Leren MM
Oefenvragen
Hoofdstuk 2:
1. De drie fasen welke bedrijven doorlopen rondom big data
2. Welke vier elementen heeft het bigdata waarde creatiemodel?
3. Wat zijn de vier competenties van big data?
4. Welke twee elementen zijn van belang rondom de systemen van big data?
5. Hoe kan de bedrijfscultuur zorgen voor problemen bij het exploiteren van big data?
6. Op welke drie manieren creëert big data waarde voor bedrijven?
7. Welke twee soorten modellen zijn er voor het nemen van marketingbeslissingen?
8. Leg beide modellen uit.
9. Noem de vijf V’s van big data.
10. Wat zegt de velociteit?
11. Wat zegt de variatie?
12. Wat zegt de veraciteit?
13. Welke drie methoden zijn er om met big data analyses waarde te creëren voor klant
en bedrijf?
14. Welke twee perspectieven van waarde zijn er?
15. Hoe heet de waarde die de organisatie ontvangt van klanten in ruil voor waarde
creatie?
16. Waardoor/wanneer treedt waarde-extractie op?
17. Welke vier vormen klassementen zijn er onder v2f en v2c. Leg ze alle vier ook uit.
18. Wat is een direct gevolg van waardelevering?
19. Wat betekent een lagere churn voor een bedrijf?
20. Waarom is een focus op enkel V2F en V2C niet meer voldoende, waar moet het
bedrijf zich nog meer op focussen met het waardeconcept?
21. Wat is de definitie van een metric?
22. Wat zijn V2F metrics?
23. Wat zijn V2C metrics?
24. Deze metrics zijn op hun beurt ook weer in te delen in drie categorieën. Welke drie
categorieën zijn dit?
25. Noem voor alle drie de categorieën twee V2F metrics en twee V2C metrics.
Hoofdstuk 3:
26. Welke vijf verschillende dimensies heeft het adoptiemodel van Rogers?
27. Welk model bouwt voort op de theorie van beredeneerde actie en stelt dat er twee
belangrijke houdingen zijn ten opzichte van nieuwe technologieën? Noem ook deze
twee houdingen.
28. Wat is een voorbeeld van een handige tool om online te gebruiken om de eerste
interesse in merken en producten te meten door middel van de zoektermen?
, 29. Merkmetrics kun je onderscheiden op basis van hun focus. Welke twee merkmetrics
kun je onderscheiden?
30. Noem een voorbeeld van een cognitieve merkmetric.
31. Noem drie voorbeelden van affectieve merkmetrics.
32. Op welke drie criteria moeten goede V2C-merkmetrics presteren?
33. Hoe wordt de bron van gegevens genoemd wanneer een klant zijn mening over een
merk deelt op TikTok bijvoorbeeld?
34. Wat houdt valentie in?
35. Wat wordt ook wel verstaan onder EWOM?
36. Wat is een customer feedback loop?
37. Wat zijn de twee meest bekende V2C-klantmetrics?
38. Er kan na een service aan de klanten gevraagd worden of zij tevreden waren met de
service of niet. Wat is een nadeel van het op deze manier vergaren van informatie?
39. Wat is de belangrijkste online klantmetric?
40. Noem 5 criteria voor een goede metric.
Hoofdstuk 4:
41. Marktmetrics kunnen onderverdeeld worden in twee groepen. Noem deze.
Hoofdstuk 5:
42. Gegevensbronnen zijn op drie manieren onder te verdelen. Op welke drie manieren?
43. Noem twee voorbeelden van externe gegevensbronnen.
44. Noem twee voorbeelden van interne gegevensbronnen.
45. Noem twee voorbeelden van gestructureerde gegevensbronnen.
46. Noem twee voorbeelden van ongestructureerde gegevensbronnen.
47. Marktgegevens zijn in twee soorten in te delen. Welke twee soorten? Noem ook van
beide soorten twee voorbeelden.
48. Noem een voorbeeld van klantgegevens aan de vraagzijde en klantgegevens aan de
aanbodzijde.
49. Pas de vijf W-vragen toe door bij iedere ‘W’ een gegevensbron te noemen.
50. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op technisch gebied.
51. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op statistisch gebied.
52. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op juridisch gebied.
53. Welke vier functies heeft een datawarehouse?
54. Op welke drie aspecten heeft de gegevenskwaliteit betrekking?
55. Wat kun je doen als je problemen hebt met je gegevenskwaliteit?
56. Hoe heet de methode waarmee je vanuit een steekproef de gehele populatie kunt
inschatten?
Oefenvragen
Hoofdstuk 2:
1. De drie fasen welke bedrijven doorlopen rondom big data
2. Welke vier elementen heeft het bigdata waarde creatiemodel?
3. Wat zijn de vier competenties van big data?
4. Welke twee elementen zijn van belang rondom de systemen van big data?
5. Hoe kan de bedrijfscultuur zorgen voor problemen bij het exploiteren van big data?
6. Op welke drie manieren creëert big data waarde voor bedrijven?
7. Welke twee soorten modellen zijn er voor het nemen van marketingbeslissingen?
8. Leg beide modellen uit.
9. Noem de vijf V’s van big data.
10. Wat zegt de velociteit?
11. Wat zegt de variatie?
12. Wat zegt de veraciteit?
13. Welke drie methoden zijn er om met big data analyses waarde te creëren voor klant
en bedrijf?
14. Welke twee perspectieven van waarde zijn er?
15. Hoe heet de waarde die de organisatie ontvangt van klanten in ruil voor waarde
creatie?
16. Waardoor/wanneer treedt waarde-extractie op?
17. Welke vier vormen klassementen zijn er onder v2f en v2c. Leg ze alle vier ook uit.
18. Wat is een direct gevolg van waardelevering?
19. Wat betekent een lagere churn voor een bedrijf?
20. Waarom is een focus op enkel V2F en V2C niet meer voldoende, waar moet het
bedrijf zich nog meer op focussen met het waardeconcept?
21. Wat is de definitie van een metric?
22. Wat zijn V2F metrics?
23. Wat zijn V2C metrics?
24. Deze metrics zijn op hun beurt ook weer in te delen in drie categorieën. Welke drie
categorieën zijn dit?
25. Noem voor alle drie de categorieën twee V2F metrics en twee V2C metrics.
Hoofdstuk 3:
26. Welke vijf verschillende dimensies heeft het adoptiemodel van Rogers?
27. Welk model bouwt voort op de theorie van beredeneerde actie en stelt dat er twee
belangrijke houdingen zijn ten opzichte van nieuwe technologieën? Noem ook deze
twee houdingen.
28. Wat is een voorbeeld van een handige tool om online te gebruiken om de eerste
interesse in merken en producten te meten door middel van de zoektermen?
, 29. Merkmetrics kun je onderscheiden op basis van hun focus. Welke twee merkmetrics
kun je onderscheiden?
30. Noem een voorbeeld van een cognitieve merkmetric.
31. Noem drie voorbeelden van affectieve merkmetrics.
32. Op welke drie criteria moeten goede V2C-merkmetrics presteren?
33. Hoe wordt de bron van gegevens genoemd wanneer een klant zijn mening over een
merk deelt op TikTok bijvoorbeeld?
34. Wat houdt valentie in?
35. Wat wordt ook wel verstaan onder EWOM?
36. Wat is een customer feedback loop?
37. Wat zijn de twee meest bekende V2C-klantmetrics?
38. Er kan na een service aan de klanten gevraagd worden of zij tevreden waren met de
service of niet. Wat is een nadeel van het op deze manier vergaren van informatie?
39. Wat is de belangrijkste online klantmetric?
40. Noem 5 criteria voor een goede metric.
Hoofdstuk 4:
41. Marktmetrics kunnen onderverdeeld worden in twee groepen. Noem deze.
Hoofdstuk 5:
42. Gegevensbronnen zijn op drie manieren onder te verdelen. Op welke drie manieren?
43. Noem twee voorbeelden van externe gegevensbronnen.
44. Noem twee voorbeelden van interne gegevensbronnen.
45. Noem twee voorbeelden van gestructureerde gegevensbronnen.
46. Noem twee voorbeelden van ongestructureerde gegevensbronnen.
47. Marktgegevens zijn in twee soorten in te delen. Welke twee soorten? Noem ook van
beide soorten twee voorbeelden.
48. Noem een voorbeeld van klantgegevens aan de vraagzijde en klantgegevens aan de
aanbodzijde.
49. Pas de vijf W-vragen toe door bij iedere ‘W’ een gegevensbron te noemen.
50. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op technisch gebied.
51. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op statistisch gebied.
52. Het combineren van gegevens afkomstig uit diverse bronnen kan lastig zijn. Noem
een uitdaging op juridisch gebied.
53. Welke vier functies heeft een datawarehouse?
54. Op welke drie aspecten heeft de gegevenskwaliteit betrekking?
55. Wat kun je doen als je problemen hebt met je gegevenskwaliteit?
56. Hoe heet de methode waarmee je vanuit een steekproef de gehele populatie kunt
inschatten?
