tot Gouden Eeuw
Bronvermelding
Nederlands van Middeleeuwen tot
Titel : Gouden Eeuw
Druk : 2
Auteur : M.A. Mooijaart
Uitgever : Uitgeverij Vantilt
ISBN (boek) : 9789460040764
Aantal hoofdstukken (boek) : 10
Aantal pagina’s (boek) : 224
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever
van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden
tot .
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 De oudere stadia van het Nederlands 3
Hoofdstuk 2 Spelling- en klankvariatie 5
Hoofdstuk 3 Het nominale flexiesysteem in het Middelnederlands 7
Hoofdstuk 4 Het gebruik van flexie en verdere ontwikkelingen 9
Hoofdstuk 5 Het werkwoordelijk systeem 11
Hoofdstuk 6 Werkwoorden in gebruik 13
Hoofdstuk 7 Negatie 14
Hoofdstuk 8 Woordvolgorde 15
Hoofdstuk 9 Vroegnieuwnederlandse constructies en Latijnse invloeden 17
Hoofdstuk 10 Het lexicon 18
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden.
Bron : Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw – M.A. Mooijaart
, Hoofdstuk 1 De oudere stadia van het Nederlands
1.1 Introductie: veertien eeuwen Nederlandse taal
De taal Nederlands bestaat al ongeveer veertien eeuwen. Vanuit de eerste perioden waarin Nederlands
werd gesproken zijn slechts enkele woorden overgebleven die we vandaag de dag nog voorbij horen
komen. Uit de latere eeuwen zijn er meer woorden overgebleven die we in het huidige Nederlands
nog tegenkomen. Een voorbeeld hiervan is het woord aanstonds. Hoewel dit woord tegenwoordig
niet gebruikelijk meer is, is het mogelijk dat de oudere generatie aanstonds nog wel gebruikt.
Kortom, de taal verandert en zeker niet alleen op het gebied van vocabulaire. Ook op het gebied
van werkwoorden maakt de Nederlandse taal de nodige verandering mee. De verleden tijd van
waaien is bijvoorbeeld ooit woeien geweest.
We maken onderscheid tussen verschillende niveaus binnen het gebruik van taal. Een voorbeeld
hiervan is het onderscheid dat wordt gemaakt op het gebied van kleine eenheden, de klanken. Deze
klankleer noemen we ook wel de fonologie. Daarnaast onderscheiden we het komen en gaan van
bepaalde woorden. Dit noemen we lexicale veranderingen, oftewel wijzigingen op het gebied van
lexicon. Het is ook mogelijk dat woorden wel onderdeel blijven maken van het lexicon, maar door
de jaren heen een volledig andere betekenis hebben gekregen. We spreken dan van een
lexicaal-semantische verandering. Het woordje onnozel - vroeger gespeld als onnosel - betekende
vroeger onschuldig, waar het nu staat voor dom of naïef. Wanneer we spreken van een verandering
op het gebied van woordstructuur, praten we over morfologische veranderingen.
1.2 Indeling in periodes
Het gebruik van de Nederlandse taal kunnen we indelen in diverse periodes. Wanneer dat gebeurt,
spreken we over de periodisering van een taal. De volgende grenzen op het gebied van zowel de
Nederlandse als andere West-Germaanse talen zijn reeds getrokken:
Vóór het jaar 1100/1200: Oudnederlands, Oudengels en Oudhoogduits;
Tussen het jaar 1100/1200 en 1500/1600: Middelnederlands, Middelengels en Middelhoogduits;
Vanaf het jaar 1500/1600 tot aan het heden: Nieuwnederlands, Nieuwengels en Nieuwhoogduits
De laatstgenoemde periode kunnen we onderverdelen in de volgende groepen:
Vanaf het jaar 1500 tot het jaar 1700: Vroegnieuwnederlands;
Vanaf het jaar 1700 tot het jaar 1900: Nieuwnederlands;
Vanaf het jaar 1900 tot aan het heden: Modern Nederlands;
Dit boek behandelt voornamelijk het gebruik van Middelnederlands en het Vroegnieuwnederlands.
Dit is dan ook het Nederlands dat werd gesproken van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw.
1.3 Karakterisering van de verschillende periodes en dialecten
Van het Oudnederlands dat vóór de jaren 1100/1200 werd gesproken is nog maar weinig
overgebleven. Het gaat hier dan ook voornamelijk om namen en Latijnse teksten. Wel hebben
enkele belangrijke Oudnederlandse klankwetten hun doorwerking gevonden tot het
Middelnederlands. Een voorbeeld hiervan is de reductie van klinkers tijdens het uitspreken van
onbeklemtoonde lettergrepen.
Het Middelnederlands kan het beste worden omschreven als een verzameling van dialecten, de
Frankische dialecten en één Saksisch dialect, namelijk het oostelijk Middelnederlands. Fries hoort
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 3
Bron : Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw – M.A. Mooijaart