Marketing
3
sv
Julie
van
Leeuwen
H
1,2,3,4,6,9,10
H1:
Wat
is
marketing?
§1.1
De
betekenis
van
marketing
In
grote
lijnen
doen
bedrijven
2
dingen;
ze
maken
producten
en
ze
brengen
ze
op
de
markt.
Met
andere
woorden;
ze
produceren
en
doen
aan
marketing.
-‐ Verschil
tussen
marketing
en
verkoop
=
het
verschil
als
consumenten
wel
kunnen
kiezen
of
niet
kunnen
kiezen.
-‐ Voornaamste
doel
van
marktgerichte
onderneming
=
inspelen
op
wensen
en
behoeften
vd
klant.
-‐ Marketing
=
de
brug
tussen
productie
en
consumptie.
-‐
verkopen:
zien
kwijt
te
raken
wat
je
op
de
plank
heb
liggen
-‐
marketing:
zorgen
dat
je
de
juiste
spullen
op
de
plank
heb
liggen.
Marketing
omvat
de
–op
de
markt
afgestemde-‐
ontwikkeling,
prijsbepaling,
promotie
en
distributie
van
producten,
diensten
of
ideen
en
alle
andere
activiteiten
die
de
klanten
toegevoegde
waarde
bieden;
deze
leiden
systematisch
tot
een
hogere
omzet
of
andere
gewenste
respons,
een
goede
reputatie
van
de
organisatie
en
een
duurzame
relatie
met
de
klanten,
waarbij
alle
belanghebbenden
hun
doelstellingen
bereiken.
Marketingmix:
4
P’s:
doeltreffend
marketingbeleid
van
4
instrumenten
om
de
markt
te
bewerken.
1. Product
2. Prijs
3. Plaats
(distributie)
4. Promotie
Doelgroep:
deel
vd
markt
waarop
de
organisatie
zich
richt
en
dat
tot
klant
wil
maken.
Ruiltransactie:
iets
uit
wisselen
om
zo
op
elkaars
behoeften
in
te
spelen
en
waar
gebruik
wordt
gemaakt
van
ruilobjecten.
De
ruil
is
waardescheppend
als
beide
partijen
iets
van
waarde
opgeven
en
er
door
de
transactie
op
vooruit
gaan.
Zie
fig
1.2
§1.2
Commerciele
economie
of
marketing?
Commerciele
economie
is
een
gedeelte
van
het
vak
economie
wat
gaat
over
de
beslissingen
over
inkoop
en
verkoop.
Marketing
gaat
meer
over
de
verkoopzijde
vh
ondernemen.
Verkoop-‐,
distributie-‐,
prijsbeslissignen
horen
weer
bij
het
marketingbeleid.
Om
de
relatie
te
zien
tussen
commerciele
economie
en
marketing
moet
je
eerst
het
verband
weten
tussen
;
1. algemene
economie
-‐
leer
van
keuzehandelingen
-‐
macro-‐economie:
gedrag
wordt
geanalyseerd
-‐
micro-‐economische:
economisch
handelen
van
individuele
huishoudingen
2. bedrijfseconomie
-‐
bedrijfshuishouding
en
onderlinge
samenhang
3. commerciele
economie
-‐
verklaring
voor
het
handelen
vd
consument
die
bedrijven
in
staat
stelt
producten
optimaal
af
te
stemmen
op
de
klant
1
,Bijdragen
van
psychologie
zorgt
voor
inzicht
in
het
gedrag
vd
individuele
mens.
Door
Sociologie
de
mens
in
groepsverband.
Statistiek
en
wiskunde
met
modellen
en
technieken
om
toe
te
passen
in
marktonderozek.
§1.3
Niveaus
van
marketingsystemen
Oorsprong
van
marketing
is
in
de
periode
van
ruilhandel
/
bartering:
rechtstreekse
ruil.
Bij
macromarketing
kijk
je
naar
marketing
als
een
proces
dat
goed
moet
functioneren
om
de
economische
doelstellingen
van
de
maatschappij
te
halen.
je
kijkt
naar
de
systemen
die
de
samenleving
heeft
opgebouwd
om
ruilprocessen
te
doen.
Mesomarketing:
gezamenlijke
marketingactiviteiten
van
bedrijfen
die
actief
zijn
op
dezelfde
markt.
Je
kunt
het
het
best
analyseren
in
de
bedrijfskolom.
Neem
als
voorbeeld
een
reclame
voor
melk,
dat
wordt
gefinancierd
door
organisaties
–van
verschillende
niveaus
in
de
bedrijfskolom-‐
die
horen
tot
1
brancheorganisatie.
Het
betrekt
zich
dus
alleen
tot
een
bepaalde
sector
in
de
samenleving.
Bij
Micromarketing
staat
het
individuele
bedrijf
centraal.
Problemen
worden
geanalyseerd
vanuit
optiek
van
de
manager.
-‐ Marketingmanagement:
omvat
analyse,
planning,
implementatie
en
evaluatie
van
alle
activiteiten
die
erop
gericht
zijn
de
klant
in
zn
behoeften
te
voorzien.
§1.4
Ontwikkeling
van
marketinggedachte
De
meeste
bedrijfstakken
hebben
sinds
de
industriele
revolutie
verschillende
fasen
doorlopen.
Fig
1.4.
De
pioniers
in
dit
proces
waren
de
fabrikanten
van
consumentenproducten.
Niet
meer
het
product
als
uitgangspunt
nemen,
maar
denken
in
markten
en
mensen.
!
managementfilosofien:
1. Productie-‐
en
productgerichte
bedrijven
-‐
Concentreert
zichh
op
het
creeeren
van
een
zo
efficint
mogelijk
productieproces
-‐
productieconcept
was
in
begin
jaren
20
meest
voorkomende
filosofie
-‐
Na
WOII
productconcept
als
benadering:
kwaliteitsverbetering
was
voornaamste
doel
-‐
verkopersmarkt:
aanbieders
hadden
het
voor
het
zeggen
‘goed
product
verkoopt
zichzelf’
2. Verkoopgerichte
bedrijven
-‐
Kopersmarkt
ontstond
door
gestegen
welvaart
na
WOII
-‐
Kopers
hadden
het
voor
het
zeggen
want
aanbod
was
groter
dan
vraag
!
strijd
om
consument
!
agressieve
verkooptechnieken
-‐
Verkoopconcept
was
nog
niet
ontwikkelt;
technische
kennis
en
ervaring
bepaalde
wat
er
werd
geproduceerd.
3. Marketinggerichte
bedrijven
-‐
gestegen
koopkracht
&
toegenomen
conccurentie
!
aanpassen
op
behoeften
van
kopers.
-‐
niet
meer
met
onverkoopbare
voorraad
door
klantgericht
te
denken
!
marketingconcept.
Vergelijking
van
product-‐
en
marketinggerichte
benadering;
Productgerichtheid:
Financiering/
organisatie
vormgeven
!
product
maken
–
verkoop
van
het
product
(meer
winst
door
nadruk
op
omzetverhoging)
Marktgerichtheid:
Behoeften
van
kopers
vaststellen
!
financiering/organisatie
vormgeven
!
product
maken
!
marketing
vh
product
(meer
winst
dankzij
tevreden
klanten)
!
relatiemarketing
!
feedback
!
2
,
Orientatie
vd
What
business
Op
wie
richten
Wat
is
ons
Hoe
proberen
organisatie
are
we
in?
we
ons?
PRIMAIRE
we
ons
doel
te
doel?
bereiken?
Verkoop-‐
Intern,
op
de
Het
verkopen
Op
iedereen
Winst
door
zo
Door
intensieve
gericht
problemen
van
vd
producten
veel
mogelijk
te
promotie
en
het
bedrijf
die
we
maken
verkopen
verkoop-‐
inspanningen
Marketing-‐ Extern,
op
de
Inspelen
op
de
Op
bepaalde
Winst
door
de
gericht
wensen
en
behoeften
vd
groepen
klanten
behoeften
van
markt
door
afnemers
tevreden
te
de
klant
meerwaarde
te
stellen
en
bieden
relaties
met
hen
op
te
bouwen
Maatschappelijk
marketing
concept
(societal
marketing
concept):
productie
en
marketing
van
bepaalde
producten
kunne
nop
lange
termijn
schadelijke
gevolgen
hebben
voor
de
hele
maatschappij
(zoals
ontbossing).
Men
moet
zoveel
mogelijk
voorkomen
dat
de
belangen
van
kopers
EN
niet-‐kopers
worden
geschaad.
-‐ Omdat
veel
mensen
zich
zorgen
maken
om
de
negatieve
neveneffecten
van
marketing
is
de
belangstelling
van
voor
macromarketing
weer
toegenomen
in
maatschappelijk
verantwoord
ondernemen.
Het
staat
voor
het
welzijn
van
de
mens
op
lange
termijn.
Bedrijven
letten
op
mens
en
milieu
zonder
dat
dat
wettelijk
verplicht
is
-‐ Zie
fig
1.7
Een
nieuwe
ontwikkeling
is
relatiemarketing.
Bedrijven
gaan
een
stap
verder
in
klantgerichtheid
door
bewust
een
goede
relatie
op
te
bouwen.
-‐ Accent
ligt
op
opbouwen
van
langetermijnrelaties
-‐ Ook
steeds
meer
strategische
allianties
(en
andere
samenwerkingsvormen)
op
de
markt
Verschillen
tussen
transactiemarketing
en
relatiemarketing
Transactiemarketing
Relatiemarketing
1.
nadruk
vinden
nieuwe
kopers
1.
Nadruk
op
behouden
&
werven
van
nieuwe
2.
kortetermijnorientatie
2.
langetermijnorientatie
3.
Hoofdzaklijk
eenmalig
verkooptransacties
3.
gericht
op
herhalingsaankopen
en
duurzame
relaties
4.
oppervlakkige
relatie
met
klanten
4.
grote
mate
van
betrokkenheid
5.
succes
is
hoge
omzet
5.
succes
is
herhalingsaankopen,
mond-‐tot-‐
mondreclame
6.
kwaliteit
is
voor
productieafdeling
6.
kwaliteit
is
voor
iedere
medewerker
7.
serviceniveau
niet
uitzonderlijk
hoog
7.
maximale
service
en
nazorg
3
,
§1.5
Het
marketingconcept
Marketingconcept
=
een
ondernemingsfilosofie.
Een
mindset
vd
manager
die
de
wensen
vd
klant
centraal
stelt
• fig
1.8
De
klant
is
koning.
Als
het
doel
is
zoveel
mogelijk
winst,
dan
is
dit
op
lange
termijn
nadelig.
Klantgerichtheid
moet
centraal
staan
bij
besluitvorming.
Marketinggerichte
bedrijven
bieden
klantenservice
dat
in
grote
lijnen
omvat;
• anticiperen
op
behoeften
• info
geven
over
product
• gemakkelijk
maken
het
product
te
gebruiken
• onderzoeken
of
ze
tevreden
zijn
• contacten
onderhouden
• klachten
oplossen
Tevreden
klanten
!
grotere
klantentrouw
&
positieve
mond-‐mondreclame!
meer
herhalingsaankopen
&
meer
nieuwe
klanten
Onderscheid
tussen
product-‐
en
marketinggerichte
werwkijze
ligt
vooral
hoe
de
activiteiten
worden
geintegreerd
in
het
beleid.
-‐ Productgericht:
Ivoren
toren-‐organisatie
–
hokjesdenken,
top
down
-‐ Klantgericht:
coordinatie,
externe
orientatie,
bottom
up
-‐ Fig
1.10
Ondernemingen
die
markettingconcept
NIET
toepassen
omschrijven
hun
werk
in
de
producten
die
ze
maken.
“wij
produceren
pc’s.”
“wij
maken
brilmonturen”.
Deze
beperkte
omschrijvingen
kunnen
leiden
tot
‘marketingbijziendheid’
(marketing
myopia).
Ze
houden
geen
rekening
dat
hun
producten
kunnen
verouderen
(zoals
het
toenemend
gebruik
van
tablets
of
lenzen).
-‐ Om
zich
sneller
aan
te
passen
kiezen
bedrijven
voor
een
ruime
missie.
Omschrijven
in
brede
zin,
gericht
op
behoeften
vd
klant.
-‐ Ook
concurrentieanalyses
kunnen
voordeel
doen
als
bijv
een
hele
productgroep
verouderd
raakt
zoals
cd’s.
-‐ Marktonderzoek
=
basis
van
marketing:
Markt
segmenteren
!
doelgroepen
-‐ Brand
equity
en
merktrouw
om
op
lange
termijn
de
winst
te
behouden.
§1.6
Taak
van
marketing
in
een
bedrijf
Marketing
gaat
verder
dan
alleen
het
beinvloeden
van
de
vraag.
Het
gaat
over
serviceverlening,
klachtenbehandeling,
relatiebeheer,
onderhoud
en
andere
vormen
van
nazorg
en
reputatie
zodat
het
niet
bij
1
aankoop
blijft.
4
3
sv
Julie
van
Leeuwen
H
1,2,3,4,6,9,10
H1:
Wat
is
marketing?
§1.1
De
betekenis
van
marketing
In
grote
lijnen
doen
bedrijven
2
dingen;
ze
maken
producten
en
ze
brengen
ze
op
de
markt.
Met
andere
woorden;
ze
produceren
en
doen
aan
marketing.
-‐ Verschil
tussen
marketing
en
verkoop
=
het
verschil
als
consumenten
wel
kunnen
kiezen
of
niet
kunnen
kiezen.
-‐ Voornaamste
doel
van
marktgerichte
onderneming
=
inspelen
op
wensen
en
behoeften
vd
klant.
-‐ Marketing
=
de
brug
tussen
productie
en
consumptie.
-‐
verkopen:
zien
kwijt
te
raken
wat
je
op
de
plank
heb
liggen
-‐
marketing:
zorgen
dat
je
de
juiste
spullen
op
de
plank
heb
liggen.
Marketing
omvat
de
–op
de
markt
afgestemde-‐
ontwikkeling,
prijsbepaling,
promotie
en
distributie
van
producten,
diensten
of
ideen
en
alle
andere
activiteiten
die
de
klanten
toegevoegde
waarde
bieden;
deze
leiden
systematisch
tot
een
hogere
omzet
of
andere
gewenste
respons,
een
goede
reputatie
van
de
organisatie
en
een
duurzame
relatie
met
de
klanten,
waarbij
alle
belanghebbenden
hun
doelstellingen
bereiken.
Marketingmix:
4
P’s:
doeltreffend
marketingbeleid
van
4
instrumenten
om
de
markt
te
bewerken.
1. Product
2. Prijs
3. Plaats
(distributie)
4. Promotie
Doelgroep:
deel
vd
markt
waarop
de
organisatie
zich
richt
en
dat
tot
klant
wil
maken.
Ruiltransactie:
iets
uit
wisselen
om
zo
op
elkaars
behoeften
in
te
spelen
en
waar
gebruik
wordt
gemaakt
van
ruilobjecten.
De
ruil
is
waardescheppend
als
beide
partijen
iets
van
waarde
opgeven
en
er
door
de
transactie
op
vooruit
gaan.
Zie
fig
1.2
§1.2
Commerciele
economie
of
marketing?
Commerciele
economie
is
een
gedeelte
van
het
vak
economie
wat
gaat
over
de
beslissingen
over
inkoop
en
verkoop.
Marketing
gaat
meer
over
de
verkoopzijde
vh
ondernemen.
Verkoop-‐,
distributie-‐,
prijsbeslissignen
horen
weer
bij
het
marketingbeleid.
Om
de
relatie
te
zien
tussen
commerciele
economie
en
marketing
moet
je
eerst
het
verband
weten
tussen
;
1. algemene
economie
-‐
leer
van
keuzehandelingen
-‐
macro-‐economie:
gedrag
wordt
geanalyseerd
-‐
micro-‐economische:
economisch
handelen
van
individuele
huishoudingen
2. bedrijfseconomie
-‐
bedrijfshuishouding
en
onderlinge
samenhang
3. commerciele
economie
-‐
verklaring
voor
het
handelen
vd
consument
die
bedrijven
in
staat
stelt
producten
optimaal
af
te
stemmen
op
de
klant
1
,Bijdragen
van
psychologie
zorgt
voor
inzicht
in
het
gedrag
vd
individuele
mens.
Door
Sociologie
de
mens
in
groepsverband.
Statistiek
en
wiskunde
met
modellen
en
technieken
om
toe
te
passen
in
marktonderozek.
§1.3
Niveaus
van
marketingsystemen
Oorsprong
van
marketing
is
in
de
periode
van
ruilhandel
/
bartering:
rechtstreekse
ruil.
Bij
macromarketing
kijk
je
naar
marketing
als
een
proces
dat
goed
moet
functioneren
om
de
economische
doelstellingen
van
de
maatschappij
te
halen.
je
kijkt
naar
de
systemen
die
de
samenleving
heeft
opgebouwd
om
ruilprocessen
te
doen.
Mesomarketing:
gezamenlijke
marketingactiviteiten
van
bedrijfen
die
actief
zijn
op
dezelfde
markt.
Je
kunt
het
het
best
analyseren
in
de
bedrijfskolom.
Neem
als
voorbeeld
een
reclame
voor
melk,
dat
wordt
gefinancierd
door
organisaties
–van
verschillende
niveaus
in
de
bedrijfskolom-‐
die
horen
tot
1
brancheorganisatie.
Het
betrekt
zich
dus
alleen
tot
een
bepaalde
sector
in
de
samenleving.
Bij
Micromarketing
staat
het
individuele
bedrijf
centraal.
Problemen
worden
geanalyseerd
vanuit
optiek
van
de
manager.
-‐ Marketingmanagement:
omvat
analyse,
planning,
implementatie
en
evaluatie
van
alle
activiteiten
die
erop
gericht
zijn
de
klant
in
zn
behoeften
te
voorzien.
§1.4
Ontwikkeling
van
marketinggedachte
De
meeste
bedrijfstakken
hebben
sinds
de
industriele
revolutie
verschillende
fasen
doorlopen.
Fig
1.4.
De
pioniers
in
dit
proces
waren
de
fabrikanten
van
consumentenproducten.
Niet
meer
het
product
als
uitgangspunt
nemen,
maar
denken
in
markten
en
mensen.
!
managementfilosofien:
1. Productie-‐
en
productgerichte
bedrijven
-‐
Concentreert
zichh
op
het
creeeren
van
een
zo
efficint
mogelijk
productieproces
-‐
productieconcept
was
in
begin
jaren
20
meest
voorkomende
filosofie
-‐
Na
WOII
productconcept
als
benadering:
kwaliteitsverbetering
was
voornaamste
doel
-‐
verkopersmarkt:
aanbieders
hadden
het
voor
het
zeggen
‘goed
product
verkoopt
zichzelf’
2. Verkoopgerichte
bedrijven
-‐
Kopersmarkt
ontstond
door
gestegen
welvaart
na
WOII
-‐
Kopers
hadden
het
voor
het
zeggen
want
aanbod
was
groter
dan
vraag
!
strijd
om
consument
!
agressieve
verkooptechnieken
-‐
Verkoopconcept
was
nog
niet
ontwikkelt;
technische
kennis
en
ervaring
bepaalde
wat
er
werd
geproduceerd.
3. Marketinggerichte
bedrijven
-‐
gestegen
koopkracht
&
toegenomen
conccurentie
!
aanpassen
op
behoeften
van
kopers.
-‐
niet
meer
met
onverkoopbare
voorraad
door
klantgericht
te
denken
!
marketingconcept.
Vergelijking
van
product-‐
en
marketinggerichte
benadering;
Productgerichtheid:
Financiering/
organisatie
vormgeven
!
product
maken
–
verkoop
van
het
product
(meer
winst
door
nadruk
op
omzetverhoging)
Marktgerichtheid:
Behoeften
van
kopers
vaststellen
!
financiering/organisatie
vormgeven
!
product
maken
!
marketing
vh
product
(meer
winst
dankzij
tevreden
klanten)
!
relatiemarketing
!
feedback
!
2
,
Orientatie
vd
What
business
Op
wie
richten
Wat
is
ons
Hoe
proberen
organisatie
are
we
in?
we
ons?
PRIMAIRE
we
ons
doel
te
doel?
bereiken?
Verkoop-‐
Intern,
op
de
Het
verkopen
Op
iedereen
Winst
door
zo
Door
intensieve
gericht
problemen
van
vd
producten
veel
mogelijk
te
promotie
en
het
bedrijf
die
we
maken
verkopen
verkoop-‐
inspanningen
Marketing-‐ Extern,
op
de
Inspelen
op
de
Op
bepaalde
Winst
door
de
gericht
wensen
en
behoeften
vd
groepen
klanten
behoeften
van
markt
door
afnemers
tevreden
te
de
klant
meerwaarde
te
stellen
en
bieden
relaties
met
hen
op
te
bouwen
Maatschappelijk
marketing
concept
(societal
marketing
concept):
productie
en
marketing
van
bepaalde
producten
kunne
nop
lange
termijn
schadelijke
gevolgen
hebben
voor
de
hele
maatschappij
(zoals
ontbossing).
Men
moet
zoveel
mogelijk
voorkomen
dat
de
belangen
van
kopers
EN
niet-‐kopers
worden
geschaad.
-‐ Omdat
veel
mensen
zich
zorgen
maken
om
de
negatieve
neveneffecten
van
marketing
is
de
belangstelling
van
voor
macromarketing
weer
toegenomen
in
maatschappelijk
verantwoord
ondernemen.
Het
staat
voor
het
welzijn
van
de
mens
op
lange
termijn.
Bedrijven
letten
op
mens
en
milieu
zonder
dat
dat
wettelijk
verplicht
is
-‐ Zie
fig
1.7
Een
nieuwe
ontwikkeling
is
relatiemarketing.
Bedrijven
gaan
een
stap
verder
in
klantgerichtheid
door
bewust
een
goede
relatie
op
te
bouwen.
-‐ Accent
ligt
op
opbouwen
van
langetermijnrelaties
-‐ Ook
steeds
meer
strategische
allianties
(en
andere
samenwerkingsvormen)
op
de
markt
Verschillen
tussen
transactiemarketing
en
relatiemarketing
Transactiemarketing
Relatiemarketing
1.
nadruk
vinden
nieuwe
kopers
1.
Nadruk
op
behouden
&
werven
van
nieuwe
2.
kortetermijnorientatie
2.
langetermijnorientatie
3.
Hoofdzaklijk
eenmalig
verkooptransacties
3.
gericht
op
herhalingsaankopen
en
duurzame
relaties
4.
oppervlakkige
relatie
met
klanten
4.
grote
mate
van
betrokkenheid
5.
succes
is
hoge
omzet
5.
succes
is
herhalingsaankopen,
mond-‐tot-‐
mondreclame
6.
kwaliteit
is
voor
productieafdeling
6.
kwaliteit
is
voor
iedere
medewerker
7.
serviceniveau
niet
uitzonderlijk
hoog
7.
maximale
service
en
nazorg
3
,
§1.5
Het
marketingconcept
Marketingconcept
=
een
ondernemingsfilosofie.
Een
mindset
vd
manager
die
de
wensen
vd
klant
centraal
stelt
• fig
1.8
De
klant
is
koning.
Als
het
doel
is
zoveel
mogelijk
winst,
dan
is
dit
op
lange
termijn
nadelig.
Klantgerichtheid
moet
centraal
staan
bij
besluitvorming.
Marketinggerichte
bedrijven
bieden
klantenservice
dat
in
grote
lijnen
omvat;
• anticiperen
op
behoeften
• info
geven
over
product
• gemakkelijk
maken
het
product
te
gebruiken
• onderzoeken
of
ze
tevreden
zijn
• contacten
onderhouden
• klachten
oplossen
Tevreden
klanten
!
grotere
klantentrouw
&
positieve
mond-‐mondreclame!
meer
herhalingsaankopen
&
meer
nieuwe
klanten
Onderscheid
tussen
product-‐
en
marketinggerichte
werwkijze
ligt
vooral
hoe
de
activiteiten
worden
geintegreerd
in
het
beleid.
-‐ Productgericht:
Ivoren
toren-‐organisatie
–
hokjesdenken,
top
down
-‐ Klantgericht:
coordinatie,
externe
orientatie,
bottom
up
-‐ Fig
1.10
Ondernemingen
die
markettingconcept
NIET
toepassen
omschrijven
hun
werk
in
de
producten
die
ze
maken.
“wij
produceren
pc’s.”
“wij
maken
brilmonturen”.
Deze
beperkte
omschrijvingen
kunnen
leiden
tot
‘marketingbijziendheid’
(marketing
myopia).
Ze
houden
geen
rekening
dat
hun
producten
kunnen
verouderen
(zoals
het
toenemend
gebruik
van
tablets
of
lenzen).
-‐ Om
zich
sneller
aan
te
passen
kiezen
bedrijven
voor
een
ruime
missie.
Omschrijven
in
brede
zin,
gericht
op
behoeften
vd
klant.
-‐ Ook
concurrentieanalyses
kunnen
voordeel
doen
als
bijv
een
hele
productgroep
verouderd
raakt
zoals
cd’s.
-‐ Marktonderzoek
=
basis
van
marketing:
Markt
segmenteren
!
doelgroepen
-‐ Brand
equity
en
merktrouw
om
op
lange
termijn
de
winst
te
behouden.
§1.6
Taak
van
marketing
in
een
bedrijf
Marketing
gaat
verder
dan
alleen
het
beinvloeden
van
de
vraag.
Het
gaat
over
serviceverlening,
klachtenbehandeling,
relatiebeheer,
onderhoud
en
andere
vormen
van
nazorg
en
reputatie
zodat
het
niet
bij
1
aankoop
blijft.
4