2.1 Definitie van een soort
Ecologie: is de studie van de onderlinge relaties tussen soortgenoten, levende
natuur, niet levende natuurt en andere soort.
Natuurlijksysteem: ordenen op basis van kenmerken: uiterlijk en overeenkomst in
DNA.
Soort: groep organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ringsoort: is een soort die bestaat uit meerdere variëteiten die geografisch
een ring vormen, waarbij ten minste twee variëteiten onderling niet meer
kunnen voortplanten.
Binominale naamgeving: de naamgeving die bestaat uit geslachtsnaam en
soortaanduiding.
Bijv: Zilvermeeuw (Larus Argentatus)
1. Larus argentatus argenatus
2. Larus argentatus argenteus
Taxonomie: de wetenschappelijke indeling van soorten, maker van dit systeem is
Linnaeus. Deze indeling plaatst organismen in steeds grotere groepen. (organismen,
soorten, geslachten, families, orden, klassen, rijken)
Domein > Rijk > Afdeling (stam) > Klasse > Orde > Familie > geslacht > soort:
Indeling in domein:
1. Eukaryoten: dit zijn alle organismen waarbij de cel een celkern heeft, zoals
planten, dieren en schimmels (de drie rijken: dieren, planten en schimmels)
2. Prokaryoten: dit zijn alle organismen waarbij de cel geen celkern heeft, zoals
bacteriën
Binnen het domein kunnen we rijken onderscheiden.
Indeling in rijken: Een manier om soorten te ordenen is op basis van de 4 rijken.
Daarbij moet je kijken welke onderdelen een cel heeft.
Binnen een rijk kunnen we verschillende afdelingen (stammen)
onderscheiden.
Indeling in afdelingen (stammen): Voorbeeld in het rijk dieren zijn de afdelingen:
stekelhuidigen, holtedieren, gewervelden, wormen, geleedpotigen, sponzen,
weekdieren en eencelligen.
, Indeling in klasse: Binnen de stam (gewervelden) zijn bijvoorbeeld weer
verschillende klassen te onderscheiden zoals: vogels, zoogdieren, reptielen, amfibie
en vissen.
Indeling in orden: Binnen de klasse (zoogdieren) zijn weer verschillende orden te
onderscheiden zoals: roofdieren, knaagdieren, buideldieren, primaten en slurfdieren.
Indeling in families: binnen de orde (roofdieren) zijn weer verschillende families te
onderscheiden zoals: katachtigen, hondachtigen, beren, wasbeerachtigen,
zeehonden, marterachtigen.
Indeling in geslacht: binnen de familie (hondachtigen) zijn weer verschillende
geslachten te onderscheiden, zoals: manenwolven, vossen, hyeanahonden.
Indeling in soort: Binnen het geslacht (hondachtigen) kunnen we verschillende
soorten onderscheiden zoals: de jakhals, wolf, coyote, zadeljakhals.
Ondersoort: Ondersoorten kunnen succesvol voortplanten, maar in de natuur
komt die principe niet in contact van gescheiden leefomgeving. (derde
gedeelte van de binominale naam)
Voorbeeld indeling bij de mens:
Autotrofe organismen:
Kunnen van anorganische moleculen, organische stoffen maken.
foto-autotroof gebruiken licht als energiebron (fotosynthese)
chemo-autotroof gebruiken energie die vrijkomt uit chemische reacties
(oxidatie van bijv. NH4+,H2S, CH4). Wordt ook chemosynthese genoemd.
Heterotrofe organismen: Kunnen alleen kleine organische moleculen grotere
organische stoffen maken. Is dus afhankelijk van andere organismen.
Verwantschap wordt bepaald door overeenkomst in DNA
Ecologie: is de studie van de onderlinge relaties tussen soortgenoten, levende
natuur, niet levende natuurt en andere soort.
Natuurlijksysteem: ordenen op basis van kenmerken: uiterlijk en overeenkomst in
DNA.
Soort: groep organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ringsoort: is een soort die bestaat uit meerdere variëteiten die geografisch
een ring vormen, waarbij ten minste twee variëteiten onderling niet meer
kunnen voortplanten.
Binominale naamgeving: de naamgeving die bestaat uit geslachtsnaam en
soortaanduiding.
Bijv: Zilvermeeuw (Larus Argentatus)
1. Larus argentatus argenatus
2. Larus argentatus argenteus
Taxonomie: de wetenschappelijke indeling van soorten, maker van dit systeem is
Linnaeus. Deze indeling plaatst organismen in steeds grotere groepen. (organismen,
soorten, geslachten, families, orden, klassen, rijken)
Domein > Rijk > Afdeling (stam) > Klasse > Orde > Familie > geslacht > soort:
Indeling in domein:
1. Eukaryoten: dit zijn alle organismen waarbij de cel een celkern heeft, zoals
planten, dieren en schimmels (de drie rijken: dieren, planten en schimmels)
2. Prokaryoten: dit zijn alle organismen waarbij de cel geen celkern heeft, zoals
bacteriën
Binnen het domein kunnen we rijken onderscheiden.
Indeling in rijken: Een manier om soorten te ordenen is op basis van de 4 rijken.
Daarbij moet je kijken welke onderdelen een cel heeft.
Binnen een rijk kunnen we verschillende afdelingen (stammen)
onderscheiden.
Indeling in afdelingen (stammen): Voorbeeld in het rijk dieren zijn de afdelingen:
stekelhuidigen, holtedieren, gewervelden, wormen, geleedpotigen, sponzen,
weekdieren en eencelligen.
, Indeling in klasse: Binnen de stam (gewervelden) zijn bijvoorbeeld weer
verschillende klassen te onderscheiden zoals: vogels, zoogdieren, reptielen, amfibie
en vissen.
Indeling in orden: Binnen de klasse (zoogdieren) zijn weer verschillende orden te
onderscheiden zoals: roofdieren, knaagdieren, buideldieren, primaten en slurfdieren.
Indeling in families: binnen de orde (roofdieren) zijn weer verschillende families te
onderscheiden zoals: katachtigen, hondachtigen, beren, wasbeerachtigen,
zeehonden, marterachtigen.
Indeling in geslacht: binnen de familie (hondachtigen) zijn weer verschillende
geslachten te onderscheiden, zoals: manenwolven, vossen, hyeanahonden.
Indeling in soort: Binnen het geslacht (hondachtigen) kunnen we verschillende
soorten onderscheiden zoals: de jakhals, wolf, coyote, zadeljakhals.
Ondersoort: Ondersoorten kunnen succesvol voortplanten, maar in de natuur
komt die principe niet in contact van gescheiden leefomgeving. (derde
gedeelte van de binominale naam)
Voorbeeld indeling bij de mens:
Autotrofe organismen:
Kunnen van anorganische moleculen, organische stoffen maken.
foto-autotroof gebruiken licht als energiebron (fotosynthese)
chemo-autotroof gebruiken energie die vrijkomt uit chemische reacties
(oxidatie van bijv. NH4+,H2S, CH4). Wordt ook chemosynthese genoemd.
Heterotrofe organismen: Kunnen alleen kleine organische moleculen grotere
organische stoffen maken. Is dus afhankelijk van andere organismen.
Verwantschap wordt bepaald door overeenkomst in DNA
