Geschiedenis oefentoets H4:
Een aantal oorzaken noemen voor de opleving van de handel.
In de 14e eeuw leefde de handel op door een aantal oorzaken.
- De uitvinding van de ijzeren ploeg. De oogsten konden hierdoor toenemen,
waardoor de bevolking ook kon groeien.
- Het drieslagstelsel. Door altijd één stuk grond blaak te laten liggen (zonder
landbouw), kon de natuur beter rusten en kon er meer geoogst worden. Hierdoor
kon de bevolkingsgroei toenemen.
- De ontginning van woeste gronden. Er kwam meer landbouwgrond vrij die de
bevolkingsgroei stimuleerden.
Doordat er meer voedseloverschotten ontstonden, kon de bevolking toenemen en mensen
zich specialiseren. Hierdoor nam de handel en de vraag naar geld toe. Er ontstond een
geldeconomie.
Met een aantal voorbeelden uitleggen hoe kooplieden en landsheren de groei van de
handel stimuleerden.
Kooplieden stimuleerden de groei van de handel, omdat zij producten verspreiden over
verschillende gebieden. Zo ontstonden er samenwerkingsverbanden (Hanze) waardoor de
kooplieden beschermd werden en aangesloten steden elkaar handelsvoordelen gaven.
Landsheren stimuleerden de groei van de handel, omdat zij ervoor zorgden dat de veiligheid
van de kooplieden voorop stond. Hiermee wilde zij de welvaart in een gebied stimuleren.
Uitleggen welk belang stadsbewoners en landsheren hadden bij stadsrechten.
Stadsbewoners en landsheren hadden beide belang bij stadsrechten. De stadsbewoners
mochten zelf hun rechtspraak regelen, een eigen jaarmarkt houden, en kregen zij tolvrijheid.
Hiermee werd de stad onafhankelijk van de landsheer. De landsheer kreeg in ruil voor het
geven van stadsrechten belasting en militaire steun.
Beschrijven dat er in steden groepen mensen leefden met verschillende bestuurlijke en
economische rechten.
In steden leefden groepen mensen met verschillende bestuurlijke en economische rechten.
- Burgerij: mensen met speciale voorrechten.
o Patriciërs: rijke kooplieden.
o Ambachtslieden: mensen die een gilden vormen.
Gilden: gevormd om de toenemende concurrentie door de nieuwe
stedelingen tegen te gaan.
- Mensen zonder burgerrecht: werkten o.a. op het land. (Konden makkelijk tot de
burgerij treden door een grote som geld of door het huwelijk.)
Uitleggen welke invloed de pest had op de economische groei op korte en lange termijn.
De pest staat ook wel bekend als de zwarte dood, waarbij een groot gedeelte van de
bevolking overleed. Het gevolg op korte termijn was dus een sterk dalende vraag waardoor
de prijzen daalde. De algemene levensstandaard steeg hierdoor, maar de handel nam wel
enorm af. Maar doordat de mensen die de pest hadden overleefd meer geld te besteden
hadden, konden zij zich meer veroorloven en kon de handel blijven groeien (lange termijn).
Een aantal oorzaken noemen voor de opleving van de handel.
In de 14e eeuw leefde de handel op door een aantal oorzaken.
- De uitvinding van de ijzeren ploeg. De oogsten konden hierdoor toenemen,
waardoor de bevolking ook kon groeien.
- Het drieslagstelsel. Door altijd één stuk grond blaak te laten liggen (zonder
landbouw), kon de natuur beter rusten en kon er meer geoogst worden. Hierdoor
kon de bevolkingsgroei toenemen.
- De ontginning van woeste gronden. Er kwam meer landbouwgrond vrij die de
bevolkingsgroei stimuleerden.
Doordat er meer voedseloverschotten ontstonden, kon de bevolking toenemen en mensen
zich specialiseren. Hierdoor nam de handel en de vraag naar geld toe. Er ontstond een
geldeconomie.
Met een aantal voorbeelden uitleggen hoe kooplieden en landsheren de groei van de
handel stimuleerden.
Kooplieden stimuleerden de groei van de handel, omdat zij producten verspreiden over
verschillende gebieden. Zo ontstonden er samenwerkingsverbanden (Hanze) waardoor de
kooplieden beschermd werden en aangesloten steden elkaar handelsvoordelen gaven.
Landsheren stimuleerden de groei van de handel, omdat zij ervoor zorgden dat de veiligheid
van de kooplieden voorop stond. Hiermee wilde zij de welvaart in een gebied stimuleren.
Uitleggen welk belang stadsbewoners en landsheren hadden bij stadsrechten.
Stadsbewoners en landsheren hadden beide belang bij stadsrechten. De stadsbewoners
mochten zelf hun rechtspraak regelen, een eigen jaarmarkt houden, en kregen zij tolvrijheid.
Hiermee werd de stad onafhankelijk van de landsheer. De landsheer kreeg in ruil voor het
geven van stadsrechten belasting en militaire steun.
Beschrijven dat er in steden groepen mensen leefden met verschillende bestuurlijke en
economische rechten.
In steden leefden groepen mensen met verschillende bestuurlijke en economische rechten.
- Burgerij: mensen met speciale voorrechten.
o Patriciërs: rijke kooplieden.
o Ambachtslieden: mensen die een gilden vormen.
Gilden: gevormd om de toenemende concurrentie door de nieuwe
stedelingen tegen te gaan.
- Mensen zonder burgerrecht: werkten o.a. op het land. (Konden makkelijk tot de
burgerij treden door een grote som geld of door het huwelijk.)
Uitleggen welke invloed de pest had op de economische groei op korte en lange termijn.
De pest staat ook wel bekend als de zwarte dood, waarbij een groot gedeelte van de
bevolking overleed. Het gevolg op korte termijn was dus een sterk dalende vraag waardoor
de prijzen daalde. De algemene levensstandaard steeg hierdoor, maar de handel nam wel
enorm af. Maar doordat de mensen die de pest hadden overleefd meer geld te besteden
hadden, konden zij zich meer veroorloven en kon de handel blijven groeien (lange termijn).
