Onderneming en arbeid duidelijke samenvatting

Onderneming en arbeid
H1
Arbeidsovereenkomst – art. 7:610 BW
 Werknemer verbindt zich om arbeid te verrichten
 Tegen loon
 In dienst van de andere partij, gezagsverhouding

Andere overeenkomsten zonder gezagsverhouding:
 Opdracht tot aanneming van werk (art. 7:750 BW) – Stoffelijk aard.
 Overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW) – Dienstverlening staat centraal

Platformarbeid: valt onder een arbeidsovereenkomst
Commissie Borstlap: doel is alle werkenden in NL dezelfde rechten en plichten. Daarom:
beperken ketenregeling, loondoorbetaling bij ziekte verkort na 1 jaar en uitzendkrachten
voorwaarden krijgen van inlenende bedrijven.

Proeftijdbeding – art. 7:652 BW
 Doel  misbruik tegengaan
Proeftijd duur bepaalde tijd:
 1 maand, indien de overeenkomst langer dan 6 maand maar koter dan 2 jaren
 2 maand, indien de overeenkomst langer is dan 2 jaren

Geen proeftijd
 Overeenkomst is korter dan 6 maand
 Opvolgende arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever waaruit andere
vaardigheden en verantwoordelijkheden zijn vereist
Vormvereiste
 Schriftelijk en dwingend recht
‘IJzeren proeftijd’: proeftijd mag nooit worden verlengd, ook niet bij een vakantie.

Beëindigen tijdens proeftijd – art. 7:676 BW
 Ieder partij is bevoegd in de proeftijd de overeenkomst op te zeggen (geen opzegtermijn).
Art. 7:670a lid 2 BW: opzegverboden zijn niet van toepassing bij proeftijd. Wel discriminatie
en ongelijke behandeling.
Art. 7:611 BW: goed werkgever/werknemer. Hierop kan vaker worden beroept dan op
misbruik van bevoegdheden.

Concurrentiebeding – art. 7:653 BW
 Verbod voor de werknemer om na het eind van zijn contract soortgelijke werkzaamheden
uit te oefenen bij een ander bedrijf. Bescherming voor de werkgever.
 Geografisch bereik: gebied waarin niet mag worden gewerkt
 Temporeel bereik: tijdsduur
 Functioneel bereik: wat je niet mag doen als je arbeidsovereenkomst is geëindigd

Nadeel voor werknemer bij bepaalde tijd. Tijdelijk contract zorgt namelijk voor onzekerheid.
Waarborgen lid 2: zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Concurrentiebeding is nietig
als er geen toelichting is gegeven in de zaak of dienstbelang. Als werknemer niet vindt dat
het een zwaarwichtig bedrijfs- of dienstbelang is, kan hij het voorleggen aan de rechter (art.
7:653 lid 3 sub a BW.

Lid 1: concurrentiebeding moet zijn opgenomen, anders mag een werknemer concurrerende
werkzaamheden verrichten. Maar bij ongeoorloofdheid kan er sprake zijn art. 6:162 BW.
Concurrentie kan gedurende arbeidsovereenkomst worden verboden (art. 7:611 BW)  bij
geen goed werknemerschap. Wordt dan niet verboden op grond van concurrentiebeding.

, Belangenafweging
 Geheel of gedeeltelijk vernietigen: als belangen niet genoeg zijn afgewogen.
 Gedeeltelijke vernietiging: bijv. temporeel bereik matigen, of het geografisch bereik 
niet heel NL maar bijv. een provincie.
 Lid 4: als een werknemer geen goede tijdelijke werkzaamheden heeft gekregen, handelt
de werkgever als niet goed werkgever. Ernstig verwijtbaar handelen van werkgever.

Bedingen die onder de werking vallen van art. 7:653 BW (2 bedingen)
Relatiebeding: werknemer mag geen relaties behouden met klanten van de vorige
werkgever.

Anti-ronselbeding: ex-werknemer wordt verboden om werknemers van zijn oude werkgever
over te halen om bij de nieuwe werkgever in dienst te treden.
Vormvereisten:
1. Tussen werkgever en werknemer
2. Werkt alleen na het eind van de overeenkomst
3. Werknemer moet werkzaamheden verrichten
4. Concurrentiebeding alleen toegestaan bij aovk onbepaalde tijd
5. Beding moet schriftelijk, kan ook tijdens de loop van de overeenkomst
Arrest Filips Oosterdorp: door ondertekening heeft werknemer tot uitdrukking gebracht dat
hij heeft kennisgenomen van het concurrentiebeding. Arbeidsvoorwaarden hoeven niet per
se ondertekent wordt, mits de bijlage is bijgevoegd.
6. Werknemer moet meerderjarig zijn om een concurrentiebeding overeen te komen

Boetebeding – art. 7:650 BW (algemeen art. 6:91 BW)
Ziet niet op concurrentiebeding, anti-ronselbeding of relatiebeding. Maar kunnen wel
gekoppeld worden aan het concurrentiebeding.
Bij nevenwerkzaamheden geldt (art. 7:651/652 BW).
 Boete mag niet tot financiële problemen lijden. Max 2500 euro
 Schriftelijkheid en geldigheid: opname in cao of reglement
 Geen voordeel voor wg (bijv. goed doel). Niet hoger dan vastgesteld loon per halve dag.
 Schadevergoeding mag wel ten voordele van wg.

Nevenwerkzaamheden (art. 7:653a BW)
Werkzaamheden die je uitvoert naast je arbeidsovereenkomst. Je moet melden als je
meerdere werkgevers hebt.
- Kan worden verboden:
 Belangenverstrengeling  vb. advocaat die bij zijn cliënt ook commissaris is. Kan
leiden tot schijn van partijdigheid.
 Schadelijk effect prestaties
 Imagoschade
 Nevenwerkzaamheden kunnen worden beperkt.

Verstandig voor wg om nevenactiviteitenbeding en concurrentiebeding opnemen:
- Concurrentiebeding ziet op na beëindiging van de overeenkomst
- Nevenactiviteiten ziet op tijdens de overeenkomst

Doelstelling nieuwe wet: werkgever verbieden een absoluut verbod te geven op
nevenwerkzaamheden.
 Tenzij objectieve rechtvaardiging: moet goed worden gemotiveerd anders nietig en mag
de werknemer alsnog de nevenwerkzaamheden verrichten. Bijv. werknemer maakt zoveel
uren dat hij geen goede prestatie meer levert.
Drie soorten verboden:
1. Voorwaardelijk verbod: nevenactiviteit verboden, tenzij toestemming werkgever.
2. Absoluut verbod: mag niet meer sinds 1 augustus 2022.