Samenvatting Manifest Nederlands op school
Nederlands zou niet uitdagend genoeg zijn en het programma zou geen inhoud hebben. Het aanleren
van taalvaardigheid en geletterdheid zou beter moeten.
Bewuste taalvaardigheid wordt belangrijk gevonden. Het moet gaan om bewuste geletterdheid en
bewuste literaire competentie. Hiervoor is herziening van het curriculum nodig.
Stellingen die belangrijk zijn binnen het manifest Nederlands op school:
1. Bewust geletterd bewuste taalvaardigheid, bewuste literaire competentie; inzicht in taal,
literatuur en communicatie.
2. Doen maar ook denken denkvaardigheid is belangrijk, onderzoekende houding,
stimuleren van creativiteit.
3. Vorm maar ook inhoud het moet gaan over Nederlands als taalkundig fenomeen en over
de concrete vorm. Voertuig van het denken, product/producent van cultuur.
4. Meer samenhang integratie van kennis en vaardigheden. Er moet samenhang zijn tussen
de verschillende taaldomeinen taal, literatuur en communicatie. Deze is er nu niet. Het
domein taalvaardigheid is niet voldoende ontwikkeld.
5. Beloon inzicht bewustzijn van de taalbeheersing en literaire competentie moet getoetst
worden.
6. Toets ook het schrijven landelijk
7. Minder werkdruk de docenten moeten minder werkdruk hebben, er moet ruimte zijn voor
vakdidactische scholing.
8. Samenwerking en uitwisseling voor het ontwikkelen van materiaal en toetsen; redeneren
wordt vergeten.
Taal is van wezenlijk belang voor maatschappelijk succes. Het belangrijkste doel is geletterdheid,
inzicht in eigen niveau, bewuste geletterdheid. Het vak Nederlands is de afgelopen 25 jaar niet meer
veranderd. 1/7 is analfabeet.
Er moet herziening plaatsvinden die de docenten ondersteunt.
Het taalonderwijs is te weinig gericht op het bewust gebruiken van kennis over taal; het zorgt voor
het vermijden van fouten en voor inzicht. Het moet gaan van feitenkennis naar inzicht, begrip en
toepassing.
Al het onderwijs is te weinig gericht op het bewuste aspect. Dit geldt ook voor literatuur en fictie.
Literatuur lezen is niet meer vanzelfsprekend. Het lezen van fictie en literatuur is goed voor de
sociale, emotionele, intellectuele en talige ontwikkeling. Het leidt tot reflectie, langzaam lezen en
concentratie.
Nederlands zou niet uitdagend genoeg zijn en het programma zou geen inhoud hebben. Het aanleren
van taalvaardigheid en geletterdheid zou beter moeten.
Bewuste taalvaardigheid wordt belangrijk gevonden. Het moet gaan om bewuste geletterdheid en
bewuste literaire competentie. Hiervoor is herziening van het curriculum nodig.
Stellingen die belangrijk zijn binnen het manifest Nederlands op school:
1. Bewust geletterd bewuste taalvaardigheid, bewuste literaire competentie; inzicht in taal,
literatuur en communicatie.
2. Doen maar ook denken denkvaardigheid is belangrijk, onderzoekende houding,
stimuleren van creativiteit.
3. Vorm maar ook inhoud het moet gaan over Nederlands als taalkundig fenomeen en over
de concrete vorm. Voertuig van het denken, product/producent van cultuur.
4. Meer samenhang integratie van kennis en vaardigheden. Er moet samenhang zijn tussen
de verschillende taaldomeinen taal, literatuur en communicatie. Deze is er nu niet. Het
domein taalvaardigheid is niet voldoende ontwikkeld.
5. Beloon inzicht bewustzijn van de taalbeheersing en literaire competentie moet getoetst
worden.
6. Toets ook het schrijven landelijk
7. Minder werkdruk de docenten moeten minder werkdruk hebben, er moet ruimte zijn voor
vakdidactische scholing.
8. Samenwerking en uitwisseling voor het ontwikkelen van materiaal en toetsen; redeneren
wordt vergeten.
Taal is van wezenlijk belang voor maatschappelijk succes. Het belangrijkste doel is geletterdheid,
inzicht in eigen niveau, bewuste geletterdheid. Het vak Nederlands is de afgelopen 25 jaar niet meer
veranderd. 1/7 is analfabeet.
Er moet herziening plaatsvinden die de docenten ondersteunt.
Het taalonderwijs is te weinig gericht op het bewust gebruiken van kennis over taal; het zorgt voor
het vermijden van fouten en voor inzicht. Het moet gaan van feitenkennis naar inzicht, begrip en
toepassing.
Al het onderwijs is te weinig gericht op het bewuste aspect. Dit geldt ook voor literatuur en fictie.
Literatuur lezen is niet meer vanzelfsprekend. Het lezen van fictie en literatuur is goed voor de
sociale, emotionele, intellectuele en talige ontwikkeling. Het leidt tot reflectie, langzaam lezen en
concentratie.
