Universiteit Utrecht
Basis in Onderzoek en Statistiek blok 1:
Correlationeel en experimenteel samenvatting
,Inhoudsopgave
Correlationeel: Hoorcollege 1......................................................................................................................... 2
Correlationeel: Hoorcollege 2......................................................................................................................... 9
Correlationeel: Hoorcollege 3....................................................................................................................... 13
Correlationeel: Hoorcollege 4 (Regressie- deel 1)..........................................................................................16
Correlationeel: Hoorcollege 5 (Regressie- deel 2)..........................................................................................21
Correlationeel: Hoorcollege 6....................................................................................................................... 23
Experimenteel: Hoorcollege 1...................................................................................................................... 28
Experimenteel: Hoorcollege 2...................................................................................................................... 35
Experimenteel: Hoorcollege 3...................................................................................................................... 39
Experimenteel: Hoorcollege 4...................................................................................................................... 44
Experimenteel: Hoorcollege 5 (verschillen en overeenkomsten)...................................................................52
Correlationeel: Hoorcollege 1
2
,Correlationeel
- Onderzoeksvragen over samenhang of relatie tussen eigenschappen.
Bijvoorbeeld:
Zie je bij een toename in social media contact vooraf meer of minder plezier tijdens een
eerste date?
Hangt lengte van verblijf in een AZC samen met de kan op een verblijfsvergunning?
Dataverzameling bij correlationeel onderzoek
Data kan op allerlei verschillende manier verzameld worden:
- Observatie studies , Bestaande gegevens/ big data, Vragenlijsten (surveys)
Verschil/ overeenkomsten kwalitatief onderzoek:
- Dit betekent dat we niet per se hele andere manieren van data verzameling gebruiken,
maar wel dat die manieren van dataverzameling anders in elkaar zitten, die hebben een
andere focus. Vergeleken met kwalitatief onderzoek. We zijn specifiek opzoek naar
samenhang tussen een aantal constructen, andere gefocust. Binnen dit type onderzoek
wordt vaak gebruik gemaakt van big data, grote databestanden met veel data van veel
respondenten.
- Overeenkomsten, maar vooral de insteek is anders.
De theorie-data cyclus
-Correlationeel onderzoek wordt over het algemeen op een deductieve manier uitgevoerd.
-Voor de theorie-data cyclus betekent dit dat ze in volgorde worden uitgevoerd.
Onderzoeksvragen in correlationeel onderzoek
Onderzoeksvragen hebben 3 kenmerken: PAC
- Population (populatie): De groep mensen (of dieren of objecten) die de onderzoeker wil
onderzoeken. Over welke groep gaat dit?
Voorbeeld: Alle eerstejaars studenten aan universiteiten in Nederland, alle
vluchtelingenkinderen van 8-10 jaar die in Nederland in een asielzoekerscentrum (AZC)
wonen
- Association (Verband/relatie): De onderzoeker geeft aan welke relatie verwacht wordt.
Je moet kunnen herkennen om wat voor type relatie het gaat.
3
, Voorbeelden: Plezier van eerste date neemt toe met meer contact via sociaal media vooraf,
hoe langer vluchtelingenkinderen in een asielzoekerscentrum wonen, hoe kleiner de kans op
een verblijfsvergunning
-De richting van de vraag (bijv plezier van eerste date neemt toe) kun je zien in een
spreidingsdiagram.
-Association kan op verschillende manieren worden geformuleerd. Kijken naar samenhang,
maar ook causaliteit.
- Constructs (theoretische begrippen): de kenmerken die de onderzoeker van de mensen
wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt. Als we relatie tussen
onderwerpen in de onderzoeksvraag hebben, zullen er minimaal 2 contructs in de
onderzoeksvraag terugvinden.
Voorbeelden: Plezier van de eerste date & hoeveelheid social media contact vooraf, Lengte
verblijf in AZC & Kans op verblijfsvergunning
Causaliteit
- Bij vragen over één bepaald kenmerk een verandering in een ander kenmerk
veroorzaakt, spreken we over causaliteit.
- Bij causaliteit spreken we over onderzoeksvragen die een oorzaak/gevolg verband heeft.
= de een de oorzaak, en de ander het gevolg.
Bijvoorbeeld: Wanneer het social media contact toeneemt, dan zorgt dat ervoor dat het
plezier in de eerste date toeneemt.
- Niet causaal: ze hangen samen. Er is samenhang tussen het plezier van de eerste date en
social media contact. Dat laat je in het midden wat de oorzaak is en wat het gevolg.
Samenhang geeft de 2 variabelen een gelijke relatie.
- In correlationeel onderzoek beperken we ons tot relatie, gelijkwaardige status van de
onderwerpen waarin we geïnteresseerd zijn. Waarom is dat zo? Omdat je met causaliteit
aan 3 voorwaarden moet voldoen:
Voorwaarden causaliteit
- Covariance: Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
- Temporal precedence: De oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg
- Internal validity: Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn
uitgesloten, dat is erg lastig. Relatie is belangrijk, maar we moeten meer, we moeten
alternatieve verklaringen uitsluiten.
Belangrijk: Wat we doen in correlationeel onderzoek: we kunnen alleen maar de relatie
aantonen, we kunnen niet een causale relatie aantonen. Dit type onderzoek is niet geschikt
om a laat tot b aan te tonen (experimenteel onderzoek is daar meer geschikt voor). We
beperken ons tot relatie.
Meetbaar maken (concreet maken hoe we de onderwerpen gaan meten, hoe kunnen we
data verzamelen)
- Om een theoretisch begrip zoals agressie, plezier, perfectie enz. te meten moeten de
onderzoekers een operationalisatieproces doorlopen:
4
Basis in Onderzoek en Statistiek blok 1:
Correlationeel en experimenteel samenvatting
,Inhoudsopgave
Correlationeel: Hoorcollege 1......................................................................................................................... 2
Correlationeel: Hoorcollege 2......................................................................................................................... 9
Correlationeel: Hoorcollege 3....................................................................................................................... 13
Correlationeel: Hoorcollege 4 (Regressie- deel 1)..........................................................................................16
Correlationeel: Hoorcollege 5 (Regressie- deel 2)..........................................................................................21
Correlationeel: Hoorcollege 6....................................................................................................................... 23
Experimenteel: Hoorcollege 1...................................................................................................................... 28
Experimenteel: Hoorcollege 2...................................................................................................................... 35
Experimenteel: Hoorcollege 3...................................................................................................................... 39
Experimenteel: Hoorcollege 4...................................................................................................................... 44
Experimenteel: Hoorcollege 5 (verschillen en overeenkomsten)...................................................................52
Correlationeel: Hoorcollege 1
2
,Correlationeel
- Onderzoeksvragen over samenhang of relatie tussen eigenschappen.
Bijvoorbeeld:
Zie je bij een toename in social media contact vooraf meer of minder plezier tijdens een
eerste date?
Hangt lengte van verblijf in een AZC samen met de kan op een verblijfsvergunning?
Dataverzameling bij correlationeel onderzoek
Data kan op allerlei verschillende manier verzameld worden:
- Observatie studies , Bestaande gegevens/ big data, Vragenlijsten (surveys)
Verschil/ overeenkomsten kwalitatief onderzoek:
- Dit betekent dat we niet per se hele andere manieren van data verzameling gebruiken,
maar wel dat die manieren van dataverzameling anders in elkaar zitten, die hebben een
andere focus. Vergeleken met kwalitatief onderzoek. We zijn specifiek opzoek naar
samenhang tussen een aantal constructen, andere gefocust. Binnen dit type onderzoek
wordt vaak gebruik gemaakt van big data, grote databestanden met veel data van veel
respondenten.
- Overeenkomsten, maar vooral de insteek is anders.
De theorie-data cyclus
-Correlationeel onderzoek wordt over het algemeen op een deductieve manier uitgevoerd.
-Voor de theorie-data cyclus betekent dit dat ze in volgorde worden uitgevoerd.
Onderzoeksvragen in correlationeel onderzoek
Onderzoeksvragen hebben 3 kenmerken: PAC
- Population (populatie): De groep mensen (of dieren of objecten) die de onderzoeker wil
onderzoeken. Over welke groep gaat dit?
Voorbeeld: Alle eerstejaars studenten aan universiteiten in Nederland, alle
vluchtelingenkinderen van 8-10 jaar die in Nederland in een asielzoekerscentrum (AZC)
wonen
- Association (Verband/relatie): De onderzoeker geeft aan welke relatie verwacht wordt.
Je moet kunnen herkennen om wat voor type relatie het gaat.
3
, Voorbeelden: Plezier van eerste date neemt toe met meer contact via sociaal media vooraf,
hoe langer vluchtelingenkinderen in een asielzoekerscentrum wonen, hoe kleiner de kans op
een verblijfsvergunning
-De richting van de vraag (bijv plezier van eerste date neemt toe) kun je zien in een
spreidingsdiagram.
-Association kan op verschillende manieren worden geformuleerd. Kijken naar samenhang,
maar ook causaliteit.
- Constructs (theoretische begrippen): de kenmerken die de onderzoeker van de mensen
wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt. Als we relatie tussen
onderwerpen in de onderzoeksvraag hebben, zullen er minimaal 2 contructs in de
onderzoeksvraag terugvinden.
Voorbeelden: Plezier van de eerste date & hoeveelheid social media contact vooraf, Lengte
verblijf in AZC & Kans op verblijfsvergunning
Causaliteit
- Bij vragen over één bepaald kenmerk een verandering in een ander kenmerk
veroorzaakt, spreken we over causaliteit.
- Bij causaliteit spreken we over onderzoeksvragen die een oorzaak/gevolg verband heeft.
= de een de oorzaak, en de ander het gevolg.
Bijvoorbeeld: Wanneer het social media contact toeneemt, dan zorgt dat ervoor dat het
plezier in de eerste date toeneemt.
- Niet causaal: ze hangen samen. Er is samenhang tussen het plezier van de eerste date en
social media contact. Dat laat je in het midden wat de oorzaak is en wat het gevolg.
Samenhang geeft de 2 variabelen een gelijke relatie.
- In correlationeel onderzoek beperken we ons tot relatie, gelijkwaardige status van de
onderwerpen waarin we geïnteresseerd zijn. Waarom is dat zo? Omdat je met causaliteit
aan 3 voorwaarden moet voldoen:
Voorwaarden causaliteit
- Covariance: Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
- Temporal precedence: De oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg
- Internal validity: Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn
uitgesloten, dat is erg lastig. Relatie is belangrijk, maar we moeten meer, we moeten
alternatieve verklaringen uitsluiten.
Belangrijk: Wat we doen in correlationeel onderzoek: we kunnen alleen maar de relatie
aantonen, we kunnen niet een causale relatie aantonen. Dit type onderzoek is niet geschikt
om a laat tot b aan te tonen (experimenteel onderzoek is daar meer geschikt voor). We
beperken ons tot relatie.
Meetbaar maken (concreet maken hoe we de onderwerpen gaan meten, hoe kunnen we
data verzamelen)
- Om een theoretisch begrip zoals agressie, plezier, perfectie enz. te meten moeten de
onderzoekers een operationalisatieproces doorlopen:
4
