culturele dimensies van opvoeding en
ontwikkeling
7.1, inleiding
Cultuur wordt gevormd door gedragingen, kennis en houdingen die van generatie op generatie
over wordt gedragen en groepen van elkaar onderscheidt. De culturele context waarin een kind
opgroeit wordt de ontwikkelingsniche genoemd.
Autonome culturen=individualistische culturen
Relatiegerichte culturen=collectieve culturen
In individualistische culturen zijn individuele prestaties belangrijk. In collectieve culturen wordt
de groep als belangrijker beschouwd en is fysiek contact gewild (jonge kinderen worden
gedragen en slapen bij hun ouders in bed). Een mengeling van beide wordt beschreven in het
autonome-relatiegerichte model, vaak ontstaan als er mensen met een oorspronkelijk collectieve
cultuur gaan wonen binnen een individualistische cultuur.
7.2, historische achtergronden
Margaret Mead was een van de eerste die onderzoek deed naar niet-westerse culturen in
pedagogische context. Haar conclusies en methodes zijn discutabel, maar ze vormde wel een
inspiratiebron. In de jaren ’60 ontstond de six cultures study, waarin 6 landen van over de hele
wereld met elkaar werden vergeleken. Verder wordt er ook steeds meer onder gedaan naar
etnische minderheden binnen een samenleving.
Ook Mary Ainsworth met haar studie in Oeganda vormde een uitzondering.
Veel studies worden door antropologen verricht, maar sinds de jaren ’90 ook steeds vaker door
pedagogen en psychologen.
7.3, empirisch onderzoek
Cultuur wordt gedefinieerd als eigenschappen die mensen van elkaar onderscheiden, maar toch
hebben we een gezamenlijke evolutionaire achtergrond die universele patronen met zich heeft
meegebracht. Baby’s hebben veel zorg nodig en moeten veiligheid van een volwassene krijgen.
Ook de gehechtheidstheorie is universeel. Het is een belangrijke overlevingsstrategie van
kinderen, onafhankelijk van de cultuur. Bovendien zien moeders over de hele wereld dit als
ideaal. Echter zijn er wel aspecten van gehechtheid die wellicht minder universeel zijn.
Sommigen zeggen dat sensitiviteit individualistisch is, omdat het gericht is op de behoefte van
een individu en niet op het welzijn van de groep. Toch is te zien dat ook sensitiviteit universeel
als belangrijk wordt gezien. De uitingsvormen, zowel bij het kind als bij de opvoeder, kunnen wel
veranderen per cultuur.
Een ander universeel aspect is dat alle kinderen regels moeten leren. De inhoud en manier van
aanleren verschilt wel per cultuur. In collectieve culturen wordt er vaak gebruik gemaakt van
autoritaire opvoedingsstijlen. Kinderen mogen ouders niet tegenspreken, het niet volgen van de