1
2023-2024 Kayleigh de Bruin
23053504 – Forensische Psychiatrie
Samenvatting Literatuur en Hoorcolleges
Semester 1 2023-2024
,2
2023-2024 Kayleigh de Bruin
Literatuur week 1: 16 t/m 20 oktober
Hoofdstuk 1: Psychiatrische stoornis en diagnostiek
2.1 Lichamelijk versus psychisch
Psychiatrisch ziekten worden gekenmerkt door psychische klachten en verschijnselen,
zoals verwardheid en hallucinaties. Er zijn ook psychiatrische ziekten met lichamelijke
klachten of verschijnselen, iemand met depressie of een angststoornis kunnen klachten
hebben als moeheid of verandering in eetlust.
2.2 Ziek versus gezond
Voor psychiatrische ziekten geldt: er moet sprake zijn van lijdensdruk en/ of sociaal
disfunctioneren. Daarnaast is er het tweede aspect: het waardeaspect. De samenleving bepaalt
mede hoe de psychische klachten en verschijnselen worden gedefinieerd, en de cultuur en de
persoonlijke opvattingen bepalen mede of er sprake is van lijden en/of maatschappelijk
disfunctioneren. Een psychiatrische ziekte is dus een ziekte met psychische klachten en/of
verschijnselen die gepaard gaat met een significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal
functioneren.
2.3 Psychische functies
De hersenen zijn het orgaan dat erop is gericht dat het individu zich adapteert aan de
eisen die de omgeving aan hem stelt. Hiertoe nemen de hersenen informatie van buiten en
binnen het lichaam op (waarneming), wordt deze informatie getoetst aan eerdere ervaringen
(geheugen), direct gewaardeerd (emoties) of beoordeeld. De uitkomst van deze al dan niet
bewuste processen vertaalt zich in automatische spierbewegingen (reflexen, motoriek) of
gericht handelen (gedrag). Bij de werking van de hersenen wordt een onderscheid gemaakt
tussen neurologische en psychische functies. Traditioneel noemen we hersenfuncties
neurologisch wanneer de lokalisatie hiervan in de hersenen vrij goed is aan te wijzen.
Psychische functies zijn waarschijnlijk gebonden aan sterk wisselende neuronale netwerken.
, 3
2023-2024 Kayleigh de Bruin
In de Europese filosofische traditie worden de psychische functies in drie hoofdgroepen
ingedeeld: denken, voelen en willen. De psychiatrie gebruikt voor deze hoofdfuncties de
termen cognitieve, affectieve en conatieve functies (zie Tabel 1 t/m 3).
Tabel 1
Cognitieve functies.
Functie Definitie
Bewustzijn Toestand van besef van zichzelf en van de
omgeving.
Aandacht Het vermogen om zich te richten of om
gericht te blijven op een ervaring of
activiteit waarmee men bezig is of wil zijn.
Oriëntatie Het vermogen zichzelf te situeren in de tijd,
in de ruimte, tegenover andere personen en
de eigen persoon.
Geheugen Het vermogen om nieuwe informatie kort
vast te houden en te reproduceren, om
nieuwe informatie op te slaan en om oude
informatie te reproduceren.
Realiteitsbesef Het vermogen om onderscheid te maken
tussen de externe werkelijkheid en de eigen
denkbeelden en fantasieën.
Ziektebesef en ziekte-inzicht Respectievelijk de mate waarin het
betrokkene besef heeft van de psychiatrische
stoornis, en van de aard en de oorzaken van
de psychiatrische stoornis en van de
2023-2024 Kayleigh de Bruin
23053504 – Forensische Psychiatrie
Samenvatting Literatuur en Hoorcolleges
Semester 1 2023-2024
,2
2023-2024 Kayleigh de Bruin
Literatuur week 1: 16 t/m 20 oktober
Hoofdstuk 1: Psychiatrische stoornis en diagnostiek
2.1 Lichamelijk versus psychisch
Psychiatrisch ziekten worden gekenmerkt door psychische klachten en verschijnselen,
zoals verwardheid en hallucinaties. Er zijn ook psychiatrische ziekten met lichamelijke
klachten of verschijnselen, iemand met depressie of een angststoornis kunnen klachten
hebben als moeheid of verandering in eetlust.
2.2 Ziek versus gezond
Voor psychiatrische ziekten geldt: er moet sprake zijn van lijdensdruk en/ of sociaal
disfunctioneren. Daarnaast is er het tweede aspect: het waardeaspect. De samenleving bepaalt
mede hoe de psychische klachten en verschijnselen worden gedefinieerd, en de cultuur en de
persoonlijke opvattingen bepalen mede of er sprake is van lijden en/of maatschappelijk
disfunctioneren. Een psychiatrische ziekte is dus een ziekte met psychische klachten en/of
verschijnselen die gepaard gaat met een significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal
functioneren.
2.3 Psychische functies
De hersenen zijn het orgaan dat erop is gericht dat het individu zich adapteert aan de
eisen die de omgeving aan hem stelt. Hiertoe nemen de hersenen informatie van buiten en
binnen het lichaam op (waarneming), wordt deze informatie getoetst aan eerdere ervaringen
(geheugen), direct gewaardeerd (emoties) of beoordeeld. De uitkomst van deze al dan niet
bewuste processen vertaalt zich in automatische spierbewegingen (reflexen, motoriek) of
gericht handelen (gedrag). Bij de werking van de hersenen wordt een onderscheid gemaakt
tussen neurologische en psychische functies. Traditioneel noemen we hersenfuncties
neurologisch wanneer de lokalisatie hiervan in de hersenen vrij goed is aan te wijzen.
Psychische functies zijn waarschijnlijk gebonden aan sterk wisselende neuronale netwerken.
, 3
2023-2024 Kayleigh de Bruin
In de Europese filosofische traditie worden de psychische functies in drie hoofdgroepen
ingedeeld: denken, voelen en willen. De psychiatrie gebruikt voor deze hoofdfuncties de
termen cognitieve, affectieve en conatieve functies (zie Tabel 1 t/m 3).
Tabel 1
Cognitieve functies.
Functie Definitie
Bewustzijn Toestand van besef van zichzelf en van de
omgeving.
Aandacht Het vermogen om zich te richten of om
gericht te blijven op een ervaring of
activiteit waarmee men bezig is of wil zijn.
Oriëntatie Het vermogen zichzelf te situeren in de tijd,
in de ruimte, tegenover andere personen en
de eigen persoon.
Geheugen Het vermogen om nieuwe informatie kort
vast te houden en te reproduceren, om
nieuwe informatie op te slaan en om oude
informatie te reproduceren.
Realiteitsbesef Het vermogen om onderscheid te maken
tussen de externe werkelijkheid en de eigen
denkbeelden en fantasieën.
Ziektebesef en ziekte-inzicht Respectievelijk de mate waarin het
betrokkene besef heeft van de psychiatrische
stoornis, en van de aard en de oorzaken van
de psychiatrische stoornis en van de