Filosofie Samenvatting
Hoofdstuk 4 Kennistheorie
1: Wat we weten (en wat we niet weten)
Kernvragen kennistheorie
Wat is kennis?
Hoe komen we aan zekere kennis? / Hoe betrouwbaar is onze kennis?
Wat is de grens van onze kennis? / Wat kunnen we niet weten?
Klassieke kennisdefinitie: Kennis (x) is een overtuiging (y) die waar/correct is (z)
Hoe komen we aan kennis?
Empirisme = De opvatting dat zekere kennis gebaseerd is op zintuigelijke waarneming.
Rationalisme = Opvatting dat zekere kennis gebaseerd is op logisch redeneren.
Op grond van betrouwbare bron/autoriteit/specialist.
Op grond van intuïtie (“we weten het zeker, maar kunnen het niet uitleggen”).
Naast het empirisme en rationalisme heb je als filosofische positie ook nog het scepticisme
Scepticisme = Opvatting dat zekere kennis onmogelijk is.
Objectieve kennis?
Verschillende soorten kennis:
Iemand kennen.
Praktische kennis
Propositionele kennis = Kennis van hoe iets zit of het weten dat iets het geval is.
Objectief (filosofisch) = Datgene wat over het object gaat Datgene waar de aandacht op
gericht is.
Subjectief (filosofisch) = Datgene wat door het oordeel van het subject (degene die iets kent)
bepaald wordt Persoonlijke gevoelens, opvattingen, meningen.
Intersubjectiviteit = Wat door een grote groep gemeenschappelijk als geldig wordt
beschouwd Een eigenschap van een stof is intersubjectief als we samen afspreken (en/of
afdwingen) dat deze geldig/waar is Wordt vaak vervangen door objectief, omdat
sommigen van mening zijn dat kennis nooit helemaal vrij is van eigen inbreng.
, 2: Rationalisme en empirisme
Plato zoekt ware kennis in het denken en het ‘bovenaardse’, terwijl Aristoteles meer naar de
echte wereld kijkt.
Plato = Grondlegger rationalisme
Aristoteles = Grondlegger empirisme.
Plato: de zoektocht naar de Waarheid
Grondlegger van het rationalisme Begripsrealisten (aanhangers van Plato)
Algemeen begrip (universale) bestaat op zichzelf Bijv: ‘hond’, ook als als deze
uitgestorven zou zijn zou het begrip hond nog steeds bestaan.
Echte kennis gaat dieper dan de oppervlakte van onze ervaring Onze werkelijkheid
is een schaduw van een dieperliggende, reëlere en onveranderlijke vormenwereld
Hierdoor zie je bijvoorbeeld witheid zowel in het bord als in je ervaring.
Hij wil namelijk niet dat alles onze ervaring is (een kleine verandering, kan een grote
verandering zijn voor onze ervaring), maar ook niet dat de witheid helemaal in het
bord zit (hoe past het dan in onze ervaring?
Maar… Vergroot je het probleem niet? Kom je niet in een oneindige recessie terecht
van dingen? Komt het wel precies over?
De vormenwereld is absoluut kenbaar, dus er zijn objectieve waarheden
Zintuigelijke ervaringswereld is veranderlijk en heeft beperkte waarde als bron.
Echte kennis is aangeboren en moet later weer naar boven worden gehaald Staan
dus volledig los van onze zintuigen, want te flexibel om echte kennis te zijn Echte
kennis is onderveranderlijk/tijdloos.
Juiste kenmethode is het rationeel afleiden van de vorm uit de mislukte
ervaringsexemplaren Deze is dus eigenlijk al ingebakken Volmaakte kennis is
dus het “verstandelijk beschouwen” van Waarheid, Goedheid en Schoonheid.
Idealisme = Ideeën zijn werkelijker dan materie. De werkelijkheid wordt bepaald door
ideeën of de geest.
Grotallegorie Mensen zitten in een grot en kunnen alleen maar kijken naar een
muur Op de muur een schimmenspel Ze nemen dat aan als de werkelijkheid
Maar buiten de grot is de echte werkelijkheid.
We moeten dus niet alles geloven wat we zien Voor de ware kennis moeten we
onze blik naar boven richten en geen genoegen nemen met de schijn van de
dagelijkse werkelijkheid.
Hoofdstuk 4 Kennistheorie
1: Wat we weten (en wat we niet weten)
Kernvragen kennistheorie
Wat is kennis?
Hoe komen we aan zekere kennis? / Hoe betrouwbaar is onze kennis?
Wat is de grens van onze kennis? / Wat kunnen we niet weten?
Klassieke kennisdefinitie: Kennis (x) is een overtuiging (y) die waar/correct is (z)
Hoe komen we aan kennis?
Empirisme = De opvatting dat zekere kennis gebaseerd is op zintuigelijke waarneming.
Rationalisme = Opvatting dat zekere kennis gebaseerd is op logisch redeneren.
Op grond van betrouwbare bron/autoriteit/specialist.
Op grond van intuïtie (“we weten het zeker, maar kunnen het niet uitleggen”).
Naast het empirisme en rationalisme heb je als filosofische positie ook nog het scepticisme
Scepticisme = Opvatting dat zekere kennis onmogelijk is.
Objectieve kennis?
Verschillende soorten kennis:
Iemand kennen.
Praktische kennis
Propositionele kennis = Kennis van hoe iets zit of het weten dat iets het geval is.
Objectief (filosofisch) = Datgene wat over het object gaat Datgene waar de aandacht op
gericht is.
Subjectief (filosofisch) = Datgene wat door het oordeel van het subject (degene die iets kent)
bepaald wordt Persoonlijke gevoelens, opvattingen, meningen.
Intersubjectiviteit = Wat door een grote groep gemeenschappelijk als geldig wordt
beschouwd Een eigenschap van een stof is intersubjectief als we samen afspreken (en/of
afdwingen) dat deze geldig/waar is Wordt vaak vervangen door objectief, omdat
sommigen van mening zijn dat kennis nooit helemaal vrij is van eigen inbreng.
, 2: Rationalisme en empirisme
Plato zoekt ware kennis in het denken en het ‘bovenaardse’, terwijl Aristoteles meer naar de
echte wereld kijkt.
Plato = Grondlegger rationalisme
Aristoteles = Grondlegger empirisme.
Plato: de zoektocht naar de Waarheid
Grondlegger van het rationalisme Begripsrealisten (aanhangers van Plato)
Algemeen begrip (universale) bestaat op zichzelf Bijv: ‘hond’, ook als als deze
uitgestorven zou zijn zou het begrip hond nog steeds bestaan.
Echte kennis gaat dieper dan de oppervlakte van onze ervaring Onze werkelijkheid
is een schaduw van een dieperliggende, reëlere en onveranderlijke vormenwereld
Hierdoor zie je bijvoorbeeld witheid zowel in het bord als in je ervaring.
Hij wil namelijk niet dat alles onze ervaring is (een kleine verandering, kan een grote
verandering zijn voor onze ervaring), maar ook niet dat de witheid helemaal in het
bord zit (hoe past het dan in onze ervaring?
Maar… Vergroot je het probleem niet? Kom je niet in een oneindige recessie terecht
van dingen? Komt het wel precies over?
De vormenwereld is absoluut kenbaar, dus er zijn objectieve waarheden
Zintuigelijke ervaringswereld is veranderlijk en heeft beperkte waarde als bron.
Echte kennis is aangeboren en moet later weer naar boven worden gehaald Staan
dus volledig los van onze zintuigen, want te flexibel om echte kennis te zijn Echte
kennis is onderveranderlijk/tijdloos.
Juiste kenmethode is het rationeel afleiden van de vorm uit de mislukte
ervaringsexemplaren Deze is dus eigenlijk al ingebakken Volmaakte kennis is
dus het “verstandelijk beschouwen” van Waarheid, Goedheid en Schoonheid.
Idealisme = Ideeën zijn werkelijker dan materie. De werkelijkheid wordt bepaald door
ideeën of de geest.
Grotallegorie Mensen zitten in een grot en kunnen alleen maar kijken naar een
muur Op de muur een schimmenspel Ze nemen dat aan als de werkelijkheid
Maar buiten de grot is de echte werkelijkheid.
We moeten dus niet alles geloven wat we zien Voor de ware kennis moeten we
onze blik naar boven richten en geen genoegen nemen met de schijn van de
dagelijkse werkelijkheid.