100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Major 3 management accounting & control

Beoordeling
4,4
(7)
Verkocht
32
Pagina's
42
Geüpload op
02-01-2018
Geschreven in
2017/2018

Deze NEDERLANDSE samenvatting is geschreven aan de hand van het boek Management and cost accounting van o.a. Alnoor Bhimani en Charles T. Horngren (sixth edition). In deze samenvatting van 41 pagina's zijn alle belangrijke begrippen rood gedrukt, eventuele formules zijn roodgedrukt en ook zijn er hier en daar voorbeelden te vinden. De samenvatting is in het Nederlands vertaalt, maar overal staan wel de Engelse begrippen bij aangezien deze vaak gevraagd worden bij het tentamen. Deze samenvatting bevat de volgende hoofdstukken: Chapter 2: An introduction to cost terms and purposes Chapter 7: Income effects of alternative stock-costing methods Chapter 8: Cost-volume-profit relationships Chapter 9: Determining how costs behave Chapter 14: Motivation, budgets and responsibility accounting Chapter 15: Flexible budgets, variances and management control: part I Chapter 16: Flexible budgets, variances and management control: part II

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H2, h7, h8, h9, h14, h15, h16
Geüpload op
2 januari 2018
Bestand laatst geupdate op
11 januari 2018
Aantal pagina's
42
Geschreven in
2017/2018
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Major 3 – Management accounting & control

Chapter 2 : An introduction to cost terms and purposes
Accountants definiëren normaal gesproken kosten (costs) als een opoffering van middelen om een specifiek
doel te bereiken.
Managers willen vaak weten hoeveel een bepaald object (een nieuw product, machine, etc) kost, om aan de
hand daarvan hun beslissingen te maken. Dit wordt een cost object genoemd, oftewel alles waar een aparte
meting van de kosten gewenst is.

Cost accumulation and cost assignment
Het kosten systeem kent twee fases:
- De kosten bouwen zich in de loop van de tijd op door normale toewijzing van materialen, mankracht
en brandstof (cost accumulation)
- De kosten worden toegewezen (cost assignment)

Cost accumulation is de collectie van cost data (kostenposten) georganiseerd krijgen doormiddel van een
accounting system (de boekhouding). Cost assignment is een term die beide stappen van cost accumulation
omvat (1) het herleiden van accumulated costs naar een cost object, en (2) het toewijzen van kosten naar een
cost object.

Direct costs and indirect costs
Kosten die herleid kunnen worden naar een cost object, zijn direct costs. Deze kosten zijn dus gerelateerd aan
een kostenobject, en kunnen makkelijk herleid worden.
Cost tracing is het koppelen van deze directe kosten aan een kostenobject.

Indirect costs zijn kosten die niet specifiek naar een kostenobject zijn te herleiden, deze worden dus
toegewezen (allocated).
Cost allocation is het toewijzen van deze indirect costs aan een kostenobject.

Factors affecting direct/indirect cost classifications
Verschillende factoren kunnen invloed hebben op de classificatie directe of indirecte kosten:
1. De materialiteit van de desbetreffende kosten. Hoe hoger de desbetreffende kostenpost, hoe
waarschijnlijker de economische haalbaarheid om deze kosten toe te wijzen aan een specifiek
kostenobject.
2. De beschikbaarheid van informatietechnologie. Verbetering op dit gebied maken het mogelijk om een
steeds groter percentage van de kosten te classificeren als direct.
3. De indeling van het bedrijf. Hoe een bedrijf is ingedeeld heeft invloed op het classificeren van kosten.
Als er binnen een bedrijf verschillende afdelingen zijn die zich exclusief alleen op een specifiek product
of een specifiek kostenobject richt, is het makkelijker om kosten als direct te classificeren.

Cost drivers and cost management
Een cost driver (ook wel cost generator of cost determinant) is een factor waardoor kosten veranderen. In de
productie zijn de aantallen die geproduceerd worden een cost driver voor de productiekosten.

Bedrijven proberen cost reduction (kosten vermindering) te bereiken door zich ten eerste alleen te richten op
activiteiten, die in de ogen van klanten waarde toevoegen aan de producten of diensten die zij kopen (ook wel
value-added activities genoemd) en ten tweede door de cost drivers efficiënt te gebruiken in deze value-added
activities.




1

,Een cost driver is een bron van kosten die de kosten van een cost object beïnvloedt (op welke manier dan ook).
De cost drivers zijn te verdelen in de business functions:
- Research and development
- Design of products, services and processes
- Production
- Marketing
- Distribution
- Customer service

Cost management: is de combinatie van acties die managers nemen om hun klanten tevreden te stellen terwijl
zij tegelijkertijd de kosten aan het verlagen en beheersen zijn.

Two types of cost behaviour pattern: variable costs and fixes costs
Manager accounting systems leggen de bronnen van de kosten vast en volgen het gebruik hiervan. Deze kosten
volgen twee gedragspatronen: variabel en vast.

Variabele kosten (variable costs) zijn kosten die veranderen naarmate er meer of minder geproduceerd wordt,
ze zijn dus in totaal in verhouding met de toename/afname van het gebruik van de cost driver. De kosten per
eenheid product blijven wel gelijk.

Vaste kosten (fixed costs) zijn kosten die niet veranderen als er meer of minder geproduceerd wordt. Hierbij kun
je bijvoorbeeld denken aan de maandelijkse leaseverplichting bij een machine die geleased wordt.

Vaste kosten gelden alleen voor een relevant range (een bepaalde omvang of periode). Zodra er bijvoorbeeld
meer geproduceerd gaat worden en er dus meer productiemiddelen aangeschaft moeten worden, stijgen de
vaste kosten tot een nieuw vast niveau. Daarom zijn vaste kosten uiteindelijk altijd een soort van variabel.

Directe kosten en indirecte kosten kunnen beiden zowel variabel als vast zijn.

Major assumptions
De definitie van variabele kosten en vaste kosten hebben belangrijke onderliggende aannames:
1. Kosten worden gedefinieerd als variabel of vast met betrekking tot een specifiek kostenobject.
2. De periode (tijdspanne) moet worden gespecificeerd.
3. De totale kosten zijn lineair.
4. Er is maar één kostendrijver. De invloeden van andere mogelijke kostenbepalende factoren op de
totale kosten worden constant gehouden of als onbelangrijk beschouwd.
5. Variaties in het niveau van de kostenbepaler liggen binnen een relevant bereik (relevant range).

Relevant range
De relevant range (relevant bereik) is het bereik waarin de cost driver nog een geldige verbintenis heeft tussen
de kosten en het niveau van activiteit en volume.

Vaste kosten zijn alleen vast bij een gegeven hoogte van de cost driver en bij een gegeven tijdslengte.

Total costs and unit costs
Voor ondernemingen zijn zowel de totale kosten als de kosten per eenheid belangrijk.

De kosten per eenheid (unit cost, maar ook wel average cost genoemd) wordt berekend door de totale kosten
te delen door het aantal eenheden.

totale kosten € 980.000
voorbeeld : = =€ 98 per eenheid
aantal eenheden 10.000




2

,Als er 8.000 stuks zijn verkocht en er zijn er nog 2.000 op voorraad, helpt de unit cost methode om de totale
kosten te bepalen voor de winst-en-verliesrekening en de balans.

Winst-en-verliesrekening 8.000 stuks verkocht x €98 kosten per eenheid product = €784.000
Balans 2.000 stuks op voorraad x €98 kosten per eenheid product = €196.000 +

Totale kosten om 10.000 eenheden te produceren = €980.000


Use unit costs cautiously
Bij het berekenen van een eenheid product (unit cost), blijven de variabele kosten hierin natuurlijk altijd
hetzelfde. Maar naarmate er meer of minder geproduceerd wordt zal het vaste deel van de kosten (fixed costs),
per eenheid product, veranderen. Een toename of afname van het productieaantal leidt dus tot hogere of
lagere kosten per eenheid product.

Ik zal dit uitleggen aan de hand van een voorbeeld:
Boven aan de pagina hebben we gezien dat de totale kosten €980.000 waren voor 10.000 eenheden (per
eenheid product €98).
Als we nou zouden zeggen dat hiervan €600.000 vaste kosten zijn en €380.000 variabele kosten.

Dan zijn de vaste kosten per eenheid product (€600.000/10.000 =): €60
en de variabele kosten per eenheid product (€380.000/10.000=): €38

Als het bedrijf nou zou besluiten om het aantal eenheden te verhogen naar 15.000, zullen de variabele kosten
per product hetzelfde blijven, maar de vaste kosten niet.

Er zijn €600.000 vaste kosten + €570.000 (€38*15.000) variabele kosten = €1.170.000 totale kosten
Als we dit nu weer gaan berekenen naar eenheid product, zul je zien dat de prijs lager is:

Vaste kosten per eenheid product (€600.000/15.000=): €40
Variabele kosten per eenheid product (€570.000/15.000=): €38
De nieuwe kosten per eenheid product is nu €78

Door 5.000 eenheden meer te produceren, is de kostprijs per eenheid product van €98 verlaagd naar €78. De
variabele kosten per eenheid zijn nog steeds €38, maar de vaste kosten zijn van €60 naar €40 gegaan.


Financial statements and cost terminology
Capitalised costs (geactiveerde kosten) worden voor het eerst opgenomen als activa, wanneer ze zijn
aangeschaft. Er wordt aangenomen dat uit deze kosten, opbrengsten zullen voortvloeien voor het bedrijf. Op
deze assets wordt afgeschreven. In de periode dat deze asset waarde toevoegt, neem je dus telkens een
gedeelte van de kosten. Bijvoorbeeld een laptop: als deze aangeschaft is voor €1.000 en hij gaat 4 jaar mee,
wordt deze voor het eerst geactiveerd bij aanschaf voor €1.000 op de balans en elk jaar wordt er (€1.000/4)
€250 afgeschreven.

Revenue costs (omzetkosten) zijn kosten die je terug zal vinden in de winst-en-verliesrekening. Deze kosten
worden geregistreerd als uitgaven die gedaan zijn gedurende het boekjaar. Voorbeelden hiervan zijn salarissen,
reclame- en administratiekosten.


Service-sector companies
Service-sector companies (dienstverlenende bedrijven) leveren alleen maar diensten aan klanten, zij hebben
geen voorraad aan het eind van het boekjaar.




3

, Merchandising- and manufacturing-sector companies
Merchandising-sector companies (handelsbedrijven) leveren tastbare producten aan klanten die zij daarvoor in
dezelfde vorm/staat hebben gekocht van een leverancier. Alle handelsgoederen die gekocht zijn van
leveranciers en die aan het einde van het boekjaar niet zijn verkocht, wordt gehouden als voorraad.

Manufacturing-sector companies (productiebedrijven) leveren tastbare producten aan klanten, in dit geval
worden er grondstoffen ingekocht bij leveranciers die het bedrijf omzet in een eindproduct die zij verkopen. Aan
het einde van het boekjaar hebben deze productiebedrijven nog grondstoffen, producten in bewerking en
eindproducten in voorraad.

Handels- en productiebedrijven verschillen van dienstverlenende bedrijven in het bewaren van voorraden.
Stock-related costs (ook wel inventoriable costs) zijn die kosten die behoren tot de inkoop van goederen voor
doorverkoop (handelsbedrijven) of kosten die behoren tot de inkoop van grondstoffen en het omzetten van
deze grondstoffen tot een eindproduct (productiebedrijven). Deze kosten worden toegerekend aan de periode
waarin deze voorraad is verkocht.
Operating costs zijn alle kosten die geassocieerd kunnen worden met het genereren van opbrengsten, maar die
niet behoren tot de verkochte goederen.

Manufacturing-sector
Een manufacturing sector (productiebedrijf) verschilt van de merchandising sector omdat zij goederen aan de
klant verkopen die omgezet zijn in een andere vorm dan wat door de leveranciers aan hen geleverd is (van
grondstoffen naar eindproduct). Dit resulteert in verschillende soorten voorraad bij een productiebedrijf:

1. Direct materials stock (grondstoffen): materialen die wachten totdat ze gebruikt worden in het
productieproces.
2. Work-in-progress stock (producten in bewerking): de direct materials zijn deels bewerkt maar zijn nog
niet helemaal af, het is nog geen eindproduct.
3. Finished goods stock (eindproduct): dit product is qua productieproces helemaal gereed, maar is nog
niet verkocht.

In dit hoofdstuk is ervan uitgegaan dat alle kosten in de voorraad opgenomen kunnen worden. De term
absorption costing wordt gebruikt om een methode te omschrijven waarin alle productiekosten meegenomen
kunnen worden in de waardering van de voorraad.
Bij variable costing kunnen alleen de variabele productiekosten in de waardering van de voorraad worden
opgenomen, alle vaste productiekosten (fixed manufacturing costs) worden gezien als period costs, dit betekent
dat deze kosten ten laste worden gelegd aan de periode waarin ze zijn gemaakt, in plaats van dat ze in de
voorraadwaardering worden opgenomen.

Er zijn nog specifieke benamingen voor de verschillende productiekosten:
1. Direct material costs: dit zijn de aquisitiekosten voor alle materialen die uiteindelijk gebruikt worden
voor het eindproduct (goederen, inkoopkosten, btw etc).
2. Direct manufacturing labour costs: dit zijn vergoedingen voor alle productiewerkzaamheden die
specifiek geïdentificeerd kunnen worden tot het kostenobject en die gemakkelijk tot het kostenobject
herleid kunnen worden (machinebouwers en productiemedewerkers).
3. Indirect manufacturing costs: zijn alle productiekosten die onderdeel uitmaken van het kostenobject,
maar die niet individueel herleid kunnen worden tot dat kostenobject (stroom, huur, verzekeringen,
salarissen van het management). Deze indirect manufacturing costs worden ook wel manufacturing
overhead costs of factory overhead costs genoemd.

Twee termen die gebruikt worden binnen manufacturing-cost systems zijn prime costs en conversion costs.
Prime costs zijn alle directe productiekosten. Dit bestaat uit de direct materials, direct manufacturing labour en
kan door vergaande informatietechnologie ook uit energiekosten bestaan (als dit exact gemeten kan worden).
Conversion costs zijn alle kosten die geen prime costs zijn. Deze kosten zijn voor het omzetten van directe
materialen in gereed eindproduct.




4
€6,49
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 32 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 7 reviews worden weergegeven
3 jaar geleden

4 jaar geleden

5 jaar geleden

5 jaar geleden

5 jaar geleden

6 jaar geleden

7 jaar geleden

4,4

7 beoordelingen

5
3
4
4
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
jen-kel Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
850
Lid sinds
9 jaar
Aantal volgers
686
Documenten
5
Laatst verkocht
11 maanden geleden

4,1

61 beoordelingen

5
21
4
29
3
8
2
2
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen