Samenvatting start up marketing
Week 1
Kenmerken start up:
1. Chase the vision, not the money. The money will end up following you. Doe iets dat je aan
het hart gaat, dat bij je past, dat je écht wilt oplossen.
2. A problem worth solving
Je startup lost een (nog niet opgelost) klantprobleem op. Een concreet, specifiek
probleem voor een specifieke groep mensen, bij voorkeur uit een niche markt.
3. Understand customer problem
Begrijp het klantprobleem beter dan de klant zelf. Ga op zoek naar de diepe drijfveren,
barrieres, ervaringen en jobs, pains en gains. Alleen als je het probleem met voldoende
diepgang begrijpt kan je een onderscheidende waardeproposite opstellen die precies past bij
de klant.
4. Disruptief
Je startup is een disruptief (ontwrichtend) idee, dat de bestaande markt opschut.
Van red naar blue ocean. Een nieuw idee is dus niet altijd disruptief.
5. Valideren
Valideer je startupidee en later je gewenste business model. Leg het startupidee voor aan
zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep en leg het business model voor aan experts voordat
je het MVP gaat bouwen.
6. Short time to market
Hoe eerder je het MVP van je startup naar de markt kunt brengen, hoe sneller je leert en dus
beter wordt. Juist die feedback van klanten, uit de markt, uit echte ervaringen is
waardevoller dan op papier.
7. M VP (minimum viable product)
Maak dus z.s.m. een MVP van je prototype en ga hiermee de markt op. Let op! Je krijgt maar
één kans om een eerste indruk te maken. Je MVP moet dus wel van bepaald niveau zijn om
de markt niet af te schrikken.
8. Early evangelists
Dit zijn de eerste enthousiastelingen over jouw idee. Deze groep moet je bij je betrekken, ze
zullen je helpen en vertegenwoordigen. Pas op dat je je niet alleen vasthoudt aan deze
groep, dat kan verblinden.
9. Investeren (J-curve)
De J-curve geeft aan dat een startup eerste verliesgevend is. Investeringen moeten dan wel
worden gedaan. Lef moet niet alleen worden getoont in acties maar ook in investeringen.
10. build-measure-learn-cyclus Het is het testen, testen, testen van je MVP (idee)! In het
echt, bij en met klanten. En het is dus falen, falen, falen via de build-measure- learn-cyclus.
11. Herhaalbaar en schaalbaar
Je waardeporpositie moet herhaalbaar en schaalbaar zijn. Een startup is in principe
verliesmakend, pas als er opgeschaald kan worden zal er geld worden verdiend. Deze
potentie moet er zijn.
, Lean Startup Methode
1. Find a problem worth solving. Understand customer problem.
Ga via een push- en pullaanpak op zoek naar het gat in de markt. Vind een klantprobleem
dat de moeite waard is om op te lossen. Zorg dat je alles van dat klantprobleem weet zodat
je een specifiek en uitgenreid customer profile kan maken. Hoe meer je van de klant weet,
hoe beter je waardepropositie gaat zijn.
2. How could we solve the problem? Design Solution
Het klantprobleem in beeld? Tijd om er een waardepropositie (value proposition) tegenover
te zetten. Ontwerp een FIT tussen de waardepropositie en het customer profile, maak er een
Value Map van.
3. Your business model is your product. Design business model
Als je eenmaal weet welke waarde je wilt bieden aan de klant en je daar producten en
diensten voor hebt bedacht is het tijd het business model vorm te gaan geven via het
Business Model Canvas. Alle 9 bouwstenen worden ingevuld.
4. Let’s look at the hard things first. Choose most critical risks
Leg je business model voor aan je doelgroep en aan experts. Wat vinden zij? Schaaf je
business model bij op alle fronten. Hoe meer, hoe beter.
5. Build something that the customer wants. Build minimum viable product to testcritical
risks.
10
Bouw een prototype van je waardepropositie. Bouw een prototype dat een minimum viable
product is. Dus een variant die met minimale specificaties het klantprobleem kan oplossen.
6. Get out of the building. Test with customers. Measure
Breng het prototype naar buiten en ga het testen met mensen uit de doelgroep. Hoe meer je
de build-measure-learn cyclus doorloopt, hoe meer je te weten komt.
7. What did we learn. Analyse feedback. Learn
Na elke test leer op basis van verkregen feedback via verschillende onderzoeksmethoden.
Observeer de klant, ondervraag de klant en test met de klant.
8. Business model viable? Update business model.
- Yes improve: doorloop de buid-measure-learn cyclus nogmaals.
- No pivot: ga terug naar de tekentafel. Herzie één, meerdere of alle
bouwstenen van je business model.
Week 1
Kenmerken start up:
1. Chase the vision, not the money. The money will end up following you. Doe iets dat je aan
het hart gaat, dat bij je past, dat je écht wilt oplossen.
2. A problem worth solving
Je startup lost een (nog niet opgelost) klantprobleem op. Een concreet, specifiek
probleem voor een specifieke groep mensen, bij voorkeur uit een niche markt.
3. Understand customer problem
Begrijp het klantprobleem beter dan de klant zelf. Ga op zoek naar de diepe drijfveren,
barrieres, ervaringen en jobs, pains en gains. Alleen als je het probleem met voldoende
diepgang begrijpt kan je een onderscheidende waardeproposite opstellen die precies past bij
de klant.
4. Disruptief
Je startup is een disruptief (ontwrichtend) idee, dat de bestaande markt opschut.
Van red naar blue ocean. Een nieuw idee is dus niet altijd disruptief.
5. Valideren
Valideer je startupidee en later je gewenste business model. Leg het startupidee voor aan
zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep en leg het business model voor aan experts voordat
je het MVP gaat bouwen.
6. Short time to market
Hoe eerder je het MVP van je startup naar de markt kunt brengen, hoe sneller je leert en dus
beter wordt. Juist die feedback van klanten, uit de markt, uit echte ervaringen is
waardevoller dan op papier.
7. M VP (minimum viable product)
Maak dus z.s.m. een MVP van je prototype en ga hiermee de markt op. Let op! Je krijgt maar
één kans om een eerste indruk te maken. Je MVP moet dus wel van bepaald niveau zijn om
de markt niet af te schrikken.
8. Early evangelists
Dit zijn de eerste enthousiastelingen over jouw idee. Deze groep moet je bij je betrekken, ze
zullen je helpen en vertegenwoordigen. Pas op dat je je niet alleen vasthoudt aan deze
groep, dat kan verblinden.
9. Investeren (J-curve)
De J-curve geeft aan dat een startup eerste verliesgevend is. Investeringen moeten dan wel
worden gedaan. Lef moet niet alleen worden getoont in acties maar ook in investeringen.
10. build-measure-learn-cyclus Het is het testen, testen, testen van je MVP (idee)! In het
echt, bij en met klanten. En het is dus falen, falen, falen via de build-measure- learn-cyclus.
11. Herhaalbaar en schaalbaar
Je waardeporpositie moet herhaalbaar en schaalbaar zijn. Een startup is in principe
verliesmakend, pas als er opgeschaald kan worden zal er geld worden verdiend. Deze
potentie moet er zijn.
, Lean Startup Methode
1. Find a problem worth solving. Understand customer problem.
Ga via een push- en pullaanpak op zoek naar het gat in de markt. Vind een klantprobleem
dat de moeite waard is om op te lossen. Zorg dat je alles van dat klantprobleem weet zodat
je een specifiek en uitgenreid customer profile kan maken. Hoe meer je van de klant weet,
hoe beter je waardepropositie gaat zijn.
2. How could we solve the problem? Design Solution
Het klantprobleem in beeld? Tijd om er een waardepropositie (value proposition) tegenover
te zetten. Ontwerp een FIT tussen de waardepropositie en het customer profile, maak er een
Value Map van.
3. Your business model is your product. Design business model
Als je eenmaal weet welke waarde je wilt bieden aan de klant en je daar producten en
diensten voor hebt bedacht is het tijd het business model vorm te gaan geven via het
Business Model Canvas. Alle 9 bouwstenen worden ingevuld.
4. Let’s look at the hard things first. Choose most critical risks
Leg je business model voor aan je doelgroep en aan experts. Wat vinden zij? Schaaf je
business model bij op alle fronten. Hoe meer, hoe beter.
5. Build something that the customer wants. Build minimum viable product to testcritical
risks.
10
Bouw een prototype van je waardepropositie. Bouw een prototype dat een minimum viable
product is. Dus een variant die met minimale specificaties het klantprobleem kan oplossen.
6. Get out of the building. Test with customers. Measure
Breng het prototype naar buiten en ga het testen met mensen uit de doelgroep. Hoe meer je
de build-measure-learn cyclus doorloopt, hoe meer je te weten komt.
7. What did we learn. Analyse feedback. Learn
Na elke test leer op basis van verkregen feedback via verschillende onderzoeksmethoden.
Observeer de klant, ondervraag de klant en test met de klant.
8. Business model viable? Update business model.
- Yes improve: doorloop de buid-measure-learn cyclus nogmaals.
- No pivot: ga terug naar de tekentafel. Herzie één, meerdere of alle
bouwstenen van je business model.
