezit van drie jaar wordt de koper te goeder trouw echter eigenaar van de
gestolen fets door middel van verjaring. Ten aanzien van registergoederen geldt een periode van ten jaar (art.
3:99 lid 1 BWr.
, Onteigening
Er is sprake van onteigening wanneer een zaak aan een eigenaar wordt ontnomen en tot eigendom van de
overheid wordt gemaakt.
Overige in de wet aangegeven wijzen van verkrijging
Naast overdracht, verjaring en onteigening, spreekt art. 3:80 lid 3 BW ook van overige in de wet aangegeven
wijzen van rechtsverkrijging. Hieronder worden verstaan:
- Natrekking (5:3 BW, 5:14 BW en 5:20 BWr
- Toe-eigenen (5:4 BW en 5:24 BWr
- Vinderschap (5:5 BW, 5:6 BW en 5:10 BWr
- Schatvinding (5:13 BW, 5:14 BW en 5:15 BWr
- Vermengingen (5:14 en 5:15 BWr
- Zaaksvorming (5:16 BWr
- Vruchtrekking (5:1 lid 3 BW en 5:17 BWr
Er zijn verschillende manieren waarop een eigenaar zijn eigendomsrecht kan verliezen:
- Een eigenaar verliest het recht van eigendom wanneer een ander dit verkrijgt
- Een eigenaar doet afstand van een zaak.
- De zaak waarop het eigendomsrecht rust gaat teniet.
In veel gevallen van eigendomsverkrijging door de ene persoon is er i van eigendomsverlies dooreen andere
persoon, bijvoorbeeld bij overdracht. Er zijn echter ook wijzen van eigendomsverkrijging waarbij er geen sprake
is van eigendomsverlies; denk maar aan vruchtrekking. Art. 5:18 BW. Kunnen in dit artkel de volgende
voorwaarden onderscheiden:
- De eigenaar
- Geef het bezit van een roerende zaak prijs;
- Met het oogmerk om zich van de eigendom te ontdoen.
Wordt aan deze drie voorwaarden voldaan, dan treedt het rechtsgevolg in werking: de eigendom van de
roerende zaak wordt verloren. Ten aanzien van dieren kan het recht van eigendom eveneens verloren gaan.
Art. 5:19 lid 1 BW
Taxus-Arrest
Hulsbosch/Broen (Taxusstruik-arrestr, HR 22-04-1994, NJ 1994, 624.
(ECLI:NL:HR:1994:ZC134r
Essente
Dit arrest gaat over de aansprakelijkheid voor gifige planten en struiken. Hoe ver reiken de
zorgvuldigheidsnormen? In dit arrest staat de vraag centraal of men aansprakelijk kan zijn voor vergifiging
door het plaatsen van gifige planten en of er in een dergelijk geval sprake is van onrechtmatg handelen.
Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelde als volgt:
“De in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid reikt niet zo ver dat degeen die een plant of
struik waarvan hij de gifigheid niet kent of behoef te kennenn onder zich heefn verplicht zou zijn om deze plant
of struik op zodanige wijze onder zijn controle te houden dat zij geen gevaar kan opleverenn tenzij hem na
onderzoek is gebleken dat de plant of struik ongevaarlijk is.”
De Hoge Raad stelt dus dat de aansprakelijkheidsregel niet kan worden toegepast, als het gaat om planten of
struiken waarvan de gifigheid niet algemeen bekend is.
Inhoud arrest
De tuin van Broen grenst aan één zijde aan het weiland van Hulsbosch. Dit weiland van Hulsbosch is omheind
met een afrastering van gaas. In de tuin van Broen ligt een kleine afvalhoop, dicht bij de afrastering. Op een dag
komt een kennis van Broen langs. Deze kennis, Verhoeven, gooit dan een taxusstruik op de afvalhoop van
Broen. In het weiland van Hulsbosch grazen twee paarden. Deze paarden kunnen net met hun mond bij de
afvalhoop en eten hiervan. Een taxusstruik kan dodelijk zijn voor paarden, wanneer zij deze plant
binnenkrijgen. Als gevolg van het eten van deze taxus, overlijden de twee paarden van Hulsbosch. Broen en
Verhoeven wisten beiden niet dat de taxusstruik gifig was. Hulsbosch stelt Broen en Verhoeven aansprakelijk
voor de geleden schade en vordert schadevergoeding wegens onrechtmatge daad.
De rechtbank wees de vordering van Hulsbosch af. Het hof heef dit vonnis bekrachtgd. Ook de Hoge Raad
verwerpt het cassateberoep. Broen en Verhoeven zijn niet aansprakelijk. Het oordeel komt er op neer, dat zij
In art. 3:11 BW wordt uitgelegd dat goede trouw van een persoon in de volgende gevallen ontbreekt:
- Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef kende;
- Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heef behoorde te
kennen.
Stel, je koopt een tweedehands mobiele telefoon, terwijl je weet dat die gestolen is. In dat geval ben je niete
goeder trouw. Het tweede geval gaat om een persoon die had moeten weten dat er iets niet klopte, maar die
niets heef ondernomen om dit te achterhalen. Doet zich een situate voor waarin onderzoek niet mogelijk was,
dan betekent dat niet automatsch dat je te goeder trouw bent. Ook in dat geval kan je verweten worden datje
de feiten had behoren te kennen.
De wijzen van eigendomsverkrijging op grond van art. 3:80 lid 2 BW. Daarna worden de wijzen van
eigendomsverkrijging volgens art. 3:80 lid 3 BW behandeld.
Volgens art. 3:80 lid 1 BW kunnen goederen onder algemene of onder bijzondere ttel worden verkregen. Bij
verkrijging onder algemene ttel gaat een volledig vermogen van de ene persoon over op een andere persoon.
Verkrijging onder algemene ttel betref:
- Erfopvolging
- Boedel menging
- Fusie
- Splitsing.
Verkrijging onder bijzondere ttel betref:
- Overdracht
- Verjaring
- Onteigening
- Overige in de wet aangegeven wijzen van verkrijging.
Erfopvolging
Erfopvolging is de opvolging van een overleden persoon (erfaterr in zijn volledige vermogen.
Boedelmening
De meest voorkomende vorm van boedelmenging is wanneer twee mensen met elkaar in het huwelijk treden
of een geregistreerd partnerschap sluiten zonder daarbij huwelijkse voorwaarden op te stellen.
Fusie
Van fusie is sprake wanneer hefvermogen van één of meer ondernemingen overgaat in een andere
onderneming.
Splitsing
Bij splitsing gaat het om een rechtspersoon die ophoudt te bestaan, waarvan het vermogen overgaat op twee
of meer andere rechtspersonen.
Overdracht
Van overdracht is sprake wanneer het eigendomsrecht op een zaak van de persoon overgaat op de andere. Dit
is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand iets koopt; i andere mogelijkheid is dat het eigendomsrecht van de
ene persoon overgaat op de andere persoon door middel van schenking. In dit geval draagt de vervreemder het
eigendomsrecht op een zaak over aan de verkrijger.
Verjaring
Verjaring houdt in verkrijging door het te goeder trouw, onafgebroken bezit van een goed voor een bepaalde
periode. Na een onafgebroken bezit van drie jaar wordt de koper te goeder trouw echter eigenaar van de
gestolen fets door middel van verjaring. Ten aanzien van registergoederen geldt een periode van ten jaar (art.
3:99 lid 1 BWr.
, Onteigening
Er is sprake van onteigening wanneer een zaak aan een eigenaar wordt ontnomen en tot eigendom van de
overheid wordt gemaakt.
Overige in de wet aangegeven wijzen van verkrijging
Naast overdracht, verjaring en onteigening, spreekt art. 3:80 lid 3 BW ook van overige in de wet aangegeven
wijzen van rechtsverkrijging. Hieronder worden verstaan:
- Natrekking (5:3 BW, 5:14 BW en 5:20 BWr
- Toe-eigenen (5:4 BW en 5:24 BWr
- Vinderschap (5:5 BW, 5:6 BW en 5:10 BWr
- Schatvinding (5:13 BW, 5:14 BW en 5:15 BWr
- Vermengingen (5:14 en 5:15 BWr
- Zaaksvorming (5:16 BWr
- Vruchtrekking (5:1 lid 3 BW en 5:17 BWr
Er zijn verschillende manieren waarop een eigenaar zijn eigendomsrecht kan verliezen:
- Een eigenaar verliest het recht van eigendom wanneer een ander dit verkrijgt
- Een eigenaar doet afstand van een zaak.
- De zaak waarop het eigendomsrecht rust gaat teniet.
In veel gevallen van eigendomsverkrijging door de ene persoon is er i van eigendomsverlies dooreen andere
persoon, bijvoorbeeld bij overdracht. Er zijn echter ook wijzen van eigendomsverkrijging waarbij er geen sprake
is van eigendomsverlies; denk maar aan vruchtrekking. Art. 5:18 BW. Kunnen in dit artkel de volgende
voorwaarden onderscheiden:
- De eigenaar
- Geef het bezit van een roerende zaak prijs;
- Met het oogmerk om zich van de eigendom te ontdoen.
Wordt aan deze drie voorwaarden voldaan, dan treedt het rechtsgevolg in werking: de eigendom van de
roerende zaak wordt verloren. Ten aanzien van dieren kan het recht van eigendom eveneens verloren gaan.
Art. 5:19 lid 1 BW
Taxus-Arrest
Hulsbosch/Broen (Taxusstruik-arrestr, HR 22-04-1994, NJ 1994, 624.
(ECLI:NL:HR:1994:ZC134r
Essente
Dit arrest gaat over de aansprakelijkheid voor gifige planten en struiken. Hoe ver reiken de
zorgvuldigheidsnormen? In dit arrest staat de vraag centraal of men aansprakelijk kan zijn voor vergifiging
door het plaatsen van gifige planten en of er in een dergelijk geval sprake is van onrechtmatg handelen.
Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelde als volgt:
“De in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid reikt niet zo ver dat degeen die een plant of
struik waarvan hij de gifigheid niet kent of behoef te kennenn onder zich heefn verplicht zou zijn om deze plant
of struik op zodanige wijze onder zijn controle te houden dat zij geen gevaar kan opleverenn tenzij hem na
onderzoek is gebleken dat de plant of struik ongevaarlijk is.”
De Hoge Raad stelt dus dat de aansprakelijkheidsregel niet kan worden toegepast, als het gaat om planten of
struiken waarvan de gifigheid niet algemeen bekend is.
Inhoud arrest
De tuin van Broen grenst aan één zijde aan het weiland van Hulsbosch. Dit weiland van Hulsbosch is omheind
met een afrastering van gaas. In de tuin van Broen ligt een kleine afvalhoop, dicht bij de afrastering. Op een dag
komt een kennis van Broen langs. Deze kennis, Verhoeven, gooit dan een taxusstruik op de afvalhoop van
Broen. In het weiland van Hulsbosch grazen twee paarden. Deze paarden kunnen net met hun mond bij de
afvalhoop en eten hiervan. Een taxusstruik kan dodelijk zijn voor paarden, wanneer zij deze plant
binnenkrijgen. Als gevolg van het eten van deze taxus, overlijden de twee paarden van Hulsbosch. Broen en
Verhoeven wisten beiden niet dat de taxusstruik gifig was. Hulsbosch stelt Broen en Verhoeven aansprakelijk
voor de geleden schade en vordert schadevergoeding wegens onrechtmatge daad.
De rechtbank wees de vordering van Hulsbosch af. Het hof heef dit vonnis bekrachtgd. Ook de Hoge Raad
verwerpt het cassateberoep. Broen en Verhoeven zijn niet aansprakelijk. Het oordeel komt er op neer, dat zij