Samenvatting Leerkracht 2 bijeenkomsten 7 t/m 13

Leerkracht 2.2
Bijeenkomsten 7 t/m 13




Leerkracht bijeenkomst 7
PowerPoint uitgewerkt
Stmuleren van positef gedrag
Emotie herkennen en erkennen
 De emotie mag er zijn


Visies op gedrag
Socio-constructivistische benadering:

Behaviorisme
 Gericht op waarneembaar en aangeleerd gedrag
 Herhalen
 Voordoen/nadoen
 Straffen en belonen
 Belonen van goed gedrag + kinderen daarop aanspreken
 Bij fout gedrag regels afspreken
 Inzetten van versterkers en verzwakkers
 Gedrag is aan te leren
 Beloningen werken tijdelijk, maar ze kunnen wel helpen
 Oefen nieuw gedrag met kinderen

Socio-constructivistische benadering:
 Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor gedrag
 Kinderen zelf laten bedenken wat ze nodig hebben
 Ingaan op positieve intenties van kinderen
 Iedereen is anders
 Uitgaan van verschillen
 Kinderen erbij betrekken
 Uitgaan van individuele behoeften van kinderen
 Zelf nadenken
 Zelf reflecteren
 Kinderen willen graag zelf goed gedrag laten zien, ze weten alleen vaak niet hoe: het
moet ze geleerd worden
 Gaat uit van de verantwoordelijkheid van het kind


Doelen van de week
• De student kan het gedrag van kinderen analyseren met de Acceptatierechthoek, de
intenties van storend gedrag en het GGGG model.

, • De student kan een win-winsituatie creëren
• De student kan het positieve gedrag van kinderen stimuleren door pedagogische
ondersteuning te bieden aan kinderen
• De student kan het gedrag van kinderen beïnvloeden door effectief te communiceren:
complimenten en kritiek geven + ik-boodschap gebruiken


Communicatie is erg belangrijk
 Kinderen kunnen anders reageren bij een andere leerkracht
 Jouw rol is erg belangrijk


Terugblik
• Leiderschapsstijlen
• Doelen en intenties van storend gedrag
• Ik-boodschap geven
• 4 B's
• Basisbehoeften
• GGGG model (4G model)
• Empathieschaal


Analyse van gedrag
(Woltjer en Janssens, 2014, p. 72-84)
Elk kind wil zich goed gedragen
 Wil dat de juf/meester trots/blij is
 Gaat ergens wat mis
 Er ziet iets achter
 Wij moeten daar achterkomen
 Analyseren
 Waar komt het door?
 Bij het kind?
 Het gedrag van het kind analyseren
 Bij ons?
 Ons gedrag analyseren

Acceptatierechthoek
(Gordon, 2003, in Woltjer en Janssens, 2014, p. 72-84)

Wat is storend gedrag voor jou? + wat kan je het beste doen met
storend gedrag?
Door te kijken naar de acceptatierechthoek kom je achter de
intentie van het storende gedrag
Het is een raam waardoor je naar gedrag van kinderen kijkt
 Vergeet niet dat kinderen die storend gedrag laten zien, ook
veel fijn gedrag laten zien
Gedrag van het kind dat af en toe storend gedrag laat zien
 Meeste gedrag dat dit kind laat zien is acceptabel gedrag
 Is niet altijd gewenst, maar wel acceptabel
 Onacceptabel gedrag
 Het kind gaat met dit gedrag over jouw grens
 Dit accepteer je niet meer

, De acceptatiegrens (> de lijn tussen onacceptabel en acceptabel gedrag)
 Bepaal je zelf
 Gedrag dat je niet meer acceptabel vindt
 Verschillende aspecten hebben invloed op deze grens
 Veranderingen in jouwzelf hebben invloed op de acceptatiegrens
 Kinderen gaan sneller over jouw grens met hetzelfde gedrag
 Veranderingen in de leerlingen hebben invloed op de acceptatiegrens
 Je houdt meer rekening met het kind
 Veranderingen in de omgeving hebben invloed op de acceptatiegrens
 Buitenspelen/werken

 De acceptatiegrens wordt dus bepaald door het acceptatievermogen.

Acceptatievermogen wordt bepaald door:
 Veranderingen in jezelf
 Veranderingen in de leerling
 Veranderingen in de omgeving

Doceer-leergebied (Woltjer en Janssens, 2014)

 Jij kan rustig lesgeven
 De kinderen zijn rustig
 Effectieve leertijd
 Zoals we het graag willen

Jij hebt een probleem met het gedrag van
het kind

Probleem van de leerling + probleem van
de leerkracht hebben beide invloed op
het doceer-leergebied



Bij een
aantal zie je
soms meer
onacceptabel gedrag
dan bij hen acceptabel
gedrag. Dit kan ook komen