Hoofdstuk 1: Drama in het basisonderwijs
1.1 Visie op drama
Drama sluit aan bij spel waarin het kind spontaan leert over zichzelf en de omringende
wereld. De kern van drama in het basisonderwijs is ‘spelend leren.’
Creatieve ontwikkeling is een belangrijk aspect in de dramales. Het zelf ontdekken, creëren,
en evalueren staat centraal. Maar ook het speels onderzoeken van problemen, dilemma’s en
conflicten aan de hand van een onderwerp. Drama heeft een leer- en creatief proces.
Met drama bied je als leerkracht een context waarin leerlingen zich authentiek als mens
kunnen ontwikkelen. Je sluit aan bij de brede ontwikkeling van kinderen.
1.2 Wat is drama?
In drama is ‘handeling’ belangrijk. Drama gaat over een onderwerp in een spelwerkelijkheid
met daarin een tegenstelling, een conflict of een dilemma. Drama biedt een context
waarbinnen kinderen zich leren verplaatsen in een steeds groter wordende wereld.
1.3 Wat is dramatisch spel?
Dramatisch spel in het basisonderwijs is te definiëren als een spel met één of meer spelers
die iemand spelen die ze niet zelf zijn, op een andere plaats en tijd.
Het woord drama staat in het Grieks voor ‘handeling’. Belangrijk voor dit handelen is dat de
speler in zijn actie laat zien wat hij zich ‘verbeeldt’.
1.4 Wat is de betekenis van dramatisch spel?
Drama stimuleert het enthousiasme van leerlingen. In het proces van elkaar wederzijds leren
kennen en begrijpen zijn twee zaken van belang: het verbeelden en het spanningsveld
tussen het individu en de groep.
Van dramatisch spel worden de meeste leerlingen enthousiast. Het sluit goed aan bij hun
leefwereld. Dramatisch spel biedt kinderen hun ruimte om hun eigen gedachten en
gevoelens te ervaren, te uiten en te toetsen. Het biedt handvatten om te exploreren. Het
helpt een leerlingen met het ontdekken van zijn persoonlijke identiteit en maakt hen bewust
van zijn sociale identiteit.
1.5 Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie en de inzet van drama
Kerndoelen:
54 De leerlingen leren spel te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te
drukken en om ermee te communiceren.
55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van
cultureel erfgoed.
1.6 Waarom drama in het basisonderwijs?
Drama kan ingezet worden als zelfstandig vak maar ook ter bevordering van het
pedagogisch klimaat en het leren, als didactisch middel.
Bij 21-eeuwse vaardigheden gaat het erom dat kinderen door ene andere bril kunnen kijken,
een andere mindset kunnen kiezen en een andere houding aannemen.
, 1.7 Drama in het basisonderwijs
Activiteiten voor dramatisch spel
Het zijn korte spelmomenten om tot dramatisch spel te komen. Het gaat om
randvoorwaarden om een klimaat voor drama te scheppen.
Voorlezen, vertellen en spelen
Tijdens voorlezen spelen veel facetten een rol. Zoals op de manier waarop je voorleest en de
manier waarop de leerlingen de gehoorde tekst verwerken. Zowel voor het boeiend vertellen
van een verhaal als voor verwerking van het verhaal door de leerlingen wordt gewerkt met
aspecten van dramatisch spel.
Werken met thema’s onder begeleiding van de leerkracht
In de onderbouw wordt veel gewerkt met thema’s. Hierbij worden hoeken in de klas ingericht
voor betekenisvolle activiteiten.
Drama als didactisch middel bij andere vakken
Je ziet dat leerkrachten vakdidactische werkvormen van drama gebruiken als introductie of
bij verwerking van bepaalde stof. Of als middel om te werken aan sociale cohesie binnen de
groep.
Drama binnen cultuureducatie en cultuuronderwijs
Drama komt ook aan bod in combinatie met andere leergebieden. Voor beide leergebieden
wordt aanbod verzorgd en worden leerdoelen bepaald.
1.8 Drama en trends in het basisonderwijs
Het vak drama heeft in het Nederlandse onderwijs zich pas in de tweede helft van de vorige
eeuw een eigen plaats verworven. In het Nederlandse onderwijs lag het accent op
voordracht en op de manier waarop je als leerkracht de leerling mee kon nemen in de
belevingswereld van het verhaal.
In de eerste helft van de vorige eeuw lag het accent op morele waarden en goed
burgerschap. In de tweede helft kwam de leerling centraler te staan. Het accent kwam te
liggen op individuele vaardigheden en competenties.
Het accent is nu verschoven naar 21e-eeuwse vaardigheden, met een centrale plek voor
ontwikkeling van creativiteit.
1.1 Visie op drama
Drama sluit aan bij spel waarin het kind spontaan leert over zichzelf en de omringende
wereld. De kern van drama in het basisonderwijs is ‘spelend leren.’
Creatieve ontwikkeling is een belangrijk aspect in de dramales. Het zelf ontdekken, creëren,
en evalueren staat centraal. Maar ook het speels onderzoeken van problemen, dilemma’s en
conflicten aan de hand van een onderwerp. Drama heeft een leer- en creatief proces.
Met drama bied je als leerkracht een context waarin leerlingen zich authentiek als mens
kunnen ontwikkelen. Je sluit aan bij de brede ontwikkeling van kinderen.
1.2 Wat is drama?
In drama is ‘handeling’ belangrijk. Drama gaat over een onderwerp in een spelwerkelijkheid
met daarin een tegenstelling, een conflict of een dilemma. Drama biedt een context
waarbinnen kinderen zich leren verplaatsen in een steeds groter wordende wereld.
1.3 Wat is dramatisch spel?
Dramatisch spel in het basisonderwijs is te definiëren als een spel met één of meer spelers
die iemand spelen die ze niet zelf zijn, op een andere plaats en tijd.
Het woord drama staat in het Grieks voor ‘handeling’. Belangrijk voor dit handelen is dat de
speler in zijn actie laat zien wat hij zich ‘verbeeldt’.
1.4 Wat is de betekenis van dramatisch spel?
Drama stimuleert het enthousiasme van leerlingen. In het proces van elkaar wederzijds leren
kennen en begrijpen zijn twee zaken van belang: het verbeelden en het spanningsveld
tussen het individu en de groep.
Van dramatisch spel worden de meeste leerlingen enthousiast. Het sluit goed aan bij hun
leefwereld. Dramatisch spel biedt kinderen hun ruimte om hun eigen gedachten en
gevoelens te ervaren, te uiten en te toetsen. Het biedt handvatten om te exploreren. Het
helpt een leerlingen met het ontdekken van zijn persoonlijke identiteit en maakt hen bewust
van zijn sociale identiteit.
1.5 Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie en de inzet van drama
Kerndoelen:
54 De leerlingen leren spel te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te
drukken en om ermee te communiceren.
55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van
cultureel erfgoed.
1.6 Waarom drama in het basisonderwijs?
Drama kan ingezet worden als zelfstandig vak maar ook ter bevordering van het
pedagogisch klimaat en het leren, als didactisch middel.
Bij 21-eeuwse vaardigheden gaat het erom dat kinderen door ene andere bril kunnen kijken,
een andere mindset kunnen kiezen en een andere houding aannemen.
, 1.7 Drama in het basisonderwijs
Activiteiten voor dramatisch spel
Het zijn korte spelmomenten om tot dramatisch spel te komen. Het gaat om
randvoorwaarden om een klimaat voor drama te scheppen.
Voorlezen, vertellen en spelen
Tijdens voorlezen spelen veel facetten een rol. Zoals op de manier waarop je voorleest en de
manier waarop de leerlingen de gehoorde tekst verwerken. Zowel voor het boeiend vertellen
van een verhaal als voor verwerking van het verhaal door de leerlingen wordt gewerkt met
aspecten van dramatisch spel.
Werken met thema’s onder begeleiding van de leerkracht
In de onderbouw wordt veel gewerkt met thema’s. Hierbij worden hoeken in de klas ingericht
voor betekenisvolle activiteiten.
Drama als didactisch middel bij andere vakken
Je ziet dat leerkrachten vakdidactische werkvormen van drama gebruiken als introductie of
bij verwerking van bepaalde stof. Of als middel om te werken aan sociale cohesie binnen de
groep.
Drama binnen cultuureducatie en cultuuronderwijs
Drama komt ook aan bod in combinatie met andere leergebieden. Voor beide leergebieden
wordt aanbod verzorgd en worden leerdoelen bepaald.
1.8 Drama en trends in het basisonderwijs
Het vak drama heeft in het Nederlandse onderwijs zich pas in de tweede helft van de vorige
eeuw een eigen plaats verworven. In het Nederlandse onderwijs lag het accent op
voordracht en op de manier waarop je als leerkracht de leerling mee kon nemen in de
belevingswereld van het verhaal.
In de eerste helft van de vorige eeuw lag het accent op morele waarden en goed
burgerschap. In de tweede helft kwam de leerling centraler te staan. Het accent kwam te
liggen op individuele vaardigheden en competenties.
Het accent is nu verschoven naar 21e-eeuwse vaardigheden, met een centrale plek voor
ontwikkeling van creativiteit.