Alle stof
Wat is gezondheid?
WHO zegt: “dat het een status is van compleet fysiek, mentaal en sociaal wel bevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte of gebreken.”
Deze definitie is niet sterk genoeg, want bijna niemand is volledig fysiek, mentaal en sociaal gezond.
Fysiek -> Alles wat met het lichaam te maken heeft.
Sociaal -> Kun jij je sociale rollen die bij jou horen uitvoeren? Naar school gaan, leren voor een tentamen, maar
ook of je in staat bent om naar je werk te gaan.
Mentaal -> Zit je lekker in je vel? Zijn er nog dingen die je dwars zitten?
Deze 3 onderdelen staan met elkaar in verband
Gezondheidsdeterminanten = Factoren die invloed hebben op jouw gezondheid.
Toegankelijkheid en kwaliteit van medische zorg, voeding, bewegen, inkomen, fysieke omgeving
(lampen bijvoorbeeld), politieke omgeving en menselijke relaties.
Wordt ook wel uitgedrukt in Qaly.
Quality Adjusted Life Years = kwaliteit van leven
Model van Lalonde
Gezondheid –> Welke determinanten hebben invloed op onze gezondheid, bijvoorbeeld overgewicht.
Biologische factoren –> Heb je diabetes? Zijn er gedurende je leven blessures of ziekten bijgekomen.
Omgeving:
Fysieke omgeving -> Woon je in een veilige wijk met genoeg speel mogelijkheden? Of woon je 3 hoog
in een flat zonder tuin? Station Nijmegen biedt veel mogelijkheden aan om iets lekkers te halen.
Sociale omgeving –> Stimuleren je ouders je om te gaan sporten? Sporten ze zelf ook? Of laten ze je
ongezond gedrag zien?
Leefstijl -> Hoe vaak in de week sport je? Wat eet je? Beschik je over de juiste kennis voor het uitvoeren van
een gezonde levensstijl?
Zorgvoorzieningen –> Zijn de voorzieningen toegankelijk. Hier in Nederland gelukkig wel.
Elk onderdeel staat met elkaar in verbinding.
Het grootste effect op de gezondheid hebben leefstijl en gedrag.
,Bravo factoren –> Factoren die samen ons leefstijl gedrag bepalen.
B -> bewegen
R -> roken
A -> alcohol en drugsgebruik
V -> voeding
O -> ontspanning
Bij elk onderdeel heb je normwaarden/referentiewaarden.
Hoeveel moet ik nou eigenlijk bewegen? Wat verstaan we onder gezonde voeding?
Wat is ontspanning?
Iedereen ontspant op zijn eigen manier. De één gaat sporten en de ander gaat slapen.
Het is belangrijk om te kijken wat iemand zijn belastbaarheid is, dus wat kan iemand aan en wat is de belasting.
Met belasting wordt bedoeld, de druk die opgelegd wordt.
Deze 2 dingen moeten in evenwicht zijn, is dat niet het geval dan is er sprake van verveling of
overbelasting.
Belasting en belastbaarheid kan zijn op fysiek vlak, maar ook op sociaal en mentaal vlak.
Model van positieve gezondheid van Huber
Lichaamsfuncties -> Je gezond voelen, fitheid, klachten en pijn, slapen, eten, conditie en bewegen.
Mentaal welbevinden -> Onthouden, concentreren, communiceren, vrolijk zijn, jezelf accepteren, omgaan met
verandering en gevoel van controle.
Zingeving -> Zinvol leven, levenslust, idealen willen bereiken, vertrouwen hebben, accepteren, dankbaarheid en
blijven leren.
Kwaliteit van leven -> Genieten, gelukkig zijn, lekker in je vel zitten, balans, je veilig voelen, rondkomen met je
geld en hoe je woont.
Meedoen -> Sociale contacten, serieus genomen worden, samen leuke dingen doen, steun van anderen, erbij
horen, zinvolle dingen doen en interesse in de maatschappij.
Dagelijks functioneren -> Zorgen voor jezelf, je grenzen kennen, kennis van gezondheid, omgaan met tijd,
omgaan met geld, kunnen werken en hulp kunnen vragen.
,Samenvattend
Gezondheid
Gezondheid kan fysiek, sociaal en mentaal zijn.
Het is een wisselwerking tussen endogene en exogene factoren. Wat gebeurt er in je omgeving en wat
komt er vanuit jezelf.
Het verandert ook met de tijd.
Objectief en subjectief. Een arts kan je vertellen dat je been gebroken is (objectief). Je kunt je gezond
voelen, maar dat verschilt per dag (subjectief). Hoe Nederland naar gezondheid kijkt verandert ook
met de tijd.
Antropometrie -> meten van lichaamsmaten.
Ergometrie -> houding en beweging
Beweegnormen voor volwassenen
150 minuten matig intensieve inspanning verspreid over diverse dagen.
Spier- en botversterkende activiteiten minimaal 2x per week.
En voorkom veel stilzitten.
Beweegnormen voor kinderen
Minimaal 1 uur per dag matig intensieve inspanning.
Spier- en botversterkende activiteiten minimaal 3x per week.
En voorkom veel stilzitten.
Normwaarden
De normwaarden voor drugs, alcohol en roken zijn nul.
Hoe schadelijk een drug kan zijn hangt af van het type drug.
Obesitas -> ziekelijk overgewicht, zoveel overgewicht hebben dat je langzaam ziek aan het worden bent.
Ruim de helft van de volwassen bevolking heeft overgewicht.
Waarvan 11% mannelijk obesitas en 12% vrouwelijk obesitas.
Effecten van overgewicht
Hart- en vaatziekten neemt toe
Suikerziekte type2
Gewrichtsslijtage
Hoge bloeddruk
Overgewicht heeft geen effect op mentale gezondheid, maar obesitas wel.
Obesogene omgeving -> omgeving dwingt je om dikker te worden.
Tegenwoordig is erop iedere hoek van de straat eten te koop.
Ook zijn er meer mogelijkheden om niet te hoeven lopen of fietsen.
Voedingsnormen
, Groente en fruit -> 250 gram groenten en 2 stuks fruit per dag.
Vooral volkoren -> brood, rijst, pasta
Meer plantaardig en minder vlees
Zachte en vloeibare vetten
Dorstlessers zonder suiker
Wat heb je nodig?
Macronutriënten -> koolhydraten, vetten en eiwitten
Micronutriënten -> vitaminen, mineralen, vezels en vocht
Veel vitamines die in vet oplosbaar zijn (B vitamines), heb je vaker een gebrek aan als je plantaardig
eet.
Te veel hiervan kan heel schadelijk zijn voor je zenuwstelsel.
Vitamines die in wateroplosbaar zijn, kun je nooit te veel van krijgen dat plas je namelijk uit (vitamine
C).
Vezels zijn belangrijk voor de darmwerking.
Vezels vormen een kluwen wat zorgt ervoor dat je eetlust afneemt.
Koolhydraten -> zetmeel, suiker, glycogeen, glucose, fructose, druivensuiker, maltose, lactose.
Ook wel sachariden genoemd.
Monosachariden -> enkelvoudig koolhydraat
Disachariden -> 2 sachariden, bijvoorbeeld sucrose, maltose en lactose
Polysachariden -> meerdere sachariden, zoals glycogeen/zetmeel.
Verzadigde vetzuren -> zijn bij kamertemperatuur vast.
Onverzadigde vetzuren -> zijn bij kamertemperatuur vloeibaar
Hoe een spier is opgebouwd?
Een spier zit vast aan een bot, daartussen ligt de pees.
Pees -> overgang tussen de spier en het bot.
Wit van kleur, want de pees is niet goed doorbloed in vergelijking met een spier.
Wanneer je een pees scheurt moet hij vrijwel altijd doormiddel van een operatie vastgemaakt worden.
De kans dat een pees scheurt is heel klein.
Er zijn 3 soorten spierweefsel:
Dwarsgestreept spierweefsel -> skeletspieren, deze spieren zitten aan 2 kanten van een bot vast,
bijvoorbeeld de biceps en de quadriceps femoris.
Je bepaalt zelf of je deze spieren gebruikt.
Glad spierweefsel -> bevindt zich in het darmstelsel, de maag, maar ook in alle slagaders.
Niet onder invloed van je wil, want je kunt niet zomaar je blindedarm aanspannen.
Hartspierweefsel -> kun je een klein beetje beïnvloeden, doormiddel van ademhaling kun je je
hartslag naar beneden krijgen.
Een spier bestaat uit meerdere bundels van spiervezels.
Fasciculus -> Een bundel van spiervezels.
Om de spier ligt een beschermlaag die alles bij elkaar houdt.
Deze wordt het epimysium genoemd.
Om een bundel van spiervezels ligt ook een beschermlaag.
Die wordt het perimysium genoemd.
In een spiervezel bundel zitten meerdere spiervezels.
Één spiervezel wordt ook wel spiercel genoemd.
Één spiervezel heeft meerdere celkernen.
Om de spiervezel zit een beschermlaagje om alles bij elkaar te houden, namelijk de endomysium.
In de grootste spier van je lichaam, liggen meer dan 1 miljoen spiervezels.
Een spiervezel bestaat vervolgens weer uit myofibrillen.