Werkplan Werkproces B1-K1-W3
“Voert Interventies uit”
Student: Marjoke van den Oosterkamp
Klas: avdtvp0922ev
Crebo-code: 25655
Datum:
Opdracht:
Bij dit werkproces voer ik vier verschillende verpleeg-of begeleidingsactiviteiten uit, bij 2 verschillende
zorgvragers volgens het individuele plan van de zorgvrager.
Ik ga dit examen uitvoeren bij een zorgvrager, die een ernstige verstandelijke beperking en tevens
epilepsie heeft.
Situatie:
M. is een vrouw van 47 jaar. Bij M. is er sprake van een ernstige verstandelijke beperking. Er is na
psychologische onderzoek gebleken dat M functioneert op een ontwikkelingsleeftijd van ongeveer 13
maanden. Op sociaal-emotioneel gebied zit ze in een vroegkinderlijke ontwikkelingsfase. Ze is sterk
egocentrisch ingesteld en heeft weinig sociale vermogens.
M. is bekend met het syndroom van Pierre Robin. Dit wordt gekenmerkt door een gespleten
gehemelte door een kleine onderkaak en een achterin de keel liggende tong.
Daarnaast heeft M. Epilepsie-een paar keer per jaar heeft ze een insult.
Ook zijn er beperkingen in het contact waarneembaar. M. heeft motorische en communicatieve
beperkingen. M. spreekt niet maar gebruikt een aantal gebaren en geluiden om zich te kunnen uiten.
Ze begrijpt gesproken taal als het kort en bondig is.
M. scoort CEP3 en dat is passend. M. vertoont volgens de normen van de CEP-3 “zeer ernstig
probleemgedrag” Als ze iets niet wil, iets haar niet aanstaat of als ze zich niet gehoord of begrepen
voelt kan ze dit uiten door middel van schreeuwen, om zich heen slaan en zichzelf naar de grond toe
werpen.
M. woont op Ginkgo 1. Ginkgo 1 is een woongroep van maximaal 6 bewoners die in de basis een
overzichtelijke duidelijke leefomgeving vragen. Deze omgeving zorgt ervoor om prikkels te reduceren
maar toch ook het sociale aspect van een groep te beleven. Ze heeft de begeleider nodig om dit te
doseren en in banen te leiden. Deze groep geeft haar de mogelijkheid om sociale interacties te
onderhouden, en de leefsfeer van een groep te kunnen ervaren. De woonvorm beschermt haar tegen
het driegende sociale isolement.
De begeleidingsintensiteit is twee op zes dit, biedt ruimte om haar de juiste begeleiding te geven.
Het vaste dagprogramma zorgt ervoor dat er aandacht is voor fysieke activiteiten, sociale omgang,
en belevingsgerichte sfeerbepalende activiteiten.
M. werkt dagelijks op Noorderlicht, dit is een prikkelarme therapeutische werkplaats met
belevingsactiviteiten.
, M. is aanwezig bij jaarfeesten, zondagsvieringen en intern georganiseerde zondagmiddagconcerten.
M. rijdt iedere week paard bij de manege in dorp. Verder vindt ze het leuk om in boekjes te bladeren
op de groep of in haar eigen kamer.
M. is vanuit zichzelf niet betrokken bij mensen buiten haar directe omgeving. Wanneer mensen weer
bij haar in beeld komen vindt ze dit meestal leuk en reageert ze enthousiast. De moeder van M. is
sterk betrokken. Met haar broer heeft ze hooguit 1x per jaar contact.
M. krijgt volledige begeleiding bij haar ADL handelingen. Ze wordt gemotiveerd om zelf ook
handelingen te doen zoals schoenen aan en uit, trui uit maar dit doet ze liever niet.
Kleding wordt door de begeleider uitgezocht en klaar gelegd voor de volgende dag.
Medicatie is in beheer van de begeleiding en worden gegeven op de daarvoor aangegeven tijden. Ze
neemt de medicatie zonder problemen in.
M. gaat 1x per 6 weken naar de pedicure die op het terrein komt
M gaat naar de bijzondere tandheelkunde in het UMCG 4 x per jaar
M. heeft geen allergieën.
Hulpmiddel: Helm voor veiligheid ivm epilepsie en orthopedisch schoeisel. Bij wandelingen wordt er
een rolstoel meegenomen voor het geval ze moe wordt of als er insult dreigt te ontstaan.
Daarnaast heeft M. voor de nacht incontinentiebroekjes
Als M. naar het toilet moet geeft ze een zittend gebaar aan doormiddel van door haar knieën te
buigen.
De begeleiding maakt haar knoop open en M gaat dan naar het toilet. De begeleiding zit dan een
toiletkrukje onder haar voeten ivm moeilijke stoelgang. Ze doet niet zelf de deur op slot. De
begeleider wacht voor de deur tot M. klaar is op het toilet en helpt haar met haar hygiëne.
Martine is niet verkeersveilig en gaat niet zonder begeleiding naar buiten, buiten het terrein.
M. draagt een helm ivm epilepsie.
Op haar kamerdeur zit een deurverklikker voor de nacht en er is een inluistersysteem zodat de
wakende wacht gealarmeerd wordt als ze wakker is en uit bed gaat. Dit ivm haar epilepsie en het niet
dragen van een helm in de nacht.
Examinator:
Ik wil dit examen laten beoordelen door A. de Graaf Z-verpleegkundige en vragen dat zij mij
observeert bij het uitvoeren van mijn handelen. Ik zal haar mijn werkplan tijdig laten zien, zodat zij
weet hoe ik dit examen wil gaan aanpakken.
“Voert Interventies uit”
Student: Marjoke van den Oosterkamp
Klas: avdtvp0922ev
Crebo-code: 25655
Datum:
Opdracht:
Bij dit werkproces voer ik vier verschillende verpleeg-of begeleidingsactiviteiten uit, bij 2 verschillende
zorgvragers volgens het individuele plan van de zorgvrager.
Ik ga dit examen uitvoeren bij een zorgvrager, die een ernstige verstandelijke beperking en tevens
epilepsie heeft.
Situatie:
M. is een vrouw van 47 jaar. Bij M. is er sprake van een ernstige verstandelijke beperking. Er is na
psychologische onderzoek gebleken dat M functioneert op een ontwikkelingsleeftijd van ongeveer 13
maanden. Op sociaal-emotioneel gebied zit ze in een vroegkinderlijke ontwikkelingsfase. Ze is sterk
egocentrisch ingesteld en heeft weinig sociale vermogens.
M. is bekend met het syndroom van Pierre Robin. Dit wordt gekenmerkt door een gespleten
gehemelte door een kleine onderkaak en een achterin de keel liggende tong.
Daarnaast heeft M. Epilepsie-een paar keer per jaar heeft ze een insult.
Ook zijn er beperkingen in het contact waarneembaar. M. heeft motorische en communicatieve
beperkingen. M. spreekt niet maar gebruikt een aantal gebaren en geluiden om zich te kunnen uiten.
Ze begrijpt gesproken taal als het kort en bondig is.
M. scoort CEP3 en dat is passend. M. vertoont volgens de normen van de CEP-3 “zeer ernstig
probleemgedrag” Als ze iets niet wil, iets haar niet aanstaat of als ze zich niet gehoord of begrepen
voelt kan ze dit uiten door middel van schreeuwen, om zich heen slaan en zichzelf naar de grond toe
werpen.
M. woont op Ginkgo 1. Ginkgo 1 is een woongroep van maximaal 6 bewoners die in de basis een
overzichtelijke duidelijke leefomgeving vragen. Deze omgeving zorgt ervoor om prikkels te reduceren
maar toch ook het sociale aspect van een groep te beleven. Ze heeft de begeleider nodig om dit te
doseren en in banen te leiden. Deze groep geeft haar de mogelijkheid om sociale interacties te
onderhouden, en de leefsfeer van een groep te kunnen ervaren. De woonvorm beschermt haar tegen
het driegende sociale isolement.
De begeleidingsintensiteit is twee op zes dit, biedt ruimte om haar de juiste begeleiding te geven.
Het vaste dagprogramma zorgt ervoor dat er aandacht is voor fysieke activiteiten, sociale omgang,
en belevingsgerichte sfeerbepalende activiteiten.
M. werkt dagelijks op Noorderlicht, dit is een prikkelarme therapeutische werkplaats met
belevingsactiviteiten.
, M. is aanwezig bij jaarfeesten, zondagsvieringen en intern georganiseerde zondagmiddagconcerten.
M. rijdt iedere week paard bij de manege in dorp. Verder vindt ze het leuk om in boekjes te bladeren
op de groep of in haar eigen kamer.
M. is vanuit zichzelf niet betrokken bij mensen buiten haar directe omgeving. Wanneer mensen weer
bij haar in beeld komen vindt ze dit meestal leuk en reageert ze enthousiast. De moeder van M. is
sterk betrokken. Met haar broer heeft ze hooguit 1x per jaar contact.
M. krijgt volledige begeleiding bij haar ADL handelingen. Ze wordt gemotiveerd om zelf ook
handelingen te doen zoals schoenen aan en uit, trui uit maar dit doet ze liever niet.
Kleding wordt door de begeleider uitgezocht en klaar gelegd voor de volgende dag.
Medicatie is in beheer van de begeleiding en worden gegeven op de daarvoor aangegeven tijden. Ze
neemt de medicatie zonder problemen in.
M. gaat 1x per 6 weken naar de pedicure die op het terrein komt
M gaat naar de bijzondere tandheelkunde in het UMCG 4 x per jaar
M. heeft geen allergieën.
Hulpmiddel: Helm voor veiligheid ivm epilepsie en orthopedisch schoeisel. Bij wandelingen wordt er
een rolstoel meegenomen voor het geval ze moe wordt of als er insult dreigt te ontstaan.
Daarnaast heeft M. voor de nacht incontinentiebroekjes
Als M. naar het toilet moet geeft ze een zittend gebaar aan doormiddel van door haar knieën te
buigen.
De begeleiding maakt haar knoop open en M gaat dan naar het toilet. De begeleiding zit dan een
toiletkrukje onder haar voeten ivm moeilijke stoelgang. Ze doet niet zelf de deur op slot. De
begeleider wacht voor de deur tot M. klaar is op het toilet en helpt haar met haar hygiëne.
Martine is niet verkeersveilig en gaat niet zonder begeleiding naar buiten, buiten het terrein.
M. draagt een helm ivm epilepsie.
Op haar kamerdeur zit een deurverklikker voor de nacht en er is een inluistersysteem zodat de
wakende wacht gealarmeerd wordt als ze wakker is en uit bed gaat. Dit ivm haar epilepsie en het niet
dragen van een helm in de nacht.
Examinator:
Ik wil dit examen laten beoordelen door A. de Graaf Z-verpleegkundige en vragen dat zij mij
observeert bij het uitvoeren van mijn handelen. Ik zal haar mijn werkplan tijdig laten zien, zodat zij
weet hoe ik dit examen wil gaan aanpakken.
