100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Kennistoets 3.2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
34
Geüpload op
20-12-2023
Geschreven in
2023/2024

Dit is een samenvatting van de kennistoets van module 3.2. Waar Parkinson, CVA en MS worden behandeld.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 december 2023
Aantal pagina's
34
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Parkinson
Week 1
Basale ganglia = regulatie van de motoriek (telecephalon).
- Extrapiramidale motorische systeem.
- Van motivatie naar actie ->
• Responsselectie: welke respons past het best in de contex
• Zelf geïniteerde bewegingen (zonder invloed van een externe prikkel, maar door emotie of motivatie)
• Routines (lopen)
• Integratie houding + beweging (hellend vlak)
Bestaat uit =
- Putamen (dop of schil) = regulatie van motoriek, zowel vrijwillige als onvrijwillige bewegingen.
- Nucleus caudatus (staartkern) = doorgeven van sensorische informatie en het reguleren van de
lichaamshouding.
- Globus pallidus (bleke bol) = inhiberen van vrijwillige bewegingen.
- Nucleus subthalamicus (kern onder de thalamus) = informatie doorsturen naar hoger gelegen gebieden.
- Substantia nigra (zwarte ruis) = reguleert de basale ganglia.
Corpus stratium = nucleus caudatus & putamen.
- Invloed van de corpus stratium op de activiteit van de cortex cerebri = het versterken en afremmen van de
motorische activiteit.
Nucleus lentiformis (lenskern) = putamen en globus pallidus.




Witte banen zijn voor transport en verbinden de kernen met elkaar. Donkergekleurd heeft complexere taken.

Thalamus = verbinding tussen basale ganglia en cortex.
- Filter voor externe/interne prikkels.
- Relevante prikkels vinden een doorgang (geluid).
- Zorgt voor sensitisatie.
- Verloopt minder goed bij de ziekte van Parkinson.
Stratium = middelpunt van een aantal regelkringen die beginnen en eindigen in de cortex.
- Input is afkomstig uit alle hersenkwabben
- Output gaat via een aantal synpasen (globus pallidus en thalamus) terug naar de cortex (vooral frontale
kwab).

1

,Directe route (van stilstand naar beweging) = als je in beweging wilt komen wordt ’t basalekernencircuit geactiveerd.
De hersenschors gaat via het striatum de opdracht om in beweging te komen. Hierbij speelt de substantia nigra een
belangrijke rol via het vrijgeven van de neurotransmitters dopamine. Signalen vanuit de globus pallidus leiden tot
facilitatie van de willekeurige motoriek en tegelijkertijd tot inhibitie van de houdingsreflexen. Reflexen vormen
daardoor geen belemmering meer voor het bewegen.
Indirecte route (van beweging naar stilstand) = de hersenschors geeft weer de opdracht via het stratium aan de
globus pallidus om tot stilstand te komen. Omdat deze route via een ander deel van de basale kernen loopt (nucleus
subthalamicus), wordt dit ook wel indirecte route genoemd. Nu leiden signalen uit de globus pallidus tot inhibitie van
willekeurige motoriek en tegelijkertijd van facilitatie van de houdingsreflexen.
Verschil = de directe route stuurt de neuronen rechtstreeks naar de basale ganglia en de indirecte route eerst via het
externe segment van de globus pallidus en de nucleus subthalamicus naar de basale ganglia.




Parkinson = meest voorkomende chronische ziekte van het CZS (40.000 patiënten in NL).
- Patiënten hebben moeite met het aanleren van nieuwe informatie en met het ophalen van oude.
Bij parkinson is de substantia nigra aangedaan → verminderde dopamine.
Parkinson is een neurogeneratieve aandoening (neuronen zijn aangedaan).
Levensverwachting = ongeveer 10 jaar korter.

Medicatie bij Parkinson = early morning dystonia (hevige kramp), responsfluctuaties en dyskinesie wijzen op
probleem met medicatie.
- Levodopa -> is een aminozuur, voorloperstof dat uiteindelijk veranderd in dopamine. Levodopa kan de bloed-
brein barrière passeren, dopamine niet. Het moet langdurig worden geslikt (on-off phase/uit-doof of bij-
effect). Neemt alleen de symptomen weg. Bradykinesie en rigiditeit verminderd (vaak ook tremor).
• Daling effect in loop der jaren
• Bijwerkingen: dyskinesie, restless legs, doorslaapproblemen, maagproblemen.
- Dopamine.
Dopamine tekort = dopamine werkt in verschillende regelcircuits zowel fasciliterend als inhiberend.
- Tekort leidt tot ->
• Ontregeling van circuits (bewegingsarmoede en houdingsinstabiliteit, tremor, rigiditeit)
• Slechter en trager functioneren
- Ongewenste prikkels vinden doorgang: tremor, festinatie.
- Gewenste prikkels vinden geen doorgang: freezing, moeite met zelf-geïnitieerde bewegingen, rigiditeit.
- Dopamine is de smeerolie die zorgt dat de machinerie in het stratium soepel draait.
DUO-DOPA = voorkomen van on-off fases.
- Continue toediening medicatie.
- Direct in de dunne darm (omzeilen maag)

Cueing = externe cues om freezing te voorkomen.
- Auditief/visueel (lichtflitsen, strepen)/tactiel (vibraties)/mentaal
Parkinson ligt diep in der hersenen/herstenstam, hierdoor kan het niet goed op een MRI gezien worden, maar is wel
goed beschermd.
Parkinson kan pas met zekerheid worden bevestigd als iemand dood is, omdat dan de substantia nigra is afgestorven.
Symptomen ontstaan vanaf 80% afname van substantia nigra.
2

,On-off fenomeen = patiënt heeft periodes waarin hij profijt heeft van de medicaties en periodes waarin de
ingenomen dosis niet (meer) voldoende effect heeft.
Responsfluctuaties = de periode dat de medicijnen prima werkt, on-fase genoemd. De periode dat de ingenomen
medicatie geen of onvoldoende effect heeft, off-fase.

Episodische loopstoornissen =
- Freezing = is een plotselinge blokkade die de patiënt tijdens het lopen ervaart. Gevoel dat de voeten aan de
grond zijn vastgekleefd.
• Is gekoppeld aan: beweging inzetten, omdraaien, passeren van een nauwe doorgang, naderen van
een deuropening, uitvoeren van dubbeltaken.
- Festinatie = onwillekeurige versnelling en verkorting van de passen tijdens het lopen.
Kinesia paradoxa = onverwacht normale beweeglijkheid van hypokinetische patiënten onder invloed van krachtige
externe prikkels. (kan iemand een brandend huis ontvluchten).

Lewy body = is een soort dementie, waarbij er een eiwit ophoping/verkleving in de hersenstam en substantia nigra
is. De oorzaak is onduidelijk.
- Mogelijk van invloed op:
• Neurontransmissie
• Versneld proces van celdood.
Neuronen die lewy body’s bevatten zullen na verloop van tijd afsterven. Het celverlies is vooral opvallend in de
substantia nigra. Substantia nigra-neuronen bevatten normaal een zwart pigment (vandaar de naam). Dat pigment
verdwijnt als de cel afsterft. Typisch voor de ziekte van Parkinson is dan ook de depigmentatie van de substantia
nigra. Dit is bij hersensectie met het blote oog zichtbaar.

Extrapmiramidale ziekte = bewegingsstoornissen.

Hypokinesie =
- Dopamine tekort in het stratium (directe en indirecte route -> verminderde functie)
- Vergrote inhibitie van thalamus waardoor verminderde excitatie van de motor cortex.
- Conclusie -> hypokinesie – verminderde mogelijkheden voor intentioneel bewegen.

3 parallel lopende circuits =
- Sensomotorische circuit -> gericht op de motorische cortex (vooral Parkinson).
- Cognitief circuit -> gericht op de prefrontale cortex.
- Emotioneel circuit -> gericht op de limbische cortex.

Deep Brain Stimulation (DBS) = operatie plaatsing van elektroden in de nucleus subthalamicus of thalamus -> leidt
tot onderdrukking van ongewenste prikkels.
- Effectief bij rigiditeit en tremor -> werkt niet bij iedereen.
- Spraak en evenwichtsproblemen verbeteren niet.
Hoenh & Yahr stadium
1 Unilaterale klachten (geen functionele beperkingen) Vroege fase
2 Bilaterale klachten (geen balansstoornissen, zelfstandige loopfunctie) Vroege fase
3 Balans problemen (matige beperkingen in activiteiten) Middenfase
4 Beperkt in ADL (zelfstandig lopen) Middenfase
5 Volledig bed- of rolstoelgebonden Late fase
Stadium 2 t/m 4 is er neurochirurgie geadviseerd.
KNGF-richtlijn Parkinson
5 aandachtsgebieden =
1. Fysieke capaciteit
2. Lopen
3. Transfers
4. Balans
5. Handvaardigheid
3

, -Interventiemodaliteiten = educatie, functietraining, vaardigheidstraining en strategietraining.
-Interventietypen = conventionele fysiotherapie, cueing, dans, dubbeltaaktraining, loopbandtraining, strategieën
voor complexe bewegingen.

Normaal = Substantia nigra (STN) → striatium → indirecte en directe
routes kunnen plaatsvinden
Parkinson = de indirecte route die leidt tot meer houdingsreflexen, dit
wordt vergroot en niet meer geremd. Hierdoor zijn de houdingsreflexen
overdreven. De directe route waar het draait om willekeurige
bewegingen die loopt juist minder waardoor het signaal dat je door wil
geven (respons die belangrijk is voor het doel) geen doorgang vindt bij
de thalamus, want dit wordt meer geremd → minder signalen naar de
cortex → willekeurige bewegingen vinden meer plaats.
KLA 2
Risicofactoren Parkinson =
- Mannen > vrouwen
- 60+ (5% jongen dan 40)
- Hoofdtrauma’s
- Genetisch
- Toxische stoffen (platteland)
Roken verminderd de kans op het krijgen van Parkinson (25%)
Bij Parkinson is de automatische motoriek weg, dus mensen moeten zelf gaan slikken soms vergeten ze dit, blijft er
voedsel vast zitten → longontsteking ontstaan.
Parkinson is een waarschijnlijkheidsdiagnose kan niet met zekerheid worden vastgesteld.

Inclusie criteria =
- Aanwezigheid van bradykinesie (traag bewegen), progressieve afname van snelheid en amplitude van
bewegen bij herhalende bewegingen.
- Tenminste 1 van de onderstaande kenmerken:
• Rigiditeit (spierstijfheid) =
o Sterker in de flexoren > extensoren.
o Spasticiteit (catch bij snel bewegen)
o Gegenhalt (tegenerkend aanspannen)
• Tremor (vooral in de handen/onderarmen)
o Heviger bij kou en emoties (zenuwachtig), vermindert bij ontspanning en is (zoals alle
extrapiramidale hyperkinesieën) afwezig in de slaap.
o In rust
• Posturele instabiliteit =
o Vertraagde/afwezige houdingsreflex.
o Push/release test
Tandwiel fenomeen = rigiditeit en tremor.
PD wordt in de klinische praktijk gesteld = waarbij bradykinesie en afname in bewegingsuitslag, progressieve afname
van snelheid de belangrijkste klinische criteria zijn.
Exclusie criteria =
- Meerdere beroertes of hoofdtrauma’s
- Antipsychotica of dopamine-depleterende medicijnen
- Meer dan 1 aangedaan familielid
- Blijvende remissie (verminderen van ziekteverschijnselen)
- Negatieve respons op hoge dosis levodopa
- Strikt unilateraal symptomen na 3 jaar ziekte
- Neurologische symptomen als: supranucleaire blikparese (vallen vaak)
- Blootstelling aan een bekend neurotoxine
- Beeldvormende aanwijzingen (hersentumor)
4
€9,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
mariettevanderlaan

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
mariettevanderlaan Hogeschool van Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
16
Laatst verkocht
3 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen