Marktonderzoek- hoofdstuk 10: Analyse van survey-onderzoek - deel 4: Analyse
10.1 Veldwerkcontrole
Bij de veldwerkcontrole controleer je alles, zoals:
- Vragenlijst lang genoeg open gestaan?
- Voldoende respondenten?
→ Als er bijvoorbeeld deelgroepen zijn gemaakt kan het voorkomen dat in een
deelgroep niet genoeg respondenten zijn, in dit geval moet je de groep groter maken.
- Aantal ingeleverde vragenlijsten per enquêteur (bij face-to-face).
- Sluiting uitstellen? (Bij schriftelijke vragenlijsten)
- Aangeleverde telefoonnummers voor alle subgroepen ongeveer even veel? (Bij
telefonische vragenlijst).
- Programmeerfouten?
10.2 Verwerking van internetvragenlijsten
Moet gecontroleerd worden op respons en representativiteit, verhogen van respons is altijd
nodig (= beter beeld van de populatie, kun je meer vertrouwen).
Samenstelling van de steekproef behoorlijk overeen komt met samenstelling van populatie?
=> Representatief.
Responspercentage voor internet vragenlijsten gemakkelijk te maken. Voor face-to-face
onderzoeken op straat / telefonisch onderzoeken niet (je weet geen/nauwelijks
kenmerken/status van de persoon).
→ Face-to-face onderzoeken aan huis, vaak anders: meer kennis van omstandigheden.
Responspercentage = Iedere doelgroep persoon die je hebt ondervraagd : iedere doelgroep
persoon die je had willen ondervragen.
10.3 Controle op representativiteit
Blijkt het dat sommige doelgroepen relatief te weinig in steekproef zitten? Correctie
essentieel.
→ Sommige groepen responderen minder goed, hier worden dan meer vragenlijsten
uitgezet.
→ Door herweging wordt soms scheve verhouding tussen deelgroepen rechtgetrokken.
10.4 Coderen, klaarmaken voor invoer in de computer
Gesloten vragen moeten in codeboek gecodeerd worden om zo de resultaten van een
onderzoek in en programma te kunnen verwerken.
→ Overzicht van alle zaken.
Bij open vragen wordt het antwoord in een categorie geplaatst en krijgt het een cijfercode.
Bij coderen kunnen codeerfouten optreden.
10.5 meetniveaus en analyse
Er zijn 4 verschillende meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio (hoofdstuk 5.4)
Dichotomie = opdelen in 2 aparte delen.
1
10.1 Veldwerkcontrole
Bij de veldwerkcontrole controleer je alles, zoals:
- Vragenlijst lang genoeg open gestaan?
- Voldoende respondenten?
→ Als er bijvoorbeeld deelgroepen zijn gemaakt kan het voorkomen dat in een
deelgroep niet genoeg respondenten zijn, in dit geval moet je de groep groter maken.
- Aantal ingeleverde vragenlijsten per enquêteur (bij face-to-face).
- Sluiting uitstellen? (Bij schriftelijke vragenlijsten)
- Aangeleverde telefoonnummers voor alle subgroepen ongeveer even veel? (Bij
telefonische vragenlijst).
- Programmeerfouten?
10.2 Verwerking van internetvragenlijsten
Moet gecontroleerd worden op respons en representativiteit, verhogen van respons is altijd
nodig (= beter beeld van de populatie, kun je meer vertrouwen).
Samenstelling van de steekproef behoorlijk overeen komt met samenstelling van populatie?
=> Representatief.
Responspercentage voor internet vragenlijsten gemakkelijk te maken. Voor face-to-face
onderzoeken op straat / telefonisch onderzoeken niet (je weet geen/nauwelijks
kenmerken/status van de persoon).
→ Face-to-face onderzoeken aan huis, vaak anders: meer kennis van omstandigheden.
Responspercentage = Iedere doelgroep persoon die je hebt ondervraagd : iedere doelgroep
persoon die je had willen ondervragen.
10.3 Controle op representativiteit
Blijkt het dat sommige doelgroepen relatief te weinig in steekproef zitten? Correctie
essentieel.
→ Sommige groepen responderen minder goed, hier worden dan meer vragenlijsten
uitgezet.
→ Door herweging wordt soms scheve verhouding tussen deelgroepen rechtgetrokken.
10.4 Coderen, klaarmaken voor invoer in de computer
Gesloten vragen moeten in codeboek gecodeerd worden om zo de resultaten van een
onderzoek in en programma te kunnen verwerken.
→ Overzicht van alle zaken.
Bij open vragen wordt het antwoord in een categorie geplaatst en krijgt het een cijfercode.
Bij coderen kunnen codeerfouten optreden.
10.5 meetniveaus en analyse
Er zijn 4 verschillende meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio (hoofdstuk 5.4)
Dichotomie = opdelen in 2 aparte delen.
1
