100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Immunologie alle leerdoelen uitgewerkt

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
19
Geüpload op
20-12-2023
Geschreven in
2020/2021

In dit document zijn alle leerdoelen omtrent een HBO Immunologie tentamen uitgeschreven en uitgelegd met plaatjes. Onderwerpen zoals B-cellen, T-cellen, MHC, HLA, immuunrespons, lymfen en antigeen/antistof(antilichaam) verbindingen komen langs.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 december 2023
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Uitgewerkte leerdoelen
1. de begrippen immunologie, antigeen, antilichaam.
Immunologie: Immunologie is de biologische wetenschap die onderzoek doet naar het
immuunsysteem: de afweermechanismen die in organismen voorkomen tegen binnengedrongen
organismen en lichaamsvreemde cellen/stoffen.
Antigeen: Een antigeen is een molecuul dat in staat is een reactie van het afweersysteem op te
wekken waarbij antistoffen worden aangemaakt.
Antilichaam: Immunoglobulinen (Ig), ook antistoffen of antilichamen genoemd, zijn eiwitten die door
de mens en andere gewervelde dieren worden geproduceerd als reactie op een infectie door
antigenen. Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen zoals virussen, bacteriën of grote moleculen.


2. het verschil tussen aangeboren en verworven immuniteit uitleggen.
Het verschil tussen aangeboren en verworven immuniteit is dat de aangeboren immuniteit bestaat
uit macrofagen en het complement systeem dat in het bloed aanwezig is. De verworven immuniteit
bestaat uit B en T cellen. Ook is aangeboren immuniteit niet-specifiek terwijl verworven immuniteit
dat wel is. Ook wordt er bij de verworven immuniteit een geheugen opgebouwd voor de volgende
keer, dat gebeurt bij de aangeboren immuniteit niet.


3. de componenten van de aangeboren immuniteit opnoemen en hun functie toelichten.
De bacteriën moeten eerst langs onze intacte huid, membranen en slijm heenkomen.
- Slijmvliezen: lage pH, daar kunnen bacteriën niet goed tegen & de antimicrobiële stoffen
zorgen er ook voor dat de bacteriën via de mond en neus al dood gaan.
- Normale flora: zorgen voor het bezetten van ruimte waardoor er geen ruimte meer is voor
bacteriën, ze gebruiken voedingsstoffen die de bacteriën dan niet meer kunnen gebruiken en
ze scheiden stoffen uit die de groei van de bacteriën remmen.
- Huid: Is ondoordringbaar, wordt continu vernieuwd. Ook is de huid droog en zitten er zouten
op die antibacterieel zijn
- Chemische factoren: Talg; vetzuren hieruit zijn groeiremmend voor micro-organismen,
Lage pH (3-5) van de huid (vetzuren en lactaat), Maagzuur: pH (1,2-3), Zweet, tranen, slijm en
andere weefselvloeistoffen bevatten antimicrobiële stoffen: lysozymen, peroxidasen, IgA,
Transferrine in bloed competitie met bacteriën om binding met ijzer.
Ook zijn er nog macrofagen (in weefsel en dendriet in bloed) en granulocyten die een belangrijke rol
spelen. Granulocyten en macrofagen kunnen opruimen maar dragen ook stoffen bij zich die een actie
kunnen uitvoeren: die kunnen uitschakelen vreemde stof.
Natural Killer cellen: Geen specifieke herkenning, afwijkingen in plasma membraan eiwitten worden
herkend. Na binding aan doelwitcel (bv tumorcel), afgifte van granzyme en perforine  cytotoxisch.
Horen toch wel bij de aangeboren immuniteit (apart geval, maar wel 3 de linie)


4. de componenten van de verworven immuniteit opnoemen en hun functie toelichten.
Een specifieke afweer, de B en T lymfocyten bouwen een specifieke reactie op tegen die specifieke
binnendringende bacterie. Er wordt wel een geheugen opgebouwd voor de volgende keer dat deze
bacterie binnenvalt. Er wordt alleen datgene beschadigd wat nodig is.
De B-cellen produceren antistoffen tegen pathogenen die zich bevinden in de bloedbaan, in het
weefselvloeistof of de lymfevloeistof. T-lymfocyten bestrijden pathogenen door geïnfecteerde cellen
kapot te "schieten". Het doden van geïnfecteerde cellen heet cellyse.

, 5. omschrijven wat humorale en cellulaire immuniteit inhoudt.
Humorale immuniteit: In het Humorale deel van het afweersysteem spelen de B cellen een rol
Het humorale deel van het afweersysteem komt in actie tegen vrij rond "zwemmende" pathogenen.

Cellulaire immuniteit: Bij het cellulaire deel van het afweersysteem zijn de T-cellen betrokken. De T-
cellen, of T-lymfocyten bestrijden pathogenen die zich "verstoppen" in de cellen van de pathogeen,
en dus onbereikbaar zijn voor de antistoffen van de B-cellen.


6. de cellen van het immuunsysteem opnoemen en hun functie toelichten.
Macrofagen: Fagocytose, Weefsel herstel
Dendrietische cel: Fagocytose en antigenen presenteren
NK Cell: Vernietigen van target door apoptose en cytolysis (osmotisch)
T-Cel: Celgemedieerde immuniteit
B-Cel: antilichamen produceren
Granulocyten:
Neutrofielen: Sterk fagocyterend, accumulatie in beginfase ontsteking
Basofielen: Reactief bij sommige allergieën door release histamines
Eosinofielen: Productie van stoffen tegen parasieten, beetje fagocyterend


7. de primaire en secundaire lymfoïde organen benoemen
Primaire lymfoide organen:
- rode beenmerg
- Thymus

Secundaire lymfoide organen:
- Milt
- Lymfeklieren
- MALT; diffuse lymfatische weefsels (amandelen, Peyerse plaat in darm)


8. het verschil tussen primaire en secundaire lymfoïde organen uitleggen.
In de lymfoide weefsels wordt onderscheidt gemaakt tussen primaire en secundaire weefsels.
Primaire zijn er voor de productie en selectie van de cellen en de secundaire organen spelen een
belangrijke rol bij de afweer (Immuunreactie).


9. de functie van het lymfatische systeem en de milt omschrijven.
Een belangrijke rol van het lymfesysteem is om vocht uit de weefsels terug te voeren naar het
bloed/circulatie (fluid returen). Ook transporteert het systeem voedingsvetten en vitaminen van de
darmen naar het bloed. Het lymfe systeem heeft een belangrijke rol in de immuniteit omdat het
afgevoerde vocht wordt gecontroleerd op pathogenen (in de lymfeknopen). Het vocht uit de
weefsels komt in het lymfe systeem terecht, vervolgens komt het in een lymfeknoop waar veel
immuun cellen van het verworven immuunsysteem liggen te ‘wachten’.

De milt is een belangrijk orgaan dat zorgt voor een goede afweer tegen bacteriën. Dit doet
de milt door: antistoffen te maken tegen bepaalde bacteriën. het verwijderen van bacteriën en
andere ziektekiemen uit het bloed.

, 10. de opbouw van een lymfklier en milt beschrijven en de belangrijkste cellen in de gebieden
opnoemen.
Een lymfeklier, is een orgaan op het verloop van lymfevaten. Het bestaat uit
vele lymfocyten (behorend bij de witte bloedcellen) die gerangschikt zitten in een kapsel. Via de bolle
kant van de Lymfeknoop komen aanvoerende lymfevaten binnen en in de periferie vloeit
de lymfe naar de afvoerende lymfevaten. De lymfocyten rangschikken
zich in zones binnen de lymfeknoop. De binnenkomende lymfe wordt
langs een groot aantal lymfocyten geleid die zullen reageren als de lymfe
stoffen of (vreemde) cellen bevat die het immuunsysteem prikkelen.
Lymfocyten die ziekteverwekkers herkennen worden aangezet tot
vermenigvuldiging. De lymfeklier is geen klier, alhoewel dit vroeger
gedacht werd. Het is een soort opslagplaats van B- en T-lymfocyten. Als
er zich in het lichaam een infectie voordoet, zal de dichtstbijzijnde
lymfeknoop vaak gezwollen raken. (ook fagocyterende cellen)
De milt is onderdeel van het lymfesysteem, maar anders
dan lymfeklieren opgenomen in de bloedcirculatie. De milt kan worden
gezien als de lymfeklier van het bloed. In de milt worden plasmacellen gevormd uit B-lymfocyten en
worden rode bloedcellen afgebroken en het daarbij vrijkomende ijzer opgeslagen, maar de milt bevat
ook een zeker reservoir aan bloed. Ook draagt de milt bij aan de verwijdering van afvalstoffen uit het
bloed. De milt is niet per se onmisbaar en kan dus zo nodig operatief verwijderd worden
(splenectomie). Wel is zonder milt de afweer tegen gekapselde bacteriën zoals
de pneumokok, meningokok en de Hib (Haemophilus influenzae) minder goed. Voor een
splenectomie wordt daarom zo mogelijk eerst hiertegen gevaccineerd. Er is onderzoek dat aantoont
dat de milt een belangrijke rol speelt bij herstel na bijvoorbeeld een hartaanval en dat de milt een
belangrijke bron is van monocyten. (Lymfocyten, macrofagen)

11. kan uitleggen hoe de route van lymfe door een lymfeknoop verloopt.
Zie hierboven

12. de opbouw van een immuunglobuline molecuul tekenen en de functie van de verschillende
delen beschrijven. Blz 498 in boek.

Bovenste deel: variabele regio. Deze bindt aan de
epitopen.

Onderste deel: Constant deel (kan binden aan het
celmembraan via Fc receptoren)

Zware ketens (rood paars), lichte ketens (geel bruin).
Verbonden met zwavelbruggen, disulfide bindingen.
€4,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
irishulsebos02
4,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
irishulsebos02 Saxion Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
8
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
6
Laatst verkocht
1 week geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen