Manieren om kennis te verwerven:
1) Tenacity (gewoonte) → je gelooft iets, simpelweg omdat je dat altijd geloofd hebt.
→ Nadeel: je stelt je niet open voor nieuwe/andere kennis
2) Authority (autoriteit) → vertrouwen op anderen als onze bron van kennis en
overtuigingen. Dit doen wij als iemand:
- over een bepaalde expertise over het onderwerp heeft
- betrouwbaar overkomt
→ Nadelen: ~ je weet niet zeker of iemand expert is of niet (iemand kan zich
voordoen als expert)
~ verkeerde aanname dat alles wat een autoriteit zegt waar is
3) Reason (redenatie) → het gebruik van logica en rationaliteit
→ Nadeel: er zullen tegenstellende logische conclusies ontstaan, die niet allebei waar
kunnen zijn
4) Empiricism (empirisme) → kennis verkregen door ervaring en observatie
→ Nadelen: ~ je kan niet alles in het leven ervaren, maar toch kennis over
niet-ervaren ervaringen hebben
~ ervaringen zijn niet altijd representatief
~ confirmation bias: de neiging om alleen naar informatie te zoeken die
onze vooraf bestaande kennis/opinie bevestigd.
Science (wetenschap): het proces van het systematisch verzamelen en evalueren van
empirisch bewijs om vragen te beantwoorden en ideeën te testen.
Aspecten van systematisch empirisme: 1. Er is empirisch bewijs
2. Het empirisch bewijs is verzameld door middel van
een systeem/plan
3. Het gebruik van redenatie om het empirisch bewijs
te evalueren en conclusies te maken
De doelen van de wetenschap:
1) Beschrijving: het beschrijven van bepaalde fenomenen → het beschrijven van of
ontdekken van de wetten van de natuur.
2) Verklaring: begrijpen waarom iets voorkomt → ontstaan van een hypothese en
theorie.
Het is voor psychologen lastig om gedrag te verklaren, want:
~ de oorzaken van gedrag worden door verschillende perspectieven bekeken
~ er zijn vaak meerdere oorzaken die gedrag verklaren
~ er moet een onderscheid gemaakt worden tussen distal (verre) en proximate (nabije)
oorzaken