Bron Theorie Inhoud Kritiek
(positief/negatief)
Biologische, biopsychologische en biosociale benaderingen
Theorie Lombroso Zochten oorsprong van criminaliteit in kenmerkende lichaamstypen of -Tekort aan bewijs.
gelaatstrekken. Op basis van schedelmetingen werd geconcludeerd dat
criminelen aangeboren afwijkingen hadden.
Low arousal theory Ademhaling/hartslag gaat amper omhoog bij spannende situaties,
waardoor geen cortisol wordt aangemaakt. Hierdoor slaan de hersenen
deze situatie niet op en doen kinderen het sneller nog een keer;
ongevoelig voor straf.
Sensation seeking theory Oorzaak is een verlaagde toestand van het zenuwstelsel, wat
onplezierig is. Het vertonen van antisociaal/risicovol gedrag is een
manier om uit deze toestand te geraken.
Chicago School
Sociale desorganisatie (Shaw & McKay) Kenmerken van gedesorganiseerde buurten veroorzaken -Causaliteit moeilijk aan te
jeugdcriminaliteit. Bij gebrek aan sociale organisatie zijn jongeren tonen.
overgeleverd aan criminele straatcultuur. Criminaliteit is dus gevolg + Criminaliteitscijfers idd
hoogst in deze wijken.
van demografische en geografische aspecten van een wijk.
Differentiële associatietheorie (Sutherland) Crimineel gedrag wordt aangeleerd in interactie binnen -Biedt geen verklaring voor
vriendengroepen. Een jongere verbindt zich aan een conventioneel of waarom mensen positieve
crimineel waardesysteem, afhankelijk van welke waarden heersen in je associaties hebben met criminele
anderen.
vriendengroep.
+ Ook toe te passen op
witteboordencriminaliteit.
Sociale leertheorie (Akers) Kinderen leren gedrag van hun ouders door observatie en
bekrachtiging. Leren op deze manier dat crimineel gedrag oke is.
Spanningstheorie
(Klassieke) spanningstheorie (Merton) Er ontstaat spanning doordat mensen door de maatschappij -Economisch succes is niet voor
gedefinieerde doelen willen bereiken, maar geen (toegang tot) iedereen het doel in het leven.
middelen hebben. Reactie hierop is conformerend of deviant gedrag: -Hoe verklaar je dan
criminaliteit in de hogere klasse,
innovatie, ritualisme, terugtrekking, rebellie. Bij maatschappij met
met voldoende middelen.
sterke focus op economisch succes zal anomie optreden, wat deviant
gedrag versterkt. Anomie en deviantie versterken elkaar. Criminologie
is een sociaal verschijnsel, veroorzaakt door sociale ongelijkheid.
Algemeen spanningstheorie (Agnew) Verbreding van Merton op individueel niveau: niet alleen economisch + Aandacht voor emoties, zoals
succes, maar elk positief gewaardeerd doel geldt. Onderscheidt 3 boosheid.
bronnen van spanning: niet bereiken van positief waardeerde doelen en
positief gewaardeerde stimulus en ervaren van negatief gewaardeerde
(positief/negatief)
Biologische, biopsychologische en biosociale benaderingen
Theorie Lombroso Zochten oorsprong van criminaliteit in kenmerkende lichaamstypen of -Tekort aan bewijs.
gelaatstrekken. Op basis van schedelmetingen werd geconcludeerd dat
criminelen aangeboren afwijkingen hadden.
Low arousal theory Ademhaling/hartslag gaat amper omhoog bij spannende situaties,
waardoor geen cortisol wordt aangemaakt. Hierdoor slaan de hersenen
deze situatie niet op en doen kinderen het sneller nog een keer;
ongevoelig voor straf.
Sensation seeking theory Oorzaak is een verlaagde toestand van het zenuwstelsel, wat
onplezierig is. Het vertonen van antisociaal/risicovol gedrag is een
manier om uit deze toestand te geraken.
Chicago School
Sociale desorganisatie (Shaw & McKay) Kenmerken van gedesorganiseerde buurten veroorzaken -Causaliteit moeilijk aan te
jeugdcriminaliteit. Bij gebrek aan sociale organisatie zijn jongeren tonen.
overgeleverd aan criminele straatcultuur. Criminaliteit is dus gevolg + Criminaliteitscijfers idd
hoogst in deze wijken.
van demografische en geografische aspecten van een wijk.
Differentiële associatietheorie (Sutherland) Crimineel gedrag wordt aangeleerd in interactie binnen -Biedt geen verklaring voor
vriendengroepen. Een jongere verbindt zich aan een conventioneel of waarom mensen positieve
crimineel waardesysteem, afhankelijk van welke waarden heersen in je associaties hebben met criminele
anderen.
vriendengroep.
+ Ook toe te passen op
witteboordencriminaliteit.
Sociale leertheorie (Akers) Kinderen leren gedrag van hun ouders door observatie en
bekrachtiging. Leren op deze manier dat crimineel gedrag oke is.
Spanningstheorie
(Klassieke) spanningstheorie (Merton) Er ontstaat spanning doordat mensen door de maatschappij -Economisch succes is niet voor
gedefinieerde doelen willen bereiken, maar geen (toegang tot) iedereen het doel in het leven.
middelen hebben. Reactie hierop is conformerend of deviant gedrag: -Hoe verklaar je dan
criminaliteit in de hogere klasse,
innovatie, ritualisme, terugtrekking, rebellie. Bij maatschappij met
met voldoende middelen.
sterke focus op economisch succes zal anomie optreden, wat deviant
gedrag versterkt. Anomie en deviantie versterken elkaar. Criminologie
is een sociaal verschijnsel, veroorzaakt door sociale ongelijkheid.
Algemeen spanningstheorie (Agnew) Verbreding van Merton op individueel niveau: niet alleen economisch + Aandacht voor emoties, zoals
succes, maar elk positief gewaardeerd doel geldt. Onderscheidt 3 boosheid.
bronnen van spanning: niet bereiken van positief waardeerde doelen en
positief gewaardeerde stimulus en ervaren van negatief gewaardeerde
