2023
LiO-startassessment
, LiO-startassessment
Ik loop al twee achtereenvolgende jaren stage op het FVL in Amsterdam en ik ben erg
betrokken bij de school omdat ik daar ook werkzaam ben geweest als invaldocent. Het is een
erg leuke en fijne school die investeert in de werknemers, maar vooral in de vwo-leerlingen.
Ik zit nu in het derde jaar en daardoor ben ik ook meer betrokken bij de
sectievergaderingen en leerlingbesprekingen. Ik hoor veel sterke kanten over mijn 3 atheneum
leerlingen, maar er zitten ook een paar tussen waarvan het beter is dat ze in het vierde jaar
afstromen naar de havo. Deze leerlingen worden door de voorzitter van de bespreking
beschreven als ‘aparte’ of ‘hopeloze’ gevallen, wat bij mij in het verkeerde keelgat schoot
omdat je in elke leerling evenveel moet investeren, ongeacht niveau. Veel collega’s ervaren
meer druk om de vwo-klassen beter te laten presteren, dit gevoel ervaar ik ook steeds meer.
Deze casus levert mij de volgende vragen op:
- Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik prestatiedruk kan verlagen bij de leerlingen die
ik lesgeef?
- Op welke momenten moet ik in mijn reddersrol schieten tijdens vergaderingen
en lessen?
- In hoeverre speelt de organisatie van het FVL een rol bij onderlinge concurrentie
tussen leerlingen met betrekking tot prestatiedruk?
Beroep
Vanuit het beroepsperspectief vind ik het belangrijk om evenveel te investeren in elke leerling
en ook steun moet bieden aan leerlingen die daar om elke reden behoefte aan hebben. Vanuit
de school moeten we meer investeren aan leerlingen die veel van zichzelf laten zien en hoge
cijfers halen over de gehele linie, iets dat in mijn klas niet veel voorkomt. Het dilemma dat
hieruit volgt is dat er van mij wordt verwacht de leerlingen dusdanig te motiveren om hun
uiterste best te doen om op het vwo te blijven. Dit gaat tegen mijn principes in omdat er op de
school een negatieve sfeer hangt rondom afstromen naar de havo. Kennisrotonde (z.d.) heeft
daar ook een onderzoek naar gedaan waaruit blijkt dat afstromen een belangrijke voorspeller
is voor lagere schoolprestaties.
Persoonlijk
Op persoonlijk gebied vind ik het erg jammer dat veel leerlingen op jonge leeftijd al
kennismaken met stress, spanning en onzekerheid. Leerlingen ervaren prestatiedruk en willen
niet alleen aan de verwachtingen van zichzelf voldoen, maar ook aan dat van anderen.
(Nederlands Jeugdinstituut, 2020). Als het thuis ook moeilijker wordt, heeft dit invloed op het
zelfvertrouwen waardoor het welzijn van het kind wordt aangetast (NJi, z.d.) Ik probeer
vanuit het beroep ervoor te zorgen dat ik leerlingen meegeef dat hoge cijfers halen niet
belangrijk is en dat ik er meer waarde aan hecht als de klas meedoet en oplet tijdens de les
omdat ze zo ook meer stof meekrijgen. Ik heb vaak moeite met het motiveren van leerlingen
die het slecht doen over de gehele linie of al vanaf het begin van het jaar te horen hebben
gekregen dat ze moeten afstromen, waardoor de motivatie laag is. In deze context komt de
dramadriehoek van Stephen Karpman, die ik heb aangepast op mijn situatie goed van pas:
LiO-startassessment
, LiO-startassessment
Ik loop al twee achtereenvolgende jaren stage op het FVL in Amsterdam en ik ben erg
betrokken bij de school omdat ik daar ook werkzaam ben geweest als invaldocent. Het is een
erg leuke en fijne school die investeert in de werknemers, maar vooral in de vwo-leerlingen.
Ik zit nu in het derde jaar en daardoor ben ik ook meer betrokken bij de
sectievergaderingen en leerlingbesprekingen. Ik hoor veel sterke kanten over mijn 3 atheneum
leerlingen, maar er zitten ook een paar tussen waarvan het beter is dat ze in het vierde jaar
afstromen naar de havo. Deze leerlingen worden door de voorzitter van de bespreking
beschreven als ‘aparte’ of ‘hopeloze’ gevallen, wat bij mij in het verkeerde keelgat schoot
omdat je in elke leerling evenveel moet investeren, ongeacht niveau. Veel collega’s ervaren
meer druk om de vwo-klassen beter te laten presteren, dit gevoel ervaar ik ook steeds meer.
Deze casus levert mij de volgende vragen op:
- Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik prestatiedruk kan verlagen bij de leerlingen die
ik lesgeef?
- Op welke momenten moet ik in mijn reddersrol schieten tijdens vergaderingen
en lessen?
- In hoeverre speelt de organisatie van het FVL een rol bij onderlinge concurrentie
tussen leerlingen met betrekking tot prestatiedruk?
Beroep
Vanuit het beroepsperspectief vind ik het belangrijk om evenveel te investeren in elke leerling
en ook steun moet bieden aan leerlingen die daar om elke reden behoefte aan hebben. Vanuit
de school moeten we meer investeren aan leerlingen die veel van zichzelf laten zien en hoge
cijfers halen over de gehele linie, iets dat in mijn klas niet veel voorkomt. Het dilemma dat
hieruit volgt is dat er van mij wordt verwacht de leerlingen dusdanig te motiveren om hun
uiterste best te doen om op het vwo te blijven. Dit gaat tegen mijn principes in omdat er op de
school een negatieve sfeer hangt rondom afstromen naar de havo. Kennisrotonde (z.d.) heeft
daar ook een onderzoek naar gedaan waaruit blijkt dat afstromen een belangrijke voorspeller
is voor lagere schoolprestaties.
Persoonlijk
Op persoonlijk gebied vind ik het erg jammer dat veel leerlingen op jonge leeftijd al
kennismaken met stress, spanning en onzekerheid. Leerlingen ervaren prestatiedruk en willen
niet alleen aan de verwachtingen van zichzelf voldoen, maar ook aan dat van anderen.
(Nederlands Jeugdinstituut, 2020). Als het thuis ook moeilijker wordt, heeft dit invloed op het
zelfvertrouwen waardoor het welzijn van het kind wordt aangetast (NJi, z.d.) Ik probeer
vanuit het beroep ervoor te zorgen dat ik leerlingen meegeef dat hoge cijfers halen niet
belangrijk is en dat ik er meer waarde aan hecht als de klas meedoet en oplet tijdens de les
omdat ze zo ook meer stof meekrijgen. Ik heb vaak moeite met het motiveren van leerlingen
die het slecht doen over de gehele linie of al vanaf het begin van het jaar te horen hebben
gekregen dat ze moeten afstromen, waardoor de motivatie laag is. In deze context komt de
dramadriehoek van Stephen Karpman, die ik heb aangepast op mijn situatie goed van pas:
