Samenvatting retailmarketing
Hoorcollege 1 Inleiding consumentengedrag en scenario’s, de marketingcontext
Marketing = alles wat je doet om de voorkeur van de klant voor je product, dienst of formule
te creëren of te vergroten.
Consumentengedrag = zoeken naar, het kopen, het gebruiken/verbruiken, het evalueren en
het zich ontdoen van producten, diensten en ideeën.
Customer Activity Cycle (CAC) = cirkel bestaande uit 3 fases, waarin een consument zich bij
ieder product wel ergens in een fase bevind.
Waarop heeft consumentengedrag betrekking:
- Producten
- Diensten
- Ideeën
Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag, kan pas als je begrijpt
waarom een consument zich gedraagt zoals hij doet, kun je het gedrags (enigszins)
voorspellen en beïnvloeden.
,Soorten beslissingsgedrag:
scenariobenadering
Scenario-elementen:
- Consument:
• optimizer (meer informatie zoeken, dieper onderzoek voor aanschaf) of
satisficer (snel beslissing op algemene informatie); mate van betrokkenheid,
beschikbare middelen, kennis/ervaring.
- Context:
• macro-omgeving (welk land, hoe ziet de bevolking eruit, oftewel hoe ziet de
grote omgeving eruit), sociale context (klankborden met mensen in omgeving
voor aankoop), micro-omgeving (gezin)
- Object:
• probleemoplossend of waardetoevoegend, lage of hoge betrokkenheid
Rossiter- en Percymatrix:
, Afbakening van het gedragsdomein
De consument in verschillende rollen:
Consument in verschillende rollen:
- Mede ontwikkelaar (bijv. patatje Joppie van Lay’s)
- Consument ook soort producent (bijv. producent van eigen ervaring, beleving bij
efteling)
- Consumentenbond
- Bijdrage bij non profit organisatie (bijv. greenpeace)
Visie op de consument:
- Rationele consument (kijkt goed wat het beste bij hem past)
- Cognitieve consument (beargumenteert voor zichzelf waarom hij toch iets nodig
heeft, ookal is het bijvoorbeeld heel duur)
- Passieve consument (laat zich verleiden om een aankoop te doen)
Industrieel afnemersgedrag:
- Belangrijkste verschillen consument:
• Niet vanuit eigen behoefte/niet uit eigen portemonnee
• Vaak ‘technisch’ beter onderlegd
- Overeenkomst:
• Invloed van psychologische factoren
Soorten aankopen:
- Routinematige heraankoop
- Gewijzigde heraankoop
- Nieuwe aankoop
Decision Making Unit
- Gebruikers
- Beïnvloeders
- Kopers
- Beslissers
- Gatekeepers
Hoorcollege 1 Inleiding consumentengedrag en scenario’s, de marketingcontext
Marketing = alles wat je doet om de voorkeur van de klant voor je product, dienst of formule
te creëren of te vergroten.
Consumentengedrag = zoeken naar, het kopen, het gebruiken/verbruiken, het evalueren en
het zich ontdoen van producten, diensten en ideeën.
Customer Activity Cycle (CAC) = cirkel bestaande uit 3 fases, waarin een consument zich bij
ieder product wel ergens in een fase bevind.
Waarop heeft consumentengedrag betrekking:
- Producten
- Diensten
- Ideeën
Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag, kan pas als je begrijpt
waarom een consument zich gedraagt zoals hij doet, kun je het gedrags (enigszins)
voorspellen en beïnvloeden.
,Soorten beslissingsgedrag:
scenariobenadering
Scenario-elementen:
- Consument:
• optimizer (meer informatie zoeken, dieper onderzoek voor aanschaf) of
satisficer (snel beslissing op algemene informatie); mate van betrokkenheid,
beschikbare middelen, kennis/ervaring.
- Context:
• macro-omgeving (welk land, hoe ziet de bevolking eruit, oftewel hoe ziet de
grote omgeving eruit), sociale context (klankborden met mensen in omgeving
voor aankoop), micro-omgeving (gezin)
- Object:
• probleemoplossend of waardetoevoegend, lage of hoge betrokkenheid
Rossiter- en Percymatrix:
, Afbakening van het gedragsdomein
De consument in verschillende rollen:
Consument in verschillende rollen:
- Mede ontwikkelaar (bijv. patatje Joppie van Lay’s)
- Consument ook soort producent (bijv. producent van eigen ervaring, beleving bij
efteling)
- Consumentenbond
- Bijdrage bij non profit organisatie (bijv. greenpeace)
Visie op de consument:
- Rationele consument (kijkt goed wat het beste bij hem past)
- Cognitieve consument (beargumenteert voor zichzelf waarom hij toch iets nodig
heeft, ookal is het bijvoorbeeld heel duur)
- Passieve consument (laat zich verleiden om een aankoop te doen)
Industrieel afnemersgedrag:
- Belangrijkste verschillen consument:
• Niet vanuit eigen behoefte/niet uit eigen portemonnee
• Vaak ‘technisch’ beter onderlegd
- Overeenkomst:
• Invloed van psychologische factoren
Soorten aankopen:
- Routinematige heraankoop
- Gewijzigde heraankoop
- Nieuwe aankoop
Decision Making Unit
- Gebruikers
- Beïnvloeders
- Kopers
- Beslissers
- Gatekeepers