IBR HC5 collegedictaat

IBR HC 5 uitgetypt – Van den Dool

VI-begrip/problematee (art 5 OESO-M/ art 2 BvdB/15e VPB)
Toetsen aan criteria:
 Er is een bedrijfnrichtnn innericht
 Die vast is
 Zekere mate van duurzaamheid, dus niet van tjdelijke aard
 Door middel waarvan de onderneminn wordt uitneoefend (onderneminn naar
natonaal recht)
 Beschikkinnsmacht
o Circustent-arrest VI omdat deze innericht is voor de aard van de
actviteiten, duurzaamheid, misschien niet op een en dezelfde locate maar
wel volntjdelijk op verschillende locates. Conclusie: VI, dus voor onen houden
dat het niet een fysiek nebouw hoef te zijn van stenen of hout maar dat zo’n
tent ook een VI kan vormen.
o Kunstogen-arrest  Hotelkamer VI? Hotelkamer is weliswaar vast, staat tbs,
maar is niet duurzaam en is ook niet innericht voor de bedrijfsvoerinn dus
neen VI.


Art 2 lid 2 sub d Bvdbmeneer die inkoper was voor de nrote kledinnconcerns (vorin HC) die
vloon naar China en Honn Konn… is daar VI? Als daar VI zou zijn en je zou loonkosten kunnen
toerekenen aan VI dan zou je in NL-vrijstellinn kunnen krijnen voor zijn arbeidsinkomsten en
zou in Honn Konn niet worden belast. Dit een hele expliciete uitzonderinn die je zo kan
inkleden dat je monelijk wel een VI hebt. Vraan of dit natuurlijk maatschappelijk
verantwoord is, maar als je criteria kent kan je er monelijk omheen bouwen.

Specifek nenoemd (Art 5 oeso-m)
 Plaats waar leidinn wordt neneven (dit is niet altjd even duidelijk als bestuur vnp
renelmatn in buitenland is om daar leidinn te neven aan nroep servicemonteurs of
monteurs die in olieindustrie werkzaam zijn en man die vlient renelmatn naar
midden oosten om mensen te controleren waar ze mee bezin zijn. Dan fysiek al daar
aanwezin en dat is dus een plaats waar leidinn wordt neneven)
 Filiaal
 Kantoor
 Fabriek
 Werkplaats
 Een mijn, olie nasbron

, Enkele voorbeelden uit rechtspraak:
-VI? HR: nrondonderzoek uitnevoerd op een schip is dat nou wel of neen VI. Geen VI want
schip waar voorbereidende werkzaamheden werden nedaan, maar de echte kernactviteiten
vonden elders plaats.
-VI?  HR: neen VI omdat het niet zo zeer ninn om de periode in Liberia om actviteiten uit
te voeren, maar het ninn puur en alleen om technische werkzaamheden die daar waren
verricht. Die hadden zich binnen een tjdsbestek van 12 maanden afnespeeld dus was er
neen VI. (was beter neweest als >12 mnd)
-VI?  HR: niet inhoudt dat er een vaste plaats is waar belannhebbende aan onderneminn
leidinn neef. Dus ook weer hotelkamer, wel iets duurzaams maar niet innericht voor
bedrijfsvoerinn dus neen VI. (eerder collene: nekozen voor inrichten van kantoor met tafels
en stoelen dan is het in iederneval innericht voor die werkzaamheden en dan creëer je
voldoende substance om aan dat criterium te voldoen)
-VI?  HR: onderneminn? Partcipeerde in een NL personenvnp en dat als zodanin vormde
neen onderneminn maar omdat dat dat werd aannehouden als verlennde van de
onderneminnsactviteiten in het buitenland was dat uiteindelijk wel een
onderneminnsactviteit die kwalifceerde voor belastnnplicht.

(zie sheet ‘Voorbeeld’ contract)
Contract dat wordt nesloten tussen twee partjen. Én nevestnd in het buitenland en ÉÉn
nevestnd in NL. Betekent dit nu voor de buitenlandse partj dat door dit contract er in NL
belastnnplicht naat ontstaan. Wel of neen VI waardoor in NL belastnnplicht ontstaat?
Discussie: betekent die nu dat NL partj die zich verbonden heef om namens die
buitenlandse partj die noederen te verkopen of daar wel of neen sprake is van VI? NL partj
heef newoon een Nl onderneminn. Onderneminn houdt neen verband met
verkoopactviteiten die door die buitenlandse partj in NL ondernomen worden (zit wel in
zelfde bedrijfskolom, maar de echte kern bedrijfsvoerinn heef hier niets mee te maken.)
Wel of neen VI? Criteria is of er sprake is van zelfstandinheid bij VV. Als deze zelfstandin in
het kader van zijn renuliere actviteiten onderneemt dan zou die voldoende zelfstandin zijn
om neen VV te kunnen zijn van die buitenlandse partj. Draait uiteindelijk om de vraan of je
al dan niet voldoende zelfstandin bent. In deze ovk staat nadrukkelijk dat NL onderneminn
verklaarde zelfstandin te zijn en daardoor meende men dat er neen VI zou zijn. Deze
zelfstandinheid stond op papier, maar in praktjk bleek er neen zelfstandinheid te zijn. Deze
was dus volledin afankelijk van buitenlandse partj. Dus je hebt wel een VI (kijk dus niet
alleen naar papieren, maar kijk naar de werkelijkheid want dit kan verschillen).

Yanna vendinn machines
VI? Sportdrankjesautomaat in sportschool. Vendinn machines kunnen VI zijn, maar dan moet
daar wel een aantal mensen omheen lopen. Dus als je alleen die machines daar neerzet en
verder is het daarmee klaar is neen VI (te weinin actviteiten om VI te kunnen zijn).


Ant-misbruikbepalinnen BEPS //MLI/natonale wetnevinn:
-Ontnaan VI dmv commissionair ovk wordt tenenaan duidelijker kijken wat afspraken zijn
tussen de partjen en als dat meer wen naat hebben van een onderneminn of dat je daar
actviteiten onderneemt dan naan we daar newoon een VI aannemen. Vb. NL VNP die
dochtermaatschappij heef in FR en die verkoopt noederen en die koopt noederen in vanuit