GHZ samenvatting
- 1.2 stoornis, beperking en handicap
WHO = wereld gezondheids organisatie . richt zich op het verbeteren van de gezondheid van de
wereldbevolking
In 1980 de aanvullende classificatie ontwikkelt (de internationale classificatie van stoornissen,
beperkingen en handicaps)
Stoornis = de afwezigheid of een afwijking van een psychologische, fysiologische of anatomische
structuur of functie
Een defect of het ontbreken van een orgaan of orgaanfunctie is afhankelijk van de leeftijd
Een stoornis is altijd objectief > vastgesteld door een arts of psycholoog
Een stoornis kan optreden op het gebied van:
- Cognitie (geestelijk)
- Zintuigen
- Taal
- Organen
- Ledematen (armen en benen)
Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft op het gebied van gedrag of het uitvoeren van
activiteiten.
Beperkingen kunnen in zekere mate worden gecompenseerd met hulpmiddelen. Denk hierbij aan:
- Bril of leesloep
- Gehoorapparaten
- Orthesen (hulpstukken)
- Beugels en schoenhulpvoorzieningen
- Aanpassingen in een woning (laag aanrecht, invalide toilet, traplift)
- Hulpmiddelen voor mobiliteit
o Looprek
o Rollator
o Rolstoel
Een beperking kan zich voordoen op het gebied van:
- Communicatief
- Verzorging
- Lichaamsbeweging
- Vaardigheden
- Gedrag
Handicap = een participatie probleem als gevolg van een stoornis of beperking
Patricipatieproblemen kunnen zich voordoen op het gebied van:
- Scholing
- Arbeid
- Sociaal leven
- Vrijetijdsbesteding
1.2.4 doorlezen
- 1.3 verstandelijke beperking
,Wanneer spreek je van een verstandelijke beperking?
- Als je een IQ lager dan 70 in combinatie met beperkingen op het gebied van:
o Conceptuele vaardigheden (lezen, schrijven, spraak)
o Sociale vaardigheden (samenwerking en omgaan met anderen)
o Praktische vaardigheden (het vermogen om in de praktijk te kunnen handelen en
hulpmiddelen te gebruiken)
Zelfredzaamheid = het vermogen om zelfzorg activiteiten uit te voeren zonder hulp van anderen
Indeling in functioneringsniveau:
- Lichtverstandelijke beperking > IQ tussen 50 en 70
- Matig verstandelijke beperking > IQ tussen 35 en 55
- Ernstig verstandelijke beperking > IQ tussen 20 en 40
- Zeer ernstig verstandelijke beperking > IQ dat lager is dan 20
Destructief gedrag = gedrag dat zich richt op het schade aanbrengen aan de persoon, andere
personen of aan dingen
- 1.4 lichamelijke beperking
Lichamelijke beperking = je wordt gehinderd in je handelingen of bewegingen (motorische beperking)
o Op te vatten als fysieke aandoening
o Geen functionele verbetering mogelijk
o Geen sprake van een terminale situatie
o Gevolg van een stoornis
Onderverdeling lichamelijke beperkingen:
- Beperking t.g.v. hersenletsel (aangeboren of niet aangeboren)
- Aangeboren beperking (spina bifida)
o Niet functionerende lichaamsdelen
- Beperkingen door ziekte of aandoeningen (CVA, MS, Spierdystrofie)
- Beperking door ongevallen (dwarslaesie)
Aangeboren stoornis
, - Aandoeningen die vanaf de geboorte aanwezig zijn of in de 1 e maanden na de geboorte
opkomen
- Erfelijke genetische oorzaak
- Stofwisselingsziekte en andere misvormingsstoornissen als gevolg van misvorming van het
zenuwstelsel
- Stoornis tijdens zwangerschap
- Stoornis tijdens geboorte
- Stoornis direct na de geboorte
Verworven stoornis (niet aangeboren)
- Ziekten (hersenvliesontsteking of tumoren)
- Ongeval (verdrinking of ongeluk)
- Langdurige ondervoeding
- Vaatstoornissen (CVA)
Gevolg van een niet aangeboren afwijking:
- Het toekomst perspectief veranderd ingrijpend
- Omschakeling naar een leven met beperking
- Verzet, woede en afgunst
Soort stoornis of beperking
Het soort stoornis of beperking is van belang voor de manier waarop de zorgvrager zichzelf en de
reacties van de omgeving ervaart.
Achteruitgang door stoornis/beperking
- Progressief verloop (voortdurende lichamelijke achteruitgang, het gaat snel)
De snelheid van het verloop verschilt per ziekte en per persoon.
- 2.2 geschiedenis voor de 20e eeuw
Tot de 19e eeuw afhankelijk van liefdadigheid aalmoezen en de kerk
1801 > 1e vorm van zorg
1841 > krankzinnigen wet wordt ingevoerd
1900 > het optimisme over genezing van verstandelijk beperkten verdwijnt
- 2.3 vanaf de 20e eeuw
Na de 2e wereldoorlog komt er aandacht voor onderzoek, diagnose, behandeling en preventie
De deskundigheid neemt toe
Dennendal affaire = de climax van een jarenlang conflict met als inzet de alternatieve
maatschappijvisie van de jaren 60 en de maatschappelijke integratie van de inrichtinsbewoners
Zelfbeschikking = de keuze mogelijkheden van de persoon met een beperking komen centraal te
staan
Aanbod gestuurde zorg = zorgverlening wordt aangeboden aan de zorgvrager zoals men dit gewend
is te doen
Vraag gestuurde zorg = de vraag van de zorgvrager is het uitgangspunt
- 2.4 voorzieningen
1979 > nieuw initiatief op het gebied van integratie en emancipatie.
, Ook werd er in 1979 voor het eerst gebruik gemaakt van de Fokuswoning
Fokuswoning = aangepaste woning in een normale woonwijk speciaal voor mesnen met een
lichamelijke beperking
- Wonen en dagbesteding voor mensen met een beperking
Vormen van wonen:
- Tijdelijke opvang
- Permanent wonen intramuraal
- Permanent wonen extramuraal
- Specifieke woonvormen
Vormen van behandeling en verpleging
- Revalidatiecentra
- Semi – murale revalidatie ( onderdeel van een verpleeghuis )
- Zorgcentra ( wonen en zorg wordt gecombineerd )
Vormen van werk en dagbesteding:
- Intramurale dagbesteding
- Extramurale dagbesteding
- Begeleid zelfstandig wonen
- Diverse vormen van speciaal onderwijs
- 3.2 CIZ en toekenning
om gebruik te mogen maken van de zorg ben je een indicatiestelling nodig. Het aanvragen van een
indicatiestelling wordt om 2 redenen gedaan:
1. Er is voor het eerst sprake van zorgaanvraag
2. Er is een verandering in de situatie opgetreden, waardoor een andere indicatie nodig is
Met indicatie besluit kun je op zoek gaan naar een passend zorg aanbod.
Zorg zwaarte pakket (ZZP) = een vertaling van de zorg die iemand nodig heeft. Geeft aan welke zorg
en de hoeveelheid van de zorg iemand nodig heeft.
Ook wel een omschrijving van de hoeveelheid en wel soort zorg en begeleiding iemand nodig heeft.
ZZP’S zijn onderdeel van de AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten)
Zorg met verblijf > altijd een zzp
Zzp voor mensen met een beperking
De zzp bieden passende zorg aan mensen die langdurige zorg nodig hebben. De zwaarte van de
zorgvraag bepaalt de omvang van het zzp
Pgb = persoons gebonden budget
Voor mensen met een lichamelijke beperking zijn er 7 zorgzwaartepakketten
1. Wonen met enige begeleiding/verzorging
2. Wonen met begeleiding en enige verzorging
- 1.2 stoornis, beperking en handicap
WHO = wereld gezondheids organisatie . richt zich op het verbeteren van de gezondheid van de
wereldbevolking
In 1980 de aanvullende classificatie ontwikkelt (de internationale classificatie van stoornissen,
beperkingen en handicaps)
Stoornis = de afwezigheid of een afwijking van een psychologische, fysiologische of anatomische
structuur of functie
Een defect of het ontbreken van een orgaan of orgaanfunctie is afhankelijk van de leeftijd
Een stoornis is altijd objectief > vastgesteld door een arts of psycholoog
Een stoornis kan optreden op het gebied van:
- Cognitie (geestelijk)
- Zintuigen
- Taal
- Organen
- Ledematen (armen en benen)
Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft op het gebied van gedrag of het uitvoeren van
activiteiten.
Beperkingen kunnen in zekere mate worden gecompenseerd met hulpmiddelen. Denk hierbij aan:
- Bril of leesloep
- Gehoorapparaten
- Orthesen (hulpstukken)
- Beugels en schoenhulpvoorzieningen
- Aanpassingen in een woning (laag aanrecht, invalide toilet, traplift)
- Hulpmiddelen voor mobiliteit
o Looprek
o Rollator
o Rolstoel
Een beperking kan zich voordoen op het gebied van:
- Communicatief
- Verzorging
- Lichaamsbeweging
- Vaardigheden
- Gedrag
Handicap = een participatie probleem als gevolg van een stoornis of beperking
Patricipatieproblemen kunnen zich voordoen op het gebied van:
- Scholing
- Arbeid
- Sociaal leven
- Vrijetijdsbesteding
1.2.4 doorlezen
- 1.3 verstandelijke beperking
,Wanneer spreek je van een verstandelijke beperking?
- Als je een IQ lager dan 70 in combinatie met beperkingen op het gebied van:
o Conceptuele vaardigheden (lezen, schrijven, spraak)
o Sociale vaardigheden (samenwerking en omgaan met anderen)
o Praktische vaardigheden (het vermogen om in de praktijk te kunnen handelen en
hulpmiddelen te gebruiken)
Zelfredzaamheid = het vermogen om zelfzorg activiteiten uit te voeren zonder hulp van anderen
Indeling in functioneringsniveau:
- Lichtverstandelijke beperking > IQ tussen 50 en 70
- Matig verstandelijke beperking > IQ tussen 35 en 55
- Ernstig verstandelijke beperking > IQ tussen 20 en 40
- Zeer ernstig verstandelijke beperking > IQ dat lager is dan 20
Destructief gedrag = gedrag dat zich richt op het schade aanbrengen aan de persoon, andere
personen of aan dingen
- 1.4 lichamelijke beperking
Lichamelijke beperking = je wordt gehinderd in je handelingen of bewegingen (motorische beperking)
o Op te vatten als fysieke aandoening
o Geen functionele verbetering mogelijk
o Geen sprake van een terminale situatie
o Gevolg van een stoornis
Onderverdeling lichamelijke beperkingen:
- Beperking t.g.v. hersenletsel (aangeboren of niet aangeboren)
- Aangeboren beperking (spina bifida)
o Niet functionerende lichaamsdelen
- Beperkingen door ziekte of aandoeningen (CVA, MS, Spierdystrofie)
- Beperking door ongevallen (dwarslaesie)
Aangeboren stoornis
, - Aandoeningen die vanaf de geboorte aanwezig zijn of in de 1 e maanden na de geboorte
opkomen
- Erfelijke genetische oorzaak
- Stofwisselingsziekte en andere misvormingsstoornissen als gevolg van misvorming van het
zenuwstelsel
- Stoornis tijdens zwangerschap
- Stoornis tijdens geboorte
- Stoornis direct na de geboorte
Verworven stoornis (niet aangeboren)
- Ziekten (hersenvliesontsteking of tumoren)
- Ongeval (verdrinking of ongeluk)
- Langdurige ondervoeding
- Vaatstoornissen (CVA)
Gevolg van een niet aangeboren afwijking:
- Het toekomst perspectief veranderd ingrijpend
- Omschakeling naar een leven met beperking
- Verzet, woede en afgunst
Soort stoornis of beperking
Het soort stoornis of beperking is van belang voor de manier waarop de zorgvrager zichzelf en de
reacties van de omgeving ervaart.
Achteruitgang door stoornis/beperking
- Progressief verloop (voortdurende lichamelijke achteruitgang, het gaat snel)
De snelheid van het verloop verschilt per ziekte en per persoon.
- 2.2 geschiedenis voor de 20e eeuw
Tot de 19e eeuw afhankelijk van liefdadigheid aalmoezen en de kerk
1801 > 1e vorm van zorg
1841 > krankzinnigen wet wordt ingevoerd
1900 > het optimisme over genezing van verstandelijk beperkten verdwijnt
- 2.3 vanaf de 20e eeuw
Na de 2e wereldoorlog komt er aandacht voor onderzoek, diagnose, behandeling en preventie
De deskundigheid neemt toe
Dennendal affaire = de climax van een jarenlang conflict met als inzet de alternatieve
maatschappijvisie van de jaren 60 en de maatschappelijke integratie van de inrichtinsbewoners
Zelfbeschikking = de keuze mogelijkheden van de persoon met een beperking komen centraal te
staan
Aanbod gestuurde zorg = zorgverlening wordt aangeboden aan de zorgvrager zoals men dit gewend
is te doen
Vraag gestuurde zorg = de vraag van de zorgvrager is het uitgangspunt
- 2.4 voorzieningen
1979 > nieuw initiatief op het gebied van integratie en emancipatie.
, Ook werd er in 1979 voor het eerst gebruik gemaakt van de Fokuswoning
Fokuswoning = aangepaste woning in een normale woonwijk speciaal voor mesnen met een
lichamelijke beperking
- Wonen en dagbesteding voor mensen met een beperking
Vormen van wonen:
- Tijdelijke opvang
- Permanent wonen intramuraal
- Permanent wonen extramuraal
- Specifieke woonvormen
Vormen van behandeling en verpleging
- Revalidatiecentra
- Semi – murale revalidatie ( onderdeel van een verpleeghuis )
- Zorgcentra ( wonen en zorg wordt gecombineerd )
Vormen van werk en dagbesteding:
- Intramurale dagbesteding
- Extramurale dagbesteding
- Begeleid zelfstandig wonen
- Diverse vormen van speciaal onderwijs
- 3.2 CIZ en toekenning
om gebruik te mogen maken van de zorg ben je een indicatiestelling nodig. Het aanvragen van een
indicatiestelling wordt om 2 redenen gedaan:
1. Er is voor het eerst sprake van zorgaanvraag
2. Er is een verandering in de situatie opgetreden, waardoor een andere indicatie nodig is
Met indicatie besluit kun je op zoek gaan naar een passend zorg aanbod.
Zorg zwaarte pakket (ZZP) = een vertaling van de zorg die iemand nodig heeft. Geeft aan welke zorg
en de hoeveelheid van de zorg iemand nodig heeft.
Ook wel een omschrijving van de hoeveelheid en wel soort zorg en begeleiding iemand nodig heeft.
ZZP’S zijn onderdeel van de AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten)
Zorg met verblijf > altijd een zzp
Zzp voor mensen met een beperking
De zzp bieden passende zorg aan mensen die langdurige zorg nodig hebben. De zwaarte van de
zorgvraag bepaalt de omvang van het zzp
Pgb = persoons gebonden budget
Voor mensen met een lichamelijke beperking zijn er 7 zorgzwaartepakketten
1. Wonen met enige begeleiding/verzorging
2. Wonen met begeleiding en enige verzorging
