Eco samenvatting pww 3 - Vervoer
H1 – Steeds meer mobiliteit
Voor- en nadelen kunnen noemen van vervoer (fiets, scooter, auto, bus,
trein, vliegtuig en te voet).
H2 – Met de taxi of met de fiets?
Het marktaandeel is het procentuele aandeel van de afzet of omzet van
een bedrijf in de totale markt voor een bepaald product. In formule:
afzet van een onderneming
Marktaandeel van de afzet = x 100%
afzet van de totale markt
(soms wordt het berekent met de omzet i.p.v. afzet)
Totale kosten:
Totale kosten = totale constante kosten + totale variabele kosten
TK = TCK + TVK
De totale constante kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de
productieomvang.
o Bijv: verzekeringskosten, motortuigenbelasting
De totale variabele kosten zijn kosten die toenemen als er meer wordt
geproduceerd. Ze zijn dus afhankelijk van de productieomvang.
o Bijv: grondstoffen, energie, grootste deel van de loonkosten.
Totale winst:
Totale winst = totale opbrengst – totale kosten
TW = TO – TK
Totale opbrengst:
De totale opbrengst is hetzelfde als de omzet en is prijs x afzet.
TO = P x q
Als bedrijven te weinig produceren worden de constante kosten niet
geheel terugverdiend. Pas vanaf een bepaalde productieomvang wordt er
winst gemaakt.
Voor een bedrijf is het van belang te weten bij welke afzet de totale kosten
precies worden terugverdiend.
o Bij een lagere afzet wordt er dan namelijk verlies geleden.
In het omslagpunt is de winst precies 0. Bij TO=TK ligt het break-
evenpunt (BEP). De bijbehorende afzet (de afzet waarbij de TO gelijk is
aan de TK) is de break-evenafzet (BEA) en de bijbehorende omzet is de
break-evenomzet (BEO).
, Vb:
De marginale opbrengst (MO) = opbrengsten die je krijgt als je 1 extra
product verkoopt.
De marginale kosten (MK) kosten die je moet maken om 1 extra product
te maken.
Vb:
Afkortingen:
o TO = totale opbrengst = omzet
o TK = totale kosten
o TCK = totale constante kosten
o TVK = totale variabele kosten
o TW = totale winst
o P = prijs
o q = afzet = verkochte hoeveelheid
H1 – Steeds meer mobiliteit
Voor- en nadelen kunnen noemen van vervoer (fiets, scooter, auto, bus,
trein, vliegtuig en te voet).
H2 – Met de taxi of met de fiets?
Het marktaandeel is het procentuele aandeel van de afzet of omzet van
een bedrijf in de totale markt voor een bepaald product. In formule:
afzet van een onderneming
Marktaandeel van de afzet = x 100%
afzet van de totale markt
(soms wordt het berekent met de omzet i.p.v. afzet)
Totale kosten:
Totale kosten = totale constante kosten + totale variabele kosten
TK = TCK + TVK
De totale constante kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de
productieomvang.
o Bijv: verzekeringskosten, motortuigenbelasting
De totale variabele kosten zijn kosten die toenemen als er meer wordt
geproduceerd. Ze zijn dus afhankelijk van de productieomvang.
o Bijv: grondstoffen, energie, grootste deel van de loonkosten.
Totale winst:
Totale winst = totale opbrengst – totale kosten
TW = TO – TK
Totale opbrengst:
De totale opbrengst is hetzelfde als de omzet en is prijs x afzet.
TO = P x q
Als bedrijven te weinig produceren worden de constante kosten niet
geheel terugverdiend. Pas vanaf een bepaalde productieomvang wordt er
winst gemaakt.
Voor een bedrijf is het van belang te weten bij welke afzet de totale kosten
precies worden terugverdiend.
o Bij een lagere afzet wordt er dan namelijk verlies geleden.
In het omslagpunt is de winst precies 0. Bij TO=TK ligt het break-
evenpunt (BEP). De bijbehorende afzet (de afzet waarbij de TO gelijk is
aan de TK) is de break-evenafzet (BEA) en de bijbehorende omzet is de
break-evenomzet (BEO).
, Vb:
De marginale opbrengst (MO) = opbrengsten die je krijgt als je 1 extra
product verkoopt.
De marginale kosten (MK) kosten die je moet maken om 1 extra product
te maken.
Vb:
Afkortingen:
o TO = totale opbrengst = omzet
o TK = totale kosten
o TCK = totale constante kosten
o TVK = totale variabele kosten
o TW = totale winst
o P = prijs
o q = afzet = verkochte hoeveelheid