College 1 inleiding ; sekse, gender en seksualiteit.
Verschillen in toegang tot health care:
Sekse specifieke problematiek
Jongens :
- 8/9 maal zo vaak ADHD, vaker utism, ¾ maal zo vaak cluster ¾
- Alcoholisme/drugs-/gokverslaving
- Agressie/vermijdingsgedrag, isolement, dader worden
Meiden :
- 2 a 3 keer zo vaak depressief (zie bijv. Hyde et al 2008), vaker fobieën en angstaanvallen
(zie bijv. Nijhof/Engels 2015)
- Vaker automutilatie, eetstoornissen, vaker dissociatie
- Onzekerheid, schuldgevoel, lage zelfwaardering
Homoseksuele jongens/meiden :
- Vaker depressief, vaker suicide(pogingen)
- Vaker eetstoornissen, verslavingsgedrag
Etniciteit-specifieke problemen
- Allochtonen (en mensen met lagere SES) vaker dan autochtonen gediagnosticeerd met psychische
problemen (internaliserend, externaliserend, psychotische symptomen)
- Zie o.a. Ince en van den Berg:, tienermoederschap (Surinaams/Antilliaanse meiden), negatiever
over opvoeding, verwaarlozing, onderwijsprestaties/arbeidsmarkt, taalachterstand,
psychosociale problemen, criminaliteit. Minder middelengebruik
- Depressie en angststoornissen (Wit et al 2008): vooral groter risico bij Turkse vrouwen en
Marokkaanse mannen, verschil hield stand ook als educatie/inkomens verschillen waren
meegenomen. Deels te verklaren door migratiegeschiedenis, selectieve migratie en migranten
status
Verklaringen verschillen in voorkomen en soorten problematieken
- Verschillen in oorzaken (biologie, opvoeding, omstandigheden, verwachtingen van anderen,
discriminatie, ...): ‘objective need’ – ‘presence of a disorder’ (Fassaert et al)
- Verschillen in toegang/aansluiting: tot opleiding (zie colleges Judith en Joep), hulpverlening,
maar ook in aansluiting met preventiemaatregelen, diagnostiek, soorten interventies,
hulpverleners (zie o.a. Fassaert); en verschillen in percepties van mensen zelf, coping,
hulpzoekgedrag: ‘perceived need’ (Fassaert et al)
Welke diversiteiten?? Wat bedoelen we met ‘sekseverschillen’?
Wie ben je?
- Sekse (geslacht)
- Hoe je overkomt (gender rol)
- Uiterlijke kenmerken: kleding/haar, lichaamstaal
- Persoonlijkheid, voorkeuren, gedrag
- Wat je je voelt (gender identiteit)
- Tot wie je je aangetrokken voelt (seksuele voorkeur)
Definities GIS:
- GIS of genderdysforie: gevoel ongelukkig te zijn met eigen geslacht . 20% wordt daadwerkelijk
transseksueel in de volwassenheid.
- Disorders of Sex Development: aangeboren afwijkingen van de sekse-norm (chromosomen,
hormonen/geslachtsklieren (gonads), anatomisch)
- Gendergevarieerd gedrag: gedrag niet typisch voor eigen geslacht
Terminologie
- Sekse: geslacht, man/vrouw
- Gender: culturele, psychologische en sociale constructies van mannelijkheid/vrouwelijkheid
,Verklaringen voor verschillen:
- Nature: mannen en vrouwen zijn nu eenmaal verschillend (sportprestaties, opvoeden als reactie
op het kind); evolutie/biologie
- Nurture: “Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt” (Beauvoir) (opvoeden tot
zelfstandigheid en taalbeheersing)
Waarom dit debat?
Determinisme versus veranderbaarheid: de invloed van opvoeding, onderwijs en omgeving.
Maar:Is cultuur wel te veranderen? Is natuur wel onveranderbaar?
Samenhang sekse en gender
- Geen vanzelfsprekende overeenkomst geslachtsdelen, hormonen, chromosomen, hersenen,
gender identiteit en gedrag
- Evolutie (zie o.a. seksuele revolutie)
o Seksuele revolutie is een voorbeeld van evolutionaire genderrollen die door de
samenleving zijn veranderd.
o Seksuele revolutie sinds de pil: behoeftes en wensen van vrouwen op seksueel gebied zijn
sterk veranderd. Wel steeds verschillen tussen man en vrouw0 culturele normen. 1
technische verandering die in zon korte tijd zon grote verandering veroorzaakt.
- Hormonen (zie o.a. Rhesus aapjes onderzoek)
o Hormonen verklaring voor verschillen tussen man en vrouw. Positie /dingen die van je
gevraagd worden hebben ook weer invloed op je hormomen. Interactie tussen wat je van
binnen hebt en het soort gedrag of dingen die van je worden gevraagd.
- Specialisatie theorie (zie o.a. hersenonderzoek)
o Specialisatie theorie: loos it or loos it. Wat je wel gebruikt word beter wat je niet gebruikt
sterft af. Verklaring tussen verschil mannen en vrouwen. Hersenen veranderen ook weer
door interactie.
- Kleding (en effecten)
o Kleding heeft invloed doordat je al bijvoorbeeld sommige dingen niet kunt doen (hoge
hakken en zware dingen tillen) mensen kijken anders naar je (cultuur) .
- ‘Sekse’ wordt mede gevormd door gender en seksualiteit
Sociale/culturele context van sekse?
- We leven in een cultuur waarin sekse als dichotome variabele wordt gezien
- En waarin aan sekse belangrijke verschillen worden toegeschreven, met bijbehorende
verwachtingen – en represailles als die gebroken worden
- Die verschillen gaan gepaard met ongelijkheden: welk gedrag wordt beloond op school en in de
samenleving? Welke gender-specifieke waarden worden beloond? Naar welk soort gedrag en
problematieken wordt onderzoek gedaan, zijn diagnostische instrumenten en medicatie op
ingesteld, wordt hulpverlening voor ingezet?
‘Sekse specifieke’ problemen??
- Wat is sekse?
- Soms (meer) problemen als sekse, genderidentiteit, gedrag en seksuele voorkeur niet allemaal in
dezelfde richting wijzen
- Sekse-specifieke problemen kunnen deels biologisch verklaard worden, maar hebben ook veel te
maken met maatschappelijke verwachtingen: interactie nature/nurture
Definitie heteronormativiteit
- Hetero-gender: dominantie van de heteroseksuele constructie van mannelijke en vrouwelijke
genderidentiteiten als verschillend (en complementair) aan elkaar
- Heteronormativity: normalizing man/woman as ‘naturally’ attractive to each other as a result of
their oppositional and complementary gender, norms of heterosexual attractiveness and
normative division of tasks.
,Het normaliseren van man/vrouw als ‘natuurlijk tot elkaar aangetrokken, met eigenschappen die
complementair en oppositioneel zijn
Norm is dat je hetero bent. Heeft te maken dat mannen en vrouwen tot elkaar worden aangetrokken op
een natuurlijke manier. Omdat ze verschillend zijn en complementair. Voordelen : handiger functioneren
als familiesysteem. Je komt niet in competitie.
Hetoroseksualiteit is onderliggend aan verschillen in genderrols.
‘Wie koopt de lakens, wie wast ze en wat gebeurt er tussen?’
Private – public verschil . koken thuis – koken professioneel.
(homo)seksualiteit
Monique Wittig, 1980:‘It would be incorrect to say that lesbians associate, make love, live with other
women, for ‘woman’ has meaning only in heterosexual systems of thought and heterosexual economic
systems. Lesbians are not women’.
Homoseksualiteit in andere culturen? Identiteiten, handelingen
Gender en seksualiteit op school
- ‘Negotiating and building an identity in childhood and adolescence includes a sexual identity, in
which the desire or need to attract, please, spend time with, invest in a sexual relationship with a
male or another female is intertwined with learning’ (Stepulevage, p. 336)
- ‘Research shows that this interconnectedness between gender and sexuality is lived out in schools
(Mac and Ghaill, 1996).’ (ER: en zie ook artikel Frosh/Phoenix over masculinities en Benjamin
over femininities)
College 2 : Etniciteit, cultuur, geloof en klasse; inleiding lagen analyse
Verschil versus gelijkheid
- Verschillende gevallen verschillend behandelen in de mate waarin zij verschillend zijn.
- Verschil staat niet tegenover gelijkheid maar tegenover overeenkomst en ongelijkheid (Brouns
44-47): verschil is niet ongelijkheid
Kijken naar de verschillen en in hoeverre daar ongelijkheden aan verbonden zijn. Machtsverschillen.
Kenmerken bevolking in Nederland
- Heterogene populatie
- Grote verschillen in etniciteit, culturele achtergronden en migratiegeschiedenis van migranten in
Nederland
- 78% autochtoon, 12% niet-westerse allochtoon, 10% westerse allochtoon
Terminologie
‘60 gastarbeiders, buitenlanders, immigranten
1971 allochtonen
1998 etnische minderheden
2002 medelanders, etnische Nederlanders
Hagenaars met een niet-Nederlandse culturele
2004
achtergrond
2006 bicultureel
2009 nieuwe Nederlander
2010 biculturele burger
2012 vreemdelingen
2013 Marokkaanse Amsterdammer
2015 Turks-Nederlands, van migrantenafkomst
, Wat vinden ze zelf?
- Meerderheid 1e graads ziet zichzelf als allochtoon
- 2e generaties minder. Beiden vooral negatieve associaties.
Allochtoon: Persoon waarvan ten minste één ouder in buitenland is geboren (CBS).
Allochtonen in Nederland zijn van diverse afkomst:
- Landen met vergelijkbare sociaal economische structuur (westerse landen)
- Voormalige koloniën (Indonesië, Molukken, Suriname, Antillen/Aruba)
- landen rond Middellandse Zee, (o.a. Marokko, Turkije, Spanje, ...)
o TurkseNederlanders:soennieten/alevieten;Kurden,Arabieren/Turken/Arameensechriste
nen
o MarokkaanseNederlanders:Berbers/Arabieren
o SurinaamseNederlanders:afrosurinaams/Javanen/ChinezenHindoestanen/Moslims/
Christenen.
- -vluchtelingen en asielgerechtigde personen
Acculturatie context
Redenen om te immigreren
- “vrijwillig” versus gedwongen
- Reactive versus proactive
Verschillen tussen migranten
Migranten (Eldering, 2014, pp. 17-18)
- Nationaliteit
- Geboorteland
- Geboorteland van de ouders
- Zelfidentificatie
Daarnaast:
- Ideologie:
o Religie
o Levensbeschouwing
- Cultuur/mate van acculturatie (zie ook Kamperman et al 2007)
- SES
.Zie Scheppers et al (2005): patient level barriers: demographic, social structure, health
beliefs/attitudes, personal enabling resources, community enabling resources, perceived illness, personal
health practices
Levensbeschouwing/geloof
- Levensbeschouwing: overtuigingen/waarden/normen die zin en richting geven aan het leven
- Religie: specifieke vorm van levensbeschouwing – geloof in het transcendente – er is meer buiten
de empirische werkelijkheid
- Relevantie cultuur, levensbeschouwing en religie (Hoffman):
o Beleving van, uiting geven aan; omgaan met ziekte, beperkingen, problemen
o Dagelijkse praktijken, opvoedingspraktijken
o Hulpzoekgedrag
- Spirituele genezers?
Heel veel van het soort problemen wat wij tegen komen als orthopedagoog hebben te maken met
zingeving en betekenisgeving. Religie is daar een groot onderdeel van.
Ook de dagelijkse praktijk. Wat vind je belangrijk in de opvoeding. En hoe zoek je hulp.
Cultuur
Binnen een samenleving meerdere ‘culturen’
- patroon van menselijke activiteit en de symbolische structuren, die deze activiteit een zekere
betekenis geven.
Verschillen in toegang tot health care:
Sekse specifieke problematiek
Jongens :
- 8/9 maal zo vaak ADHD, vaker utism, ¾ maal zo vaak cluster ¾
- Alcoholisme/drugs-/gokverslaving
- Agressie/vermijdingsgedrag, isolement, dader worden
Meiden :
- 2 a 3 keer zo vaak depressief (zie bijv. Hyde et al 2008), vaker fobieën en angstaanvallen
(zie bijv. Nijhof/Engels 2015)
- Vaker automutilatie, eetstoornissen, vaker dissociatie
- Onzekerheid, schuldgevoel, lage zelfwaardering
Homoseksuele jongens/meiden :
- Vaker depressief, vaker suicide(pogingen)
- Vaker eetstoornissen, verslavingsgedrag
Etniciteit-specifieke problemen
- Allochtonen (en mensen met lagere SES) vaker dan autochtonen gediagnosticeerd met psychische
problemen (internaliserend, externaliserend, psychotische symptomen)
- Zie o.a. Ince en van den Berg:, tienermoederschap (Surinaams/Antilliaanse meiden), negatiever
over opvoeding, verwaarlozing, onderwijsprestaties/arbeidsmarkt, taalachterstand,
psychosociale problemen, criminaliteit. Minder middelengebruik
- Depressie en angststoornissen (Wit et al 2008): vooral groter risico bij Turkse vrouwen en
Marokkaanse mannen, verschil hield stand ook als educatie/inkomens verschillen waren
meegenomen. Deels te verklaren door migratiegeschiedenis, selectieve migratie en migranten
status
Verklaringen verschillen in voorkomen en soorten problematieken
- Verschillen in oorzaken (biologie, opvoeding, omstandigheden, verwachtingen van anderen,
discriminatie, ...): ‘objective need’ – ‘presence of a disorder’ (Fassaert et al)
- Verschillen in toegang/aansluiting: tot opleiding (zie colleges Judith en Joep), hulpverlening,
maar ook in aansluiting met preventiemaatregelen, diagnostiek, soorten interventies,
hulpverleners (zie o.a. Fassaert); en verschillen in percepties van mensen zelf, coping,
hulpzoekgedrag: ‘perceived need’ (Fassaert et al)
Welke diversiteiten?? Wat bedoelen we met ‘sekseverschillen’?
Wie ben je?
- Sekse (geslacht)
- Hoe je overkomt (gender rol)
- Uiterlijke kenmerken: kleding/haar, lichaamstaal
- Persoonlijkheid, voorkeuren, gedrag
- Wat je je voelt (gender identiteit)
- Tot wie je je aangetrokken voelt (seksuele voorkeur)
Definities GIS:
- GIS of genderdysforie: gevoel ongelukkig te zijn met eigen geslacht . 20% wordt daadwerkelijk
transseksueel in de volwassenheid.
- Disorders of Sex Development: aangeboren afwijkingen van de sekse-norm (chromosomen,
hormonen/geslachtsklieren (gonads), anatomisch)
- Gendergevarieerd gedrag: gedrag niet typisch voor eigen geslacht
Terminologie
- Sekse: geslacht, man/vrouw
- Gender: culturele, psychologische en sociale constructies van mannelijkheid/vrouwelijkheid
,Verklaringen voor verschillen:
- Nature: mannen en vrouwen zijn nu eenmaal verschillend (sportprestaties, opvoeden als reactie
op het kind); evolutie/biologie
- Nurture: “Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt” (Beauvoir) (opvoeden tot
zelfstandigheid en taalbeheersing)
Waarom dit debat?
Determinisme versus veranderbaarheid: de invloed van opvoeding, onderwijs en omgeving.
Maar:Is cultuur wel te veranderen? Is natuur wel onveranderbaar?
Samenhang sekse en gender
- Geen vanzelfsprekende overeenkomst geslachtsdelen, hormonen, chromosomen, hersenen,
gender identiteit en gedrag
- Evolutie (zie o.a. seksuele revolutie)
o Seksuele revolutie is een voorbeeld van evolutionaire genderrollen die door de
samenleving zijn veranderd.
o Seksuele revolutie sinds de pil: behoeftes en wensen van vrouwen op seksueel gebied zijn
sterk veranderd. Wel steeds verschillen tussen man en vrouw0 culturele normen. 1
technische verandering die in zon korte tijd zon grote verandering veroorzaakt.
- Hormonen (zie o.a. Rhesus aapjes onderzoek)
o Hormonen verklaring voor verschillen tussen man en vrouw. Positie /dingen die van je
gevraagd worden hebben ook weer invloed op je hormomen. Interactie tussen wat je van
binnen hebt en het soort gedrag of dingen die van je worden gevraagd.
- Specialisatie theorie (zie o.a. hersenonderzoek)
o Specialisatie theorie: loos it or loos it. Wat je wel gebruikt word beter wat je niet gebruikt
sterft af. Verklaring tussen verschil mannen en vrouwen. Hersenen veranderen ook weer
door interactie.
- Kleding (en effecten)
o Kleding heeft invloed doordat je al bijvoorbeeld sommige dingen niet kunt doen (hoge
hakken en zware dingen tillen) mensen kijken anders naar je (cultuur) .
- ‘Sekse’ wordt mede gevormd door gender en seksualiteit
Sociale/culturele context van sekse?
- We leven in een cultuur waarin sekse als dichotome variabele wordt gezien
- En waarin aan sekse belangrijke verschillen worden toegeschreven, met bijbehorende
verwachtingen – en represailles als die gebroken worden
- Die verschillen gaan gepaard met ongelijkheden: welk gedrag wordt beloond op school en in de
samenleving? Welke gender-specifieke waarden worden beloond? Naar welk soort gedrag en
problematieken wordt onderzoek gedaan, zijn diagnostische instrumenten en medicatie op
ingesteld, wordt hulpverlening voor ingezet?
‘Sekse specifieke’ problemen??
- Wat is sekse?
- Soms (meer) problemen als sekse, genderidentiteit, gedrag en seksuele voorkeur niet allemaal in
dezelfde richting wijzen
- Sekse-specifieke problemen kunnen deels biologisch verklaard worden, maar hebben ook veel te
maken met maatschappelijke verwachtingen: interactie nature/nurture
Definitie heteronormativiteit
- Hetero-gender: dominantie van de heteroseksuele constructie van mannelijke en vrouwelijke
genderidentiteiten als verschillend (en complementair) aan elkaar
- Heteronormativity: normalizing man/woman as ‘naturally’ attractive to each other as a result of
their oppositional and complementary gender, norms of heterosexual attractiveness and
normative division of tasks.
,Het normaliseren van man/vrouw als ‘natuurlijk tot elkaar aangetrokken, met eigenschappen die
complementair en oppositioneel zijn
Norm is dat je hetero bent. Heeft te maken dat mannen en vrouwen tot elkaar worden aangetrokken op
een natuurlijke manier. Omdat ze verschillend zijn en complementair. Voordelen : handiger functioneren
als familiesysteem. Je komt niet in competitie.
Hetoroseksualiteit is onderliggend aan verschillen in genderrols.
‘Wie koopt de lakens, wie wast ze en wat gebeurt er tussen?’
Private – public verschil . koken thuis – koken professioneel.
(homo)seksualiteit
Monique Wittig, 1980:‘It would be incorrect to say that lesbians associate, make love, live with other
women, for ‘woman’ has meaning only in heterosexual systems of thought and heterosexual economic
systems. Lesbians are not women’.
Homoseksualiteit in andere culturen? Identiteiten, handelingen
Gender en seksualiteit op school
- ‘Negotiating and building an identity in childhood and adolescence includes a sexual identity, in
which the desire or need to attract, please, spend time with, invest in a sexual relationship with a
male or another female is intertwined with learning’ (Stepulevage, p. 336)
- ‘Research shows that this interconnectedness between gender and sexuality is lived out in schools
(Mac and Ghaill, 1996).’ (ER: en zie ook artikel Frosh/Phoenix over masculinities en Benjamin
over femininities)
College 2 : Etniciteit, cultuur, geloof en klasse; inleiding lagen analyse
Verschil versus gelijkheid
- Verschillende gevallen verschillend behandelen in de mate waarin zij verschillend zijn.
- Verschil staat niet tegenover gelijkheid maar tegenover overeenkomst en ongelijkheid (Brouns
44-47): verschil is niet ongelijkheid
Kijken naar de verschillen en in hoeverre daar ongelijkheden aan verbonden zijn. Machtsverschillen.
Kenmerken bevolking in Nederland
- Heterogene populatie
- Grote verschillen in etniciteit, culturele achtergronden en migratiegeschiedenis van migranten in
Nederland
- 78% autochtoon, 12% niet-westerse allochtoon, 10% westerse allochtoon
Terminologie
‘60 gastarbeiders, buitenlanders, immigranten
1971 allochtonen
1998 etnische minderheden
2002 medelanders, etnische Nederlanders
Hagenaars met een niet-Nederlandse culturele
2004
achtergrond
2006 bicultureel
2009 nieuwe Nederlander
2010 biculturele burger
2012 vreemdelingen
2013 Marokkaanse Amsterdammer
2015 Turks-Nederlands, van migrantenafkomst
, Wat vinden ze zelf?
- Meerderheid 1e graads ziet zichzelf als allochtoon
- 2e generaties minder. Beiden vooral negatieve associaties.
Allochtoon: Persoon waarvan ten minste één ouder in buitenland is geboren (CBS).
Allochtonen in Nederland zijn van diverse afkomst:
- Landen met vergelijkbare sociaal economische structuur (westerse landen)
- Voormalige koloniën (Indonesië, Molukken, Suriname, Antillen/Aruba)
- landen rond Middellandse Zee, (o.a. Marokko, Turkije, Spanje, ...)
o TurkseNederlanders:soennieten/alevieten;Kurden,Arabieren/Turken/Arameensechriste
nen
o MarokkaanseNederlanders:Berbers/Arabieren
o SurinaamseNederlanders:afrosurinaams/Javanen/ChinezenHindoestanen/Moslims/
Christenen.
- -vluchtelingen en asielgerechtigde personen
Acculturatie context
Redenen om te immigreren
- “vrijwillig” versus gedwongen
- Reactive versus proactive
Verschillen tussen migranten
Migranten (Eldering, 2014, pp. 17-18)
- Nationaliteit
- Geboorteland
- Geboorteland van de ouders
- Zelfidentificatie
Daarnaast:
- Ideologie:
o Religie
o Levensbeschouwing
- Cultuur/mate van acculturatie (zie ook Kamperman et al 2007)
- SES
.Zie Scheppers et al (2005): patient level barriers: demographic, social structure, health
beliefs/attitudes, personal enabling resources, community enabling resources, perceived illness, personal
health practices
Levensbeschouwing/geloof
- Levensbeschouwing: overtuigingen/waarden/normen die zin en richting geven aan het leven
- Religie: specifieke vorm van levensbeschouwing – geloof in het transcendente – er is meer buiten
de empirische werkelijkheid
- Relevantie cultuur, levensbeschouwing en religie (Hoffman):
o Beleving van, uiting geven aan; omgaan met ziekte, beperkingen, problemen
o Dagelijkse praktijken, opvoedingspraktijken
o Hulpzoekgedrag
- Spirituele genezers?
Heel veel van het soort problemen wat wij tegen komen als orthopedagoog hebben te maken met
zingeving en betekenisgeving. Religie is daar een groot onderdeel van.
Ook de dagelijkse praktijk. Wat vind je belangrijk in de opvoeding. En hoe zoek je hulp.
Cultuur
Binnen een samenleving meerdere ‘culturen’
- patroon van menselijke activiteit en de symbolische structuren, die deze activiteit een zekere
betekenis geven.