Hoofdstuk 1
-Officieel onstaan: 1776 → Onafhankelijkheidsverklaring
-Zestiende eeuw: onder andere spanje houdt veroveringstocht naar midden en zuid amerika en
zuidelijk deel van noord amerika.
-Zeventiende en achttiende eeuw: Oostkust noordamerika in bezit genomen door NL, Fr en Eng. Eng
had 13 koloniën.
-1750: 13 koloniën zijn welvarend gebied. Zuid: tabak, rijst, indigo (die plantjes van hayday). Miden:
graan en bosbouw, scheepsbouw, handel en scheepvaart.
-Enkele miljoenen in britse gebied: prima afzetmarkt voor moederland.
-Koloniën bestuurd door koninklijke gouverneurs met macht. Maar in elke kolonie had welvarende
bevolking inspraak dmv een soort parlement. Kiesrecht voor bezittende klasse.
-Fr: droit divin, absolutisme→goddelijke macht, koning kan niet afgezet worden want is gekozen
door God. Kritiek op van Rousseau, Montesquieu etc en deze denkbeelden drongen ook in Amerika
door.
-Glorious Revolution in 1688: Jacobus II werd afgezet → koningschap aan banden
-Bill of Rights, 1689: (door John Locke) fundamentele rechten van parlement en burgers. Geen
absolutisme meer mogelijk in Eng. Parlement en koning delen in het vervolg de macht.
-John Locke: koning heeft contract met burgers, krijgt macht van onderop. Burgers hebben regering
nodig die voor orde en rust kan zorgen en hen kan beschermen. Koning heeft gezag ‘in beheer’.
Koning kan worden afgezet als hij mensen beroofd van landerijen of hen zonder aanleiding in
gevangenis zet.
-Strijd tussen kolonie en moederland ontbrand na Boston Tea Party in 1773. Engelsen hieven
belasting op thee. Gevolg: men wilde belasting ontsnappen. East India Company bracht thee direct
de amerikaanse markt op (ipv door engeland) zodat prijs omlaag ging. Amerikanen gingen verkleed
als indianen schepen op en mieterden alle thee huts in de haven.
-Gevolg: Engeland blokkeert haven Boston en burgers Massachusetts hadden geen invloed meer op
bestuur van kolonie. Dit werd door amerikanen ervaren als Intolerable Acts.
-Gevolg: kettingreactie → Koloniën kozen partij voor Bostonians en kwamen in 1774 bijeen voor het
eerste Continentale Congres. Eisen voor Engelse overheid en hun producten werden geboycot.
Engensen hielden echter vast aan maatregelen dus er braken conflicten uit in 1775.
-Boston tea party is direct gevolg voor Onafhankelijkheidsoorlog maar er was meer aan de hand.
Economische problemen tussen moederland en koloniën. Kolonieën leverden te weinig op
terwijl ze veel kostten want er waren kostbare oorlogen met Fr gevoerd om ze veilig te
stellen. Het werd geprobeerd betaalbaar te houden door belastingmaatregelen maar
kolonisten verzetten zich omdat zij tussen 1760 en 1770 ook economische problemen
hadden.
Kolonisten vonden het oneerlijk dat ze niet waren vertegenwoordigd in Lagerhuis.
Ze voelden zich behandeld als slaven en negroes omdat ze allemaal belastingen kregen
opgelegd. Ze ervaarden het als verstikkend
Hoofdstuk 2
-Onafhankelijkheid: 4 juli 1776
-Koloniën hadden nog toenadering gezocht tot Eng maar lijmpogingen mislukten.
-Veel mensen kozen geen partij. Vrijwilligers namen dienst in continentale leger, regelrechte hel
maar ze waren in staat te winnen. Kwam vooral door doorzettingsvermogen en bovendien koos Fr
(vijand Eng) partij voor opstandelingen in 1778. Overwinning werd vastgelegd in Vrede van Parijs
(1783).
-In roes van overwinning werd eenheidsgevoel sterker en er ontstond afkeer van aristocratie en
standen (was typisch engels).
-Officieel onstaan: 1776 → Onafhankelijkheidsverklaring
-Zestiende eeuw: onder andere spanje houdt veroveringstocht naar midden en zuid amerika en
zuidelijk deel van noord amerika.
-Zeventiende en achttiende eeuw: Oostkust noordamerika in bezit genomen door NL, Fr en Eng. Eng
had 13 koloniën.
-1750: 13 koloniën zijn welvarend gebied. Zuid: tabak, rijst, indigo (die plantjes van hayday). Miden:
graan en bosbouw, scheepsbouw, handel en scheepvaart.
-Enkele miljoenen in britse gebied: prima afzetmarkt voor moederland.
-Koloniën bestuurd door koninklijke gouverneurs met macht. Maar in elke kolonie had welvarende
bevolking inspraak dmv een soort parlement. Kiesrecht voor bezittende klasse.
-Fr: droit divin, absolutisme→goddelijke macht, koning kan niet afgezet worden want is gekozen
door God. Kritiek op van Rousseau, Montesquieu etc en deze denkbeelden drongen ook in Amerika
door.
-Glorious Revolution in 1688: Jacobus II werd afgezet → koningschap aan banden
-Bill of Rights, 1689: (door John Locke) fundamentele rechten van parlement en burgers. Geen
absolutisme meer mogelijk in Eng. Parlement en koning delen in het vervolg de macht.
-John Locke: koning heeft contract met burgers, krijgt macht van onderop. Burgers hebben regering
nodig die voor orde en rust kan zorgen en hen kan beschermen. Koning heeft gezag ‘in beheer’.
Koning kan worden afgezet als hij mensen beroofd van landerijen of hen zonder aanleiding in
gevangenis zet.
-Strijd tussen kolonie en moederland ontbrand na Boston Tea Party in 1773. Engelsen hieven
belasting op thee. Gevolg: men wilde belasting ontsnappen. East India Company bracht thee direct
de amerikaanse markt op (ipv door engeland) zodat prijs omlaag ging. Amerikanen gingen verkleed
als indianen schepen op en mieterden alle thee huts in de haven.
-Gevolg: Engeland blokkeert haven Boston en burgers Massachusetts hadden geen invloed meer op
bestuur van kolonie. Dit werd door amerikanen ervaren als Intolerable Acts.
-Gevolg: kettingreactie → Koloniën kozen partij voor Bostonians en kwamen in 1774 bijeen voor het
eerste Continentale Congres. Eisen voor Engelse overheid en hun producten werden geboycot.
Engensen hielden echter vast aan maatregelen dus er braken conflicten uit in 1775.
-Boston tea party is direct gevolg voor Onafhankelijkheidsoorlog maar er was meer aan de hand.
Economische problemen tussen moederland en koloniën. Kolonieën leverden te weinig op
terwijl ze veel kostten want er waren kostbare oorlogen met Fr gevoerd om ze veilig te
stellen. Het werd geprobeerd betaalbaar te houden door belastingmaatregelen maar
kolonisten verzetten zich omdat zij tussen 1760 en 1770 ook economische problemen
hadden.
Kolonisten vonden het oneerlijk dat ze niet waren vertegenwoordigd in Lagerhuis.
Ze voelden zich behandeld als slaven en negroes omdat ze allemaal belastingen kregen
opgelegd. Ze ervaarden het als verstikkend
Hoofdstuk 2
-Onafhankelijkheid: 4 juli 1776
-Koloniën hadden nog toenadering gezocht tot Eng maar lijmpogingen mislukten.
-Veel mensen kozen geen partij. Vrijwilligers namen dienst in continentale leger, regelrechte hel
maar ze waren in staat te winnen. Kwam vooral door doorzettingsvermogen en bovendien koos Fr
(vijand Eng) partij voor opstandelingen in 1778. Overwinning werd vastgelegd in Vrede van Parijs
(1783).
-In roes van overwinning werd eenheidsgevoel sterker en er ontstond afkeer van aristocratie en
standen (was typisch engels).