Voorblad paper
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de
docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken.
Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer:
Naam:
Naam opleiding: HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Opleidingscode: 7715
Modulenummer: 1672
Modulenaam: Signaleren en Preventie
Versie (indien meerdere versies aanwezig):
Herkansing?: ja/nee
Titel literatuur:
Druk:
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja/Nee
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper niet
beoordeeld.
✓ Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
✓ De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens de
juiste bronvermelding;
✓ Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype opgemaakt met regelafstand
1,5;
✓ Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene instructie
(verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te schrijven paper. Je vindt de
regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de verslagtechnieken in de tegel
Algemene informatie.
,INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 SIGNALEREN 2
1.1 Gekozen doelgroep 2
1.2 Waarom behoeft deze doelgroep preventie? 3
1.3 Sociale kaart 4
1.4 Signaleringsprocedure 5
HOOFDSTUK 2 PREVENTIEPLAN 6
2.1 Voorstel Preventieactiviteit 6
2.1.1 Welke vorm? 6
2.1.2 Doelgroep zelf 6
2.1.3 Eigen kracht en sociale omgeving doelgroep 6
2.1.4 Voor- en nadelen preventie 7
2.1.5 Aansluiting doelgroep 7
2.2 Gedrag en omstandigheden 8
2.3 Determinanten beïnvloeden 9
2.4 Beste preventievorm 11
HOOFDSTUK 3 REFLECTIE 12
LITERATUURLIJST 13
BIJLAGE 1: INTERVIEW MEDEWERKER NVP 15
BIJLAGE 2: INTERVIEW PLEEGZORGBEGELEIDER STICHTING TIMON 17
, HOOFDSTUK 1 SIGNALEREN
In dit paper wordt een preventieplan gepresenteerd ter voorkoming van het voortijdig stoppen van
pleegouders met een plaatsing. Dit heeft zowel voor de pleegouders als het pleegkind nadelige gevolgen.
1.1 Gekozen doelgroep
Dit preventieplan heeft betrekking op de doelgroep pleegouders. Hoewel er veel informatie over
pleegkinderen is te vinden, is er weinig bekend over wie er nu eigenlijk pleegouder is en wat de
samenstelling van deze doelgroep is. Wel valt er via de organisatie Pleegzorg Nederland (2018) te
achterhalen wie er pleegouder mogen worden. Dat is een vrij grote range: je moet ouder dan 21 jaar zijn, een
stabiele leefsituatie hebben en een verklaring van geen bezwaar kunnen overhandigen van de Raad van de
Kinderbescherming. Het maakt verder niet uit of je het alleen of samen doet, getrouwd bent of niet, wel of
geen kinderen hebt. Zolang je een kind maar een structuur, warmte en veiligheid kunt bieden (Pleegzorg,
2018). Leeftijd is niet een allesbepalende factor, wel is het streven dat bij een langdurige plaatsing het
leeftijdsverschil niet groter dan 40 jaar is, tussen pleegouder en pleegkind en bij kinderen onder de 4 jaar de
maximale leeftijd 45 jaar is van een pleegouder.
Het probleem binnen deze doelgroep is, dat er elk jaar een groot deel van de pleegouders stopt. Soms is dit
om natuurlijke redenen (pleegkind gaat terug naar biologische ouders), maar veel vaker gaat het om andere
oorzaken. In 2018 woonden er voor kortere of langere tijd 22.741 jeugdigen bij 16.534 pleeggezinnen
(Pleegzorg Nederland, 2019). In dit jaar werden er 2266 nieuwe pleeggezinnen toegelaten, maar er stopten
ook 2317 pleeggezinnen, een netto afname van het aantal pleeggezinnen.
Pleegouderschap blijkt op meerdere niveaus ingewikkeld. Op microniveau speelt mee dat de pleegouders
zelf wellicht niet genoeg opvoedvaardigheden bezitten, de match met het pleegkind niet passend is en/of het
pleegkind zelf teveel gedragsproblemen heeft (Konijn et al., 2019). Daarnaast blijkt de impact op het
pleeggezin zelf groter dan vooraf ingeschat (Abrahamse, Gardeniers, & Werner, 2019).
Op mesoniveau kan meespelen dat de pleegouders te weinig ondersteuning/begrip krijgen vanuit hun eigen
omgeving, ze zich eenzaam voelen in hun pleegouderschap en/of dat de relatie met de biologische ouders
problematisch verloopt. (Konijn et al., 2019)
Het grootste probleem lijkt echter te zitten op macroniveau: problemen met het zorgsysteem. Zoals een
moeizame relatie met de voogd/jeugdbeschermer, geen inspraak hebben in bepalende keuzes omtrent het
pleegkind en het onvoldoende ondersteund voelen vanuit de pleegzorgorganisatie (Abrahamse, Gardeniers,
& Werner, 2019).
2
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de
docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken.
Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer:
Naam:
Naam opleiding: HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Opleidingscode: 7715
Modulenummer: 1672
Modulenaam: Signaleren en Preventie
Versie (indien meerdere versies aanwezig):
Herkansing?: ja/nee
Titel literatuur:
Druk:
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja/Nee
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper niet
beoordeeld.
✓ Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
✓ De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens de
juiste bronvermelding;
✓ Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype opgemaakt met regelafstand
1,5;
✓ Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene instructie
(verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te schrijven paper. Je vindt de
regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de verslagtechnieken in de tegel
Algemene informatie.
,INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 SIGNALEREN 2
1.1 Gekozen doelgroep 2
1.2 Waarom behoeft deze doelgroep preventie? 3
1.3 Sociale kaart 4
1.4 Signaleringsprocedure 5
HOOFDSTUK 2 PREVENTIEPLAN 6
2.1 Voorstel Preventieactiviteit 6
2.1.1 Welke vorm? 6
2.1.2 Doelgroep zelf 6
2.1.3 Eigen kracht en sociale omgeving doelgroep 6
2.1.4 Voor- en nadelen preventie 7
2.1.5 Aansluiting doelgroep 7
2.2 Gedrag en omstandigheden 8
2.3 Determinanten beïnvloeden 9
2.4 Beste preventievorm 11
HOOFDSTUK 3 REFLECTIE 12
LITERATUURLIJST 13
BIJLAGE 1: INTERVIEW MEDEWERKER NVP 15
BIJLAGE 2: INTERVIEW PLEEGZORGBEGELEIDER STICHTING TIMON 17
, HOOFDSTUK 1 SIGNALEREN
In dit paper wordt een preventieplan gepresenteerd ter voorkoming van het voortijdig stoppen van
pleegouders met een plaatsing. Dit heeft zowel voor de pleegouders als het pleegkind nadelige gevolgen.
1.1 Gekozen doelgroep
Dit preventieplan heeft betrekking op de doelgroep pleegouders. Hoewel er veel informatie over
pleegkinderen is te vinden, is er weinig bekend over wie er nu eigenlijk pleegouder is en wat de
samenstelling van deze doelgroep is. Wel valt er via de organisatie Pleegzorg Nederland (2018) te
achterhalen wie er pleegouder mogen worden. Dat is een vrij grote range: je moet ouder dan 21 jaar zijn, een
stabiele leefsituatie hebben en een verklaring van geen bezwaar kunnen overhandigen van de Raad van de
Kinderbescherming. Het maakt verder niet uit of je het alleen of samen doet, getrouwd bent of niet, wel of
geen kinderen hebt. Zolang je een kind maar een structuur, warmte en veiligheid kunt bieden (Pleegzorg,
2018). Leeftijd is niet een allesbepalende factor, wel is het streven dat bij een langdurige plaatsing het
leeftijdsverschil niet groter dan 40 jaar is, tussen pleegouder en pleegkind en bij kinderen onder de 4 jaar de
maximale leeftijd 45 jaar is van een pleegouder.
Het probleem binnen deze doelgroep is, dat er elk jaar een groot deel van de pleegouders stopt. Soms is dit
om natuurlijke redenen (pleegkind gaat terug naar biologische ouders), maar veel vaker gaat het om andere
oorzaken. In 2018 woonden er voor kortere of langere tijd 22.741 jeugdigen bij 16.534 pleeggezinnen
(Pleegzorg Nederland, 2019). In dit jaar werden er 2266 nieuwe pleeggezinnen toegelaten, maar er stopten
ook 2317 pleeggezinnen, een netto afname van het aantal pleeggezinnen.
Pleegouderschap blijkt op meerdere niveaus ingewikkeld. Op microniveau speelt mee dat de pleegouders
zelf wellicht niet genoeg opvoedvaardigheden bezitten, de match met het pleegkind niet passend is en/of het
pleegkind zelf teveel gedragsproblemen heeft (Konijn et al., 2019). Daarnaast blijkt de impact op het
pleeggezin zelf groter dan vooraf ingeschat (Abrahamse, Gardeniers, & Werner, 2019).
Op mesoniveau kan meespelen dat de pleegouders te weinig ondersteuning/begrip krijgen vanuit hun eigen
omgeving, ze zich eenzaam voelen in hun pleegouderschap en/of dat de relatie met de biologische ouders
problematisch verloopt. (Konijn et al., 2019)
Het grootste probleem lijkt echter te zitten op macroniveau: problemen met het zorgsysteem. Zoals een
moeizame relatie met de voogd/jeugdbeschermer, geen inspraak hebben in bepalende keuzes omtrent het
pleegkind en het onvoldoende ondersteund voelen vanuit de pleegzorgorganisatie (Abrahamse, Gardeniers,
& Werner, 2019).
2
