Circulatie (20 vragen)
1. Hart & bloedvaten (anatomie?, latijn?)
Arteriën: Intima (endotheelcellen) – elastisch weefsels – media (gladde spiercellen) –
adventitia (sterk stevig bindweefsel)
Venen dunner media, lumen groter
2. Bloedcirculatie (kleine & grote)
- Grote bloedsomloop: Linker ventrikel aorta arteriën arteriolae capillairen
(in de capillair wordt zuurstofrijk bloed door afgifte zuurstof zuurstofarm bloed)
venulae venen VCS en VCI rechter atrium
- Kleine bloedsomloop: Rechter ventrikel arteria pulmonalis rechter èn linker tak
arteriolae capillairen om longblaasjes. in de capillair wordt zuurstofarm bloed
door opname zuurstof zuurstofrijk bloed) venulae 4 x vena pulmonalis linker
atrium.
3. Bloeddruk & polsfrequentie
- Systole = ventrikels trekken samen: beide arteriële kleppen open en de AV-kleppen
slaan dan dicht (anders zou het bloed terugstromen naar de respectievelijke atria):
1ste harttoon
Bloed uit linker ventrikel aorta
Bloed uit rechter ventrikel arteria pulmonalis
Tegelijkertijd ontspannen de beide atria zich = diastole atria:
Bloed uit venae pulmonalis linker atrium.
Bloed uit vena cava superior en v.c. inferior rechter atrium
Tijdens systole ventrikel, komt er een golf bloed in de aorta: hoge druk:
sytolische bloeddruk. Normaal. 120 mmHg. Ook stroomt er een golf bloed in
arteria pulmonalis: veel minder hoge druk dan in de aorta
- Diastole = ventrikels ontspannen zich: beide AV-kleppen gaan open en de beide
arteriële kleppen slaan dicht: 2de harttoon
Bloed uit linker atrium linker ventrikel
Bloed uit rechter atrium rechter ventrikel
Door aanzuigende werking ventrikels en doordat beide atria zich dan
samentrekken = systole atria
Er stroomt nu geen nieuw bloed de aorta in lage druk: diastolische
bloeddruk. Normaal 70 (-80) mm Hg. Druk wordt in de slagaders gemeten.
Linker ventrikel moet bloed door hele lichaam pompen: heeft een dikke wand
Rechter ventrikel hoeft het bloed slechts naar longen in de buurt te pompen:
dunne wand
- Polsfrequentie = De snelheid waarmee het hart klopt wordt steeds aangepast aan de
inspanning die het lichaam moet leveren. Daarnaast is de vulling van het hart van
invloed op de frequentie, bij minder vulling zal de frequentie toenemen.