Module 7 – Thema 5 – Incontinentie
Anatomie
Bekkenbodemspieren > steun functie voor de organen die erop liggen = blaas,
uterus..
1. M. iliopsoas
2. M. obturatum internus
3. M. piriformis
4. Coccygeus
5. Levator ani = de vlinder, bestaat uit:
a. Iliococcygeus; (van ileum naar coccygis)
b. Pubococcygeus (van pubis naar coccygis)
c. Puborectalis
d. Pubovaginalis / puboprostaticus
Het heeft een afsluitende functie van het bekken en ondersteund met spieren en
bindweefsel de blaas, urethra, uterus, vagina en darmen. Er zijn drie openingen
bij vrouwen: urethra, vagina en anus.
Ureter
Verbindt het pyelum met de blaas. Musculaire buis van 25-30 cm, ventraal van
de a. iliaca communis. Er zijn drie fysiologische venauwingen: overgang pyelum-
ureter, kruising van a. iliaca communis en de uitmonding van ureter naar blaas.
De ureter treedt uit via het hilum van de nier.
Vesica urinaria = Blaas
o Extraperitonaal
o Musculus detrusor vesicae, bestaat bij de blaaskoepel uit twee
longitudinale spierlagen met daartussen een circulaire spierlaag.
Contractie leidt tot blaaslediging. Bij de blaashals is het maar 1 spierlaag
zodat een trechtervorm ontstaat en de urine via de urethra eruit kan lopen
en geen reflux ontstaat.
o Compliantie = De blaas kan uitzetten bij vulling zonder te hoge druk door
het collageen en elastine tussen de spiervezels.
o Apex vesicae = de top van de blaaskoepel. Verbonden met de navel via
ligamentum umbilicale medianum.
o Volle blaas is gemiddeld 500-800 mL. In theorie kan er wel 1500 mL in.
o De blaaswand is 8-15 mm dik bij een lege blaas en 2-5 mm dik bij een volle
blaas.
o Blaas en urethra worden onder invloed van het sympatische systeem
geïnnerveerd (dmv noradrenaline).
1
Anatomie
Bekkenbodemspieren > steun functie voor de organen die erop liggen = blaas,
uterus..
1. M. iliopsoas
2. M. obturatum internus
3. M. piriformis
4. Coccygeus
5. Levator ani = de vlinder, bestaat uit:
a. Iliococcygeus; (van ileum naar coccygis)
b. Pubococcygeus (van pubis naar coccygis)
c. Puborectalis
d. Pubovaginalis / puboprostaticus
Het heeft een afsluitende functie van het bekken en ondersteund met spieren en
bindweefsel de blaas, urethra, uterus, vagina en darmen. Er zijn drie openingen
bij vrouwen: urethra, vagina en anus.
Ureter
Verbindt het pyelum met de blaas. Musculaire buis van 25-30 cm, ventraal van
de a. iliaca communis. Er zijn drie fysiologische venauwingen: overgang pyelum-
ureter, kruising van a. iliaca communis en de uitmonding van ureter naar blaas.
De ureter treedt uit via het hilum van de nier.
Vesica urinaria = Blaas
o Extraperitonaal
o Musculus detrusor vesicae, bestaat bij de blaaskoepel uit twee
longitudinale spierlagen met daartussen een circulaire spierlaag.
Contractie leidt tot blaaslediging. Bij de blaashals is het maar 1 spierlaag
zodat een trechtervorm ontstaat en de urine via de urethra eruit kan lopen
en geen reflux ontstaat.
o Compliantie = De blaas kan uitzetten bij vulling zonder te hoge druk door
het collageen en elastine tussen de spiervezels.
o Apex vesicae = de top van de blaaskoepel. Verbonden met de navel via
ligamentum umbilicale medianum.
o Volle blaas is gemiddeld 500-800 mL. In theorie kan er wel 1500 mL in.
o De blaaswand is 8-15 mm dik bij een lege blaas en 2-5 mm dik bij een volle
blaas.
o Blaas en urethra worden onder invloed van het sympatische systeem
geïnnerveerd (dmv noradrenaline).
1