Samenvatting privaat & publiek recht
Inleiding privaatrecht
Recht = alle regels die er bestaan
4 functies:
- Normatieve handhaaft etische vormen van de samenleving
- Geschiloplossende Bied een manier om geschillen te voorkomen
- Additionele Het recht vult aan waar men geen rekening mee heeft gehouden
Als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken
- Instrumentele functieHet geven van richtlijnen
Nederlands recht
- Privaatrecht
Personen en familierecht adoptie, scheiding, vermogen tussen echtgenoten
Vermogensrecht alle op geld waardeerbare handelingen
Ondernemingsrecht regelt wat ondernemingen en bedrijven betreft
- Publiek recht
Strafrecht
Bestuursrecht
Staatsrecht
Burgerlijk procesrecht = regels die op het voeren van juridische processen van toepassing zijn
Wetgevers = bevoegd om wetten te vaardigen
- Regering, provincies, gemeenten, SG, minister
Hierarchie van regels
- Hogere regels boven lagere
- Bijzonder boven algemeen
- Jong boven oud
Formeel recht = een wet die tot stand is gekomen door regeren wijze waarop materieel recht
wordt gehandhaaft, procesrecht
Materieel recht = algemene rechtsregel
Objectief recht = alle wetten samen
Intepretatie methodes:
- Grammaticale = woord uitgelegd
- Wetshistorische = terugkijkend naar letterlijke bewoording eerder gezegd
- Anticiperende = als zeker is dat een wetsvoorstel een wet wordt, mag een rechter hierop
beroepen
- Rechtsvergelijkende = verwijst op hoe je een vaag woord of zin in een NL wet moet lezen,
naar een buitenlandse wet
, - Systematische = systeem en structuur van de wetgeving
- Teleologische = rechter kijkt naar betekenis die een woord of zinsnede, doel van wetsartikel
Redeneerwijze = bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen
- Naar analogie = wet geschreven voor andere situatie maar WEL van toepassing
- A contrario = wet geschreven voor andere situatie dus NIET van toepassing
rechtsbron = jurisprudentie
Verbintenissenrecht (h2)
= rechtsbetrekking tussen partijen waarin de een verplicht is tot handelen of nalaten door de ander
- Verbintenis uit:
Overeenkomst
Uit de wet rechtmatig of onrechtmatig
Natuurlijke verbintenis
Verbintenis uit overeenkomst
Vermogensrechtelijk verband = 1 persoon verplicht tot prestatie andere persoon heeft daar recht op
Obligatoire overeenkomst = overeenkomst wordt gesloten en rechten en plichten vloeien daaruit
voort afspraak wordt gemaakt en moet gevolgd worden schept verbintenis
Wederkerig = 2 verbintenissen
Beide partijen, (ik betaal 5 euro aan bakker plicht om te betalen, recht op brood,
bakker geeft brood plicht om te geven, recht op geld)
Eenzijdig = 1 verbintenis, partije heeft te presteren, ander heeft recht
Overeenkomst bestaat uit: Wilsverklaring= willen verklaren
- Aanbod bod kan ingetrokken worden, als
Wil = wat iemand echt wil - aanbod niet aanvaard is
Wilsverklaring = wat iemand zegt dat hij wil - als aanbieder niet onherroepelijk
- Aanvaarding heeft gemaakt (aanbod blijft staan)
Wil
Wilsverklaring
Wilsdefect = wat ik heb verklaard, wil ik eigenlijk niet GEEN OVEREENKOMST
- Schrijffout, of versproken
Wil en vertrouwensleer = wil was niet overeenkomst met wilsverklaring maar ander partij kon hier
wel op vertrouwen wel een overeenkomst
Wilsgebrek WEL OVEREENKOMST MAAR VERNIETIGD
= wil klopte wel met verklaring, maar gebrekkige wijze gevormd (niet normaal gewild)
1) Dwaling 3) Bedreiging
2) Bedrog 4) Misbruik van omstandigheden
Inleiding privaatrecht
Recht = alle regels die er bestaan
4 functies:
- Normatieve handhaaft etische vormen van de samenleving
- Geschiloplossende Bied een manier om geschillen te voorkomen
- Additionele Het recht vult aan waar men geen rekening mee heeft gehouden
Als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken
- Instrumentele functieHet geven van richtlijnen
Nederlands recht
- Privaatrecht
Personen en familierecht adoptie, scheiding, vermogen tussen echtgenoten
Vermogensrecht alle op geld waardeerbare handelingen
Ondernemingsrecht regelt wat ondernemingen en bedrijven betreft
- Publiek recht
Strafrecht
Bestuursrecht
Staatsrecht
Burgerlijk procesrecht = regels die op het voeren van juridische processen van toepassing zijn
Wetgevers = bevoegd om wetten te vaardigen
- Regering, provincies, gemeenten, SG, minister
Hierarchie van regels
- Hogere regels boven lagere
- Bijzonder boven algemeen
- Jong boven oud
Formeel recht = een wet die tot stand is gekomen door regeren wijze waarop materieel recht
wordt gehandhaaft, procesrecht
Materieel recht = algemene rechtsregel
Objectief recht = alle wetten samen
Intepretatie methodes:
- Grammaticale = woord uitgelegd
- Wetshistorische = terugkijkend naar letterlijke bewoording eerder gezegd
- Anticiperende = als zeker is dat een wetsvoorstel een wet wordt, mag een rechter hierop
beroepen
- Rechtsvergelijkende = verwijst op hoe je een vaag woord of zin in een NL wet moet lezen,
naar een buitenlandse wet
, - Systematische = systeem en structuur van de wetgeving
- Teleologische = rechter kijkt naar betekenis die een woord of zinsnede, doel van wetsartikel
Redeneerwijze = bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen
- Naar analogie = wet geschreven voor andere situatie maar WEL van toepassing
- A contrario = wet geschreven voor andere situatie dus NIET van toepassing
rechtsbron = jurisprudentie
Verbintenissenrecht (h2)
= rechtsbetrekking tussen partijen waarin de een verplicht is tot handelen of nalaten door de ander
- Verbintenis uit:
Overeenkomst
Uit de wet rechtmatig of onrechtmatig
Natuurlijke verbintenis
Verbintenis uit overeenkomst
Vermogensrechtelijk verband = 1 persoon verplicht tot prestatie andere persoon heeft daar recht op
Obligatoire overeenkomst = overeenkomst wordt gesloten en rechten en plichten vloeien daaruit
voort afspraak wordt gemaakt en moet gevolgd worden schept verbintenis
Wederkerig = 2 verbintenissen
Beide partijen, (ik betaal 5 euro aan bakker plicht om te betalen, recht op brood,
bakker geeft brood plicht om te geven, recht op geld)
Eenzijdig = 1 verbintenis, partije heeft te presteren, ander heeft recht
Overeenkomst bestaat uit: Wilsverklaring= willen verklaren
- Aanbod bod kan ingetrokken worden, als
Wil = wat iemand echt wil - aanbod niet aanvaard is
Wilsverklaring = wat iemand zegt dat hij wil - als aanbieder niet onherroepelijk
- Aanvaarding heeft gemaakt (aanbod blijft staan)
Wil
Wilsverklaring
Wilsdefect = wat ik heb verklaard, wil ik eigenlijk niet GEEN OVEREENKOMST
- Schrijffout, of versproken
Wil en vertrouwensleer = wil was niet overeenkomst met wilsverklaring maar ander partij kon hier
wel op vertrouwen wel een overeenkomst
Wilsgebrek WEL OVEREENKOMST MAAR VERNIETIGD
= wil klopte wel met verklaring, maar gebrekkige wijze gevormd (niet normaal gewild)
1) Dwaling 3) Bedreiging
2) Bedrog 4) Misbruik van omstandigheden