Associate degree HBO Officemanagement - Moduleopdracht Integrale opdracht (Beoordeeld met een 8!)

Examen Exameninformatie Met het examen toetst Schoevers in welke mate je de leerdoelen van deze module beheerst. De leerdoelen staan beschreven in de inleiding. Het examen is op basis van deze leerdoelen ontwikkeld. Stap 1: Wat lever je in? Deze module wordt afgerond met een integrale opdracht. Je levert een verslag in waarin alle onderdelen zoals benoemd in stap 2 uitgewerkt zijn. Stap 2: Welke stappen onderneem je? a. Beschrijving van de huidige situatie Inventariseer in een gesprek met opdrachtgever en stakeholders mogelijke problemen die spelen in de organisatie/afdeling en die vragen om verbetering. Beschrijf de huidige situatie, waarin vanuit jouw opdrachtgever/werkgever een probleem of wens besloten ligt. b. Feitelijke informatie verzamelen over het probleem met de vragen uit de definefase (Oriëntatie op het probleem) van het Waarderend handelen als leidraad (zie download) Samen met de stakeholders verzamel je feitelijke informatie en je beschrijft deze. Let op! in deze fase gaat het nog niet over meningen. c. Succesvolle voorbeelden uit de organisatie inventariseren De informatie wordt verzameld door gesprekken met stakeholders. Dit gesprek kan gaan over het inventariseren van algemene succesvolle voorbeelden uit de organisatie (wat doen we goed?). Je kunt het gesprek ook toespitsen op het gekozen probleem (wat gaat er goed als we naar dit probleem kijken?). Wat zegt dit probleem over de kwaliteiten, kennis en ervaring die al aanwezig is in die organisatie? Wat gaat er al goed? Wat waardeer je? d. Meningen verzamelen van stakeholders Bepaal de vorm die je gebruikt om de meningen te verzamelen (storytelling, semigestructureerd interview, ongestructureerd interview)? Waarom kies je voor deze vorm? Wat zijn de meningen van stakeholders over het probleem zoals beschreven in stap a en b. Wat vinden zij ervan? En wat zou de ideale situatie t.a.v. dit probleem zijn? Formuleer in één of twee zinnen op een bevestigende manier hoe de ideale situatie eruit ziet (bijvoorbeeld: versiebeheer is eenduidig en op orde en wordt door iedereen op dezelfde manier gehanteerd. 2. De taken en verantwoordelijkheden van afdeling A sluiten aan bij de huidige inhoud van de functies en zijn concreet geformuleerd.) e. Wat is het vraagstuk? Destilleer uit het probleem een essentieel vraagstuk en formuleer dit op positieve wijze. Bijvoorbeeld als het probleem een te hoog personeelsverloop is, kun je het vraagstuk formuleren als 'hoe kan de organisatie zorgen voor het beter binden en boeien van personeel zodat de medewerkers minimaal 5 jaar verbonden zijn aan de organisatie'. Leg in je uitwerking een duidelijk verband tussen de theorie uit de modules en de praktijk, en zorg voor een goede onderbouwing van de door jou gemaakte keuzes. Laat alle onderdelen van de opdracht aan bod komen. Ook als je de opdracht uitvoert op basis van een organisatie in je (directe) omgeving, behandel al deze stappen/deelopdrachten in je opdracht. f. Evaluatie Je beschrijft wat je leerde van het werken aan deze opdracht. Wat bleek gemakkelijk te zijn? Wat viel tegen? Zijn er zaken die je nu anders aan zou aanpakken? Tot slot formuleer je concreet waar je in een soortgelijke opdracht de volgende keer op zult letten om een zo goed mogelijk resultaat te bewerkstelligen. Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht? De integrale opdracht bevat minimaal de volgende onderdelen: Voorblad met de volgende informatie: Voorletters en naam Studentnummer Datum Schoevers Naam van de opleiding die je volgt Naam van de module Voorwoord Je stelt jezelf voor, geeft aan voor wie je de integrale opdracht schrijft en geeft de aanleiding weer voor het schrijven van de opdracht. Samenvatting Je maakt een samenvatting van maximaal 1 pagina van de inhoud van de opdracht. Deze samenvatting moet compleet en begrijpelijk zijn voor iemand die de opdracht niet heeft gelezen. Inhoudsopgave Inleiding Je beschrijft de organisatie waarvoor je jouw opdracht hebt gemaakt evenals het belang en de opzet van je opdracht. De hoofdtekst (stappen a t/m f zoals hierboven beschreven) Literatuurlijst Bijlagen (eventueel) De opdracht bestaat uit minimaal 5 en maximaal 10 pagina’s opgemaakte hoofdtekst (inclusief inleiding) en maximaal 7 pagina’s (A4-formaat) bijlagen, bij regelafstand 1 en lettertype en -grootte Arial 10/11. Het voorblad, het voorwoord, de samenvatting, de inhoudsopgave en de literatuurlijst tellen niet mee in het maximumaantal pagina’s. Indien je het aantal pagina’s overschrijdt, kan dit negatieve consequenties hebben voor je beoordeling.