Cultuur en Opvoeding
College 1 – Inleiding: redeneermodellen
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Intentioneel opvoeden: ouders reflecteren op opvoedend handelen en sturend optreden.
Belangrijker in Westerse culturen.
Functioneel opvoeden: de vanzelfsprekende dagelijkse omgang met kinderen.
Ecologische benadering van opvoeden: er wordt ook gekeken naar de invloed van de
wijdere omgeving en maatschappelijke context. De context veel invloed op de ontwikkeling
en het gedrag van een kind.
Interculturele pedagogiek: beschrijven en verklaren van de leefsituatie en opvoeding van
allochtone jeugdigen. Het richt zich zowel op de normale ontwikkeling, als op de
risicofactoren en opvoedings- en gedragsproblemen.
Er zijn drie verschillende perspectieven:
1. Ecologisch perspectief: gekeken naar de invloed van de verschillende niveaus van de
omgeving op de dagelijkse opvoeding.
2. Perspectief van acculturatie en cultuurverschillen: het overnemen van sociale
kenmerken van een andere cultuur (acculturatie) kan lang duren. Binnen een gezin
kunnen verschillende niveaus van acculturatie ontstaan.
3. Vergelijkend en historisch perspectief: de opvoeding in Nederland wordt vergeleken
met de opvoeding in het land van herkomst.
Hoofdstuk 2 – Allochtonen in Nederland -> 2.2 – Identificatiecriteria
Letterlijke betekenis Allochtoon: afkomstig van een andere bodem, ander land.
In Nederland worden de volgende twee criteria gehanteerd. Afzonderlijk kunnen deze
criteria niet vastellen of iemand allochtoon is.
1. Nationaliteit: hierbij treedt het probleem op dat sommige mensen een dubbele
nationaliteit hebben. Welke wordt dan geregistreerd?
2. Geboorteland (geboorteland van ouder(s)): nadeel hiervan is dat kinderen van
immigranten niet als allochtoon worden gezien. Daarom wordt het geboorteland van
één van de ouders als criterium gehanteerd.
Het criterium geboorteland is niet houdbaar meer als latere generaties allemaal in
Nederland zijn geboren (bijvoorbeeld bij Molukkers). Daarom is er in Amerika en Canada een
ander criterium:
Zelfidentificatie: een persoon kan zelf bepalen of hij met een bepaalde etnische groep
geassocieerd wil worden of niet.
1