SAMENVATTING DH JAAR 2
, Week 1
Ondervoeding is een groot probleem in kwetsbare doelgroepen. Deze doelgroepen zijn divers en
zie je als diëtist zowel in de 1e lijn, verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen.
Bij ondervoeding zijn screening, diagnostiek en behandeling de stappen die een cliënt/patiënt
vaak doorloopt. Regelmatig worden metingen op het gebied van nutritional assessment ingezet
om de diagnose ondervoeding te stellen en om de behandeling van ondervoeding te evalueren.
Screening, ondervoeding en nutritional assessment zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar
verbonden.
Wat is ondervoeding?
Ondervoeding is een gevolg van een tekort aan (essentiële) voedingsstoffen. Dit leidt tot ongewenst
gewichtsverlies en een slechter functioneren van het lichaam. Om toch aan energie en eiwit te komen
gebruikt het lichaam zijn reservevoorraden. Daardoor wordt vetweefsel afgebroken, maar ook
spierweefsel. Hierdoor verliest u gewicht en neemt uw conditie af.
Als iemand een tekort aan energie en voedingsstoffen heeft op lange termijn.
Wat is screening op ondervoeding?
Op een snelle en eenvoudige wijze de patiënten met ondervoeding/matige voedingstoestand/risico
op ondervoeding opsporen.
Wat is nutritional assessment?
Op een gestructureerde wijze de energiebehoefte en voedingstoestand bepalen met behulp van een
aantal metingen. Alle metingen die worden uitgevoerd om de voedingstoestand van een persoon vast
te stellen.
Wat voor soort metingen
Voedingsinname Eetdagboek
Lichaamssamenstelling bodpod, BIA-meting
Hoe zijn screening, ondervoeding en nutritional assessment met elkaar verbonden?
Door een screening uit te voeren wordt ondervoeding opgespoord.
Nutritional assessment bepaalt dan de energiebehoefte en voedingstoestand met behulp van
metingen.
Welke screeningsinstrumenten zijn er?
MUST, SNAQ, SNAQrc, SNAQ65+
SNAQrc: Wordt gebruikt in verpleeghuizen en verzorgingshuizen.
SNAQ65+: Bedoeld voor thuiswonende 65+er’s
SNAQ: Klinische patiënten, mensen in het ziekenhuis
MUST: Wordt gebruikt bij alle sectoren.
Screening = is er risico op ondervoeding?
Diagnostiek = is er sprake van ondervoeding én vaststellen ernst van ondervoeding?
Wat is GLIM criteria?
De GLIM-criteria zijn 'slechts' een gestandaardiseerde set diagnostische criteria voor het bepalen van
de diagnose en de ernst van ondervoeding (figuur 2). De GLIM-criteria zijn dus nadrukkelijk niet een
nieuwe gouden standaard.
1
,Meetmethoden om verminderde spiermassa te onderzoeken bij ondervoeding;
• Bio elektrische impedantie analyse (BIA) (vetvrije massa)
• Handknijpkracht meting (spierkracht/spierfunctie) BIA heeft de voorkeur maar kan niet bij:
BIA heeft de voorkeur maar niet bij;
Elektrische implantaten zoals een pacemaker of defibrillator (niet veilig)
Veel oedeem of vocht (onbetrouwbare uitslag)
Zwangere vrouwen
Mensen met ontbrekende ledematen
Wanneer verminderde spiermassa?
Onder de P10 is er sprake van verlaagde spiermassa.
Onder de P5 is er sprake van ernstig verminderde spiermassa.
Gevolgen van ondervoeding
Hogere sterftekans
Langzamer herstel en meer complicaties
Afname gewicht en spiermassa
Lichamelijke en geestelijke achteruitgang
Verminderde kwaliteit van leven
Langere ziekenhuisopname
Verminderde weerstand
Vertraagde wondgenezing
Veroudering veroorzaakt verlies spiermassa (vanaf 30-jarige leeftijd) van 3-8% per 10
jaar.
2
, Nutritional assesment:
Een nutritional assessment bestaat uit een aantal metingen om energieverbruik en
lichaamssamenstelling zo goed mogelijk in beeld te brengen en om jouw voedingstoestand vast te
stellen en te vervolgen. Je diëtist of specialist geeft aan welke metingen bij je uitgevoerd moeten
worden.
Is er sprake van ondervoeding? Is er sprake van erge ondervoeding?
Lijst met metingen:
1. Indirecte calorimetrie: hiermee meten we je energieverbruik
2. BIA/ BIVA - meting: dit is een meting van je lichaamssamenstelling
3. Handknijpkracht: hiermee meten we je spierkracht
4. MoveMonitor: dit meet je lichaamsbeweging gedurende 1 week
Indirecte calorimetrie:
Bij een indirecte calorimetrie meten we hoeveel energie je verbruikt in rust. Hiermee kunnen we
achterhalen hoeveel calorieën je dagelijks nodig hebt (de energiebehoefte) en kan de diëtist een
passend voedingsadvies geven.
BIA: Bio-elektrische impedantie analyse
Met een BIA/ BIVA - meting meten we je lichaamssamenstelling en krijgen we informatie over of je te
veel, te weinig of een normale hoeveelheid vocht in je lichaam hebt. + vetmassa en vetvrije massa.
Niet uit te voeren bij zwangere vrouwen, mensen met een pacemaker.
Makkelijk en snelle meting. Elektroden aansluiten op knokkels aan linker- of rechterkant.
Handknijpkracht
Met een handknijpkracht meting meten we de maximale knijpkracht van de hand. Dit geeft een
goede inschatting van de spierfunctie en heeft een relatie met de totale hoeveelheid spiermassa.
30 seconden pauze, 3x meten per hand
Uitslagen verwerken in een tabel.
MoveMonitor
Met de MoveMonitor krijgen we inzicht in je beweeggedrag gedurende een langere periode (meestal
6 dagen).
Dietistisch zorgproces heette eerst methodisch handelen.
Screening van ondervoeding wordt niet door de diëtist gedaan maar door de huisarts/arts.
Risico bepalen bij screening op ondervoeding. Na diagnose verder naar de ernst van de
ondervoeding.
Energiebehoefte bij ondervoeding:
Formules: H&B en WHO
WHO is beter behalve als mensen een BMI hebben van boven de 30.
Eiwitbehoefte berekenen: 1,2-1,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht
3
, Week 1
Ondervoeding is een groot probleem in kwetsbare doelgroepen. Deze doelgroepen zijn divers en
zie je als diëtist zowel in de 1e lijn, verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen.
Bij ondervoeding zijn screening, diagnostiek en behandeling de stappen die een cliënt/patiënt
vaak doorloopt. Regelmatig worden metingen op het gebied van nutritional assessment ingezet
om de diagnose ondervoeding te stellen en om de behandeling van ondervoeding te evalueren.
Screening, ondervoeding en nutritional assessment zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar
verbonden.
Wat is ondervoeding?
Ondervoeding is een gevolg van een tekort aan (essentiële) voedingsstoffen. Dit leidt tot ongewenst
gewichtsverlies en een slechter functioneren van het lichaam. Om toch aan energie en eiwit te komen
gebruikt het lichaam zijn reservevoorraden. Daardoor wordt vetweefsel afgebroken, maar ook
spierweefsel. Hierdoor verliest u gewicht en neemt uw conditie af.
Als iemand een tekort aan energie en voedingsstoffen heeft op lange termijn.
Wat is screening op ondervoeding?
Op een snelle en eenvoudige wijze de patiënten met ondervoeding/matige voedingstoestand/risico
op ondervoeding opsporen.
Wat is nutritional assessment?
Op een gestructureerde wijze de energiebehoefte en voedingstoestand bepalen met behulp van een
aantal metingen. Alle metingen die worden uitgevoerd om de voedingstoestand van een persoon vast
te stellen.
Wat voor soort metingen
Voedingsinname Eetdagboek
Lichaamssamenstelling bodpod, BIA-meting
Hoe zijn screening, ondervoeding en nutritional assessment met elkaar verbonden?
Door een screening uit te voeren wordt ondervoeding opgespoord.
Nutritional assessment bepaalt dan de energiebehoefte en voedingstoestand met behulp van
metingen.
Welke screeningsinstrumenten zijn er?
MUST, SNAQ, SNAQrc, SNAQ65+
SNAQrc: Wordt gebruikt in verpleeghuizen en verzorgingshuizen.
SNAQ65+: Bedoeld voor thuiswonende 65+er’s
SNAQ: Klinische patiënten, mensen in het ziekenhuis
MUST: Wordt gebruikt bij alle sectoren.
Screening = is er risico op ondervoeding?
Diagnostiek = is er sprake van ondervoeding én vaststellen ernst van ondervoeding?
Wat is GLIM criteria?
De GLIM-criteria zijn 'slechts' een gestandaardiseerde set diagnostische criteria voor het bepalen van
de diagnose en de ernst van ondervoeding (figuur 2). De GLIM-criteria zijn dus nadrukkelijk niet een
nieuwe gouden standaard.
1
,Meetmethoden om verminderde spiermassa te onderzoeken bij ondervoeding;
• Bio elektrische impedantie analyse (BIA) (vetvrije massa)
• Handknijpkracht meting (spierkracht/spierfunctie) BIA heeft de voorkeur maar kan niet bij:
BIA heeft de voorkeur maar niet bij;
Elektrische implantaten zoals een pacemaker of defibrillator (niet veilig)
Veel oedeem of vocht (onbetrouwbare uitslag)
Zwangere vrouwen
Mensen met ontbrekende ledematen
Wanneer verminderde spiermassa?
Onder de P10 is er sprake van verlaagde spiermassa.
Onder de P5 is er sprake van ernstig verminderde spiermassa.
Gevolgen van ondervoeding
Hogere sterftekans
Langzamer herstel en meer complicaties
Afname gewicht en spiermassa
Lichamelijke en geestelijke achteruitgang
Verminderde kwaliteit van leven
Langere ziekenhuisopname
Verminderde weerstand
Vertraagde wondgenezing
Veroudering veroorzaakt verlies spiermassa (vanaf 30-jarige leeftijd) van 3-8% per 10
jaar.
2
, Nutritional assesment:
Een nutritional assessment bestaat uit een aantal metingen om energieverbruik en
lichaamssamenstelling zo goed mogelijk in beeld te brengen en om jouw voedingstoestand vast te
stellen en te vervolgen. Je diëtist of specialist geeft aan welke metingen bij je uitgevoerd moeten
worden.
Is er sprake van ondervoeding? Is er sprake van erge ondervoeding?
Lijst met metingen:
1. Indirecte calorimetrie: hiermee meten we je energieverbruik
2. BIA/ BIVA - meting: dit is een meting van je lichaamssamenstelling
3. Handknijpkracht: hiermee meten we je spierkracht
4. MoveMonitor: dit meet je lichaamsbeweging gedurende 1 week
Indirecte calorimetrie:
Bij een indirecte calorimetrie meten we hoeveel energie je verbruikt in rust. Hiermee kunnen we
achterhalen hoeveel calorieën je dagelijks nodig hebt (de energiebehoefte) en kan de diëtist een
passend voedingsadvies geven.
BIA: Bio-elektrische impedantie analyse
Met een BIA/ BIVA - meting meten we je lichaamssamenstelling en krijgen we informatie over of je te
veel, te weinig of een normale hoeveelheid vocht in je lichaam hebt. + vetmassa en vetvrije massa.
Niet uit te voeren bij zwangere vrouwen, mensen met een pacemaker.
Makkelijk en snelle meting. Elektroden aansluiten op knokkels aan linker- of rechterkant.
Handknijpkracht
Met een handknijpkracht meting meten we de maximale knijpkracht van de hand. Dit geeft een
goede inschatting van de spierfunctie en heeft een relatie met de totale hoeveelheid spiermassa.
30 seconden pauze, 3x meten per hand
Uitslagen verwerken in een tabel.
MoveMonitor
Met de MoveMonitor krijgen we inzicht in je beweeggedrag gedurende een langere periode (meestal
6 dagen).
Dietistisch zorgproces heette eerst methodisch handelen.
Screening van ondervoeding wordt niet door de diëtist gedaan maar door de huisarts/arts.
Risico bepalen bij screening op ondervoeding. Na diagnose verder naar de ernst van de
ondervoeding.
Energiebehoefte bij ondervoeding:
Formules: H&B en WHO
WHO is beter behalve als mensen een BMI hebben van boven de 30.
Eiwitbehoefte berekenen: 1,2-1,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht
3