4 - Draagvermogen
diepfunderingen
Algemene werkgang bij de berekening van diepfunderingen
Een paalfundering of een diepfundering gaat altijd dragen op stuit en op kleef. Dit zal
afhankelijk zijn van de grondsoort waarop je fundeert. Maar ze zijn beide aanwezig.
Het verschil tussen het draagvermogen op stuit, en het draagvermogen op kleef:
Draagvermogen op stuit “Qrs” ⇒ Dit is de kracht die de grond doorgeeft aan
de voet van de paal
De paalvoet komt in contact met de grond, en de paalvoet zal de “qc”
verwerken
Dit is hetzelfde als een sondering, war aan de punt van de voet de kracht
gemeten wordt
Draagvermogen op kleef “Qrb” ⇒ Dit is de weerstand aan de mantel van de
paal
Rondom de paal zit grond, die de paal tijdens het heien zal klemmen
Bij een kleigrond zal de zijdelingse kleef zeer groot zijn
4 - Draagvermogen diepfunderingen 1
, Voorafgaand onderzoek
Wanneer de meetgegevens uit een mechanische sondeerconus komen, zal er
een correctiefactor moeten toegepast worden
Correctiefactor mechanische sondering
Vaak wordt de sondering uitgevoerd in het begin van de graafwerken. Maar het
kan zijn dat je nog niet op gewenste diepte zit. Hiervoor zal je na de graafwerken
nog eens een sondering moeten uitvoeren
Schaaleffect tussen een diepsondering en een paal
4 - Draagvermogen diepfunderingen 2
, Een je de gegevens heb en je weet hoe je er rekening mee moet houden. Dan is
het algemene principe een schaaleffect tussen de diepsondering en de paal.
Dit wil zeggen dat er doorheen de jaren diepsondering gebruikt werden om een
ontwerp te maken van de paalfundering. Er is een rechtstreeks verband tussen op
welke diepte je zit in de sondering en het draagvermogen van een paalfundering
Deze twee lijnen hebben een rechtstreeks verband met het draagvermogen van de
paalfundering
Qst ⇒ Totale wrijving
Dit gaat over alle wrijving rondom de paal, dus komt overeen met de kleef
qc ⇒ De weerstand aan de conus van de punt
Deze wordt gemeten aan de punt van de fundering dus komt overeen met
de stuit
Je zou dit vereenvoudigd kunnen voorstellen:
4 - Draagvermogen diepfunderingen 3
diepfunderingen
Algemene werkgang bij de berekening van diepfunderingen
Een paalfundering of een diepfundering gaat altijd dragen op stuit en op kleef. Dit zal
afhankelijk zijn van de grondsoort waarop je fundeert. Maar ze zijn beide aanwezig.
Het verschil tussen het draagvermogen op stuit, en het draagvermogen op kleef:
Draagvermogen op stuit “Qrs” ⇒ Dit is de kracht die de grond doorgeeft aan
de voet van de paal
De paalvoet komt in contact met de grond, en de paalvoet zal de “qc”
verwerken
Dit is hetzelfde als een sondering, war aan de punt van de voet de kracht
gemeten wordt
Draagvermogen op kleef “Qrb” ⇒ Dit is de weerstand aan de mantel van de
paal
Rondom de paal zit grond, die de paal tijdens het heien zal klemmen
Bij een kleigrond zal de zijdelingse kleef zeer groot zijn
4 - Draagvermogen diepfunderingen 1
, Voorafgaand onderzoek
Wanneer de meetgegevens uit een mechanische sondeerconus komen, zal er
een correctiefactor moeten toegepast worden
Correctiefactor mechanische sondering
Vaak wordt de sondering uitgevoerd in het begin van de graafwerken. Maar het
kan zijn dat je nog niet op gewenste diepte zit. Hiervoor zal je na de graafwerken
nog eens een sondering moeten uitvoeren
Schaaleffect tussen een diepsondering en een paal
4 - Draagvermogen diepfunderingen 2
, Een je de gegevens heb en je weet hoe je er rekening mee moet houden. Dan is
het algemene principe een schaaleffect tussen de diepsondering en de paal.
Dit wil zeggen dat er doorheen de jaren diepsondering gebruikt werden om een
ontwerp te maken van de paalfundering. Er is een rechtstreeks verband tussen op
welke diepte je zit in de sondering en het draagvermogen van een paalfundering
Deze twee lijnen hebben een rechtstreeks verband met het draagvermogen van de
paalfundering
Qst ⇒ Totale wrijving
Dit gaat over alle wrijving rondom de paal, dus komt overeen met de kleef
qc ⇒ De weerstand aan de conus van de punt
Deze wordt gemeten aan de punt van de fundering dus komt overeen met
de stuit
Je zou dit vereenvoudigd kunnen voorstellen:
4 - Draagvermogen diepfunderingen 3
