Opdracht 4. SITUATIE 1.
1. Voorbereiding:
In de voorbereiding heb ik gekozen om op baan 6 te zwemmen omdat dat langs de kant is en ze
beginnen in het diepe en eindigen in het ondiepe (1.00m). Het is 1 baantje naar de overkant en er
weer uit klimmen bij de trap.
Omdat ze op baan 6 zwemmen kan ik makkelijk bij de kinderen komen en kan ik zelfs in
panieksituatie's een flexibeam aanrijken zodat het kind zich kan vastgrijpen aan de flexibeam.
Voor de lessen spreken wij altijd af met onze collega's wie er op de zwemvloer komt in hulp
situaties. Ook ligt er een AED en rondom het zwembad hulp attributen die voor nood situaties zijn
bedoeld. ( Redmiddelen zoals Werp-reddingsmiddelen, Rescue can, tot aan een flexibeam en mat).
Elke instructeur heeft een portofoon waarmee wij kunnen communiceren met onze collega's,
uiteraard alleen bedoeld in hulpsituaties.
Bij een noodsituatie word er door de collega's gehandeld als daarom wordt gevraagt. Het kind moet
worden gered door de instructeur, terwijl dat word gedaan moet de collega handelen om
vervolgends iemand op te roepen van de receptie om de andere groep over te nemen en andere
kinderen in veiligheid te houden.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. 2 kinderen krijgen een botsing waardoor een van de kinderen in paniek raakt.
Een Kind zwemt tegen een ander kind aan omdat het sneller zwemt dan het ander kind. Het kind
wat langzamer zwemt raakt in paniek en krijgt een slok water binnen. Het Kind is in paniek en
kan niet gecorrigeerd worden om door te zwemmen, waardoor de zweminstructeur bij moet
springen om te helpen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3. Voordat de les begint zorg ik er altijd voor dat alles al geregeld is want stel je voor dat er iets
gebeurt. Voor elke les bespreken we met de collega's wie erop geroepen kan worden, dus
dit is van tevoren al afgesproken. Ook leg ik op de kant alvast wat atributen klaar zoals een
mat, een flexibeam en een drijvende reddingsboei. Verder leggen wij geen lijnen in het
zwembad maar hebben wij veel verschillende werp reddingsmiddelen rondom het zwembad
liggen. Wanneer er iets gebeurt in het zwembad roep ik mijn mede collega dat ik mijn kind
moet helpen en zij de receptie moet oproepen via de portofoon. Ondertussen moet zij
toezicht houden op mijn kinderen en die van haar tot de receptionist aanwezig is en de
groep kan overnemen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4. Kind raakt in paniek en ik geef een slurf aan het kind zodat hij de slurf kan vast pakken.
Omdat hij/zij water binnen heeft gekregen haal ik hem uit het water en stel ik hem gerust.
Omdat het kind de slang snel kon vastpakken is er niks aan de hand en kon hij rustig even
bijkomen op de kant.
1 ik merk op dat er een kind in paniek raakt. 2sec
, 2 ik pak de dichtbijzijnste flexiebeam (slurf) en geef het aan het kind. 5 sec
3 ik merk op dat het kind een slok water binnen heeft gekregen, 3sec
4 ik haal het kind uit het water. 5 sec
5 op de kant stel ik het kind gerust en word mijn groep overgenomen door mijn collega. 5 min.
6 nadat het kind weer rustig is geworden check ik eerst of alles verder oke is met het kind. Als
alles oke is, spreek ik na de les met de ouders van het kind. Wanneer het niet oke zou gaan met
het kind dan besluit ik om toch de ouders of de huisarts te bellen voor controle. Hiervoor neem
ik alle tijd die nodig is.
7 bespreking met collegas. Evalueren over wat er is gebeurt en hoe dit beter zou kunnen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5. Het is slim gekozen organisatievorm omdat het dichtbij de kant is en ik daarom makkelijk het
kind een slang aan kan geven om zich vast te pakken bij paniek of vermoeidheid enz.
Motiveer acties.
1 ik merk op dat er een kind in paniek raakt. 2sec
Waarom: Ik heb mijn positie in het lesgeven zo gekozen dat ik elk kind kan zien en daardoor
het snel kon opmerken.
2 ik pak de dichtbijzijnste flexibeam (slurf) en geef het aan het kind. 5 sec
Waarom: Omdat het langs de kant is kan ik snel de flexibeam aanrijken omdat het kind zich
daar aan kan vast grijpen zodat hij boven water blijft en ik hem naar de kant kan trekken.
3 ik merk op dat het kind een slok water binnen heeft gekregen en roep daarom ook mijn collega
om de portofoon te pakken en een receptionist op te roepen voor hulp. , 3sec
Waarom: Omdat ik dat heb gezien kan ik handelen en weet ik dat het kind moeite heeft met
boven water blijven en daardoor een gevaarlijke situatie is waarbij ik hulp kan nodig hebben.
4 ik haal het kind uit het water. 3 sec
Waarom: Omdat het niet veilig is in het water als het kind in paniek is.
5. op de kant stel ik het kind gerust en word mijn groep overgenomen door mijn collega. 5 min.
Waarom: Omdat het kind in paniek is en moet worden gekalmeerd en mogen mijn kinderen
niet zonder toezicht doorzwemmen.
6.nadat het kind weer rustig is geworden check ik eerst of alles verder oke is met het kind. Als
alles oke is, spreek ik na de les met de ouders van het kind. Wanneer het niet oke zou gaan met
het kind dan besluit ik om toch de ouders of de huisarts te bellen voor controle. Hiervoor neem
ik alle tijd die nodig is.
Waarom: Het kind moet worden gecontroleerd want bij de teveel water binnen zou het nog
steeds kunnen verdrinken ( Second drawning). Ook moet je altijd contact houden met ouders van
het kind.
7.Bespreking met collegas. Evalueren over wat er is gebeurt en hoe dit beter zou kunnen.
1. Voorbereiding:
In de voorbereiding heb ik gekozen om op baan 6 te zwemmen omdat dat langs de kant is en ze
beginnen in het diepe en eindigen in het ondiepe (1.00m). Het is 1 baantje naar de overkant en er
weer uit klimmen bij de trap.
Omdat ze op baan 6 zwemmen kan ik makkelijk bij de kinderen komen en kan ik zelfs in
panieksituatie's een flexibeam aanrijken zodat het kind zich kan vastgrijpen aan de flexibeam.
Voor de lessen spreken wij altijd af met onze collega's wie er op de zwemvloer komt in hulp
situaties. Ook ligt er een AED en rondom het zwembad hulp attributen die voor nood situaties zijn
bedoeld. ( Redmiddelen zoals Werp-reddingsmiddelen, Rescue can, tot aan een flexibeam en mat).
Elke instructeur heeft een portofoon waarmee wij kunnen communiceren met onze collega's,
uiteraard alleen bedoeld in hulpsituaties.
Bij een noodsituatie word er door de collega's gehandeld als daarom wordt gevraagt. Het kind moet
worden gered door de instructeur, terwijl dat word gedaan moet de collega handelen om
vervolgends iemand op te roepen van de receptie om de andere groep over te nemen en andere
kinderen in veiligheid te houden.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. 2 kinderen krijgen een botsing waardoor een van de kinderen in paniek raakt.
Een Kind zwemt tegen een ander kind aan omdat het sneller zwemt dan het ander kind. Het kind
wat langzamer zwemt raakt in paniek en krijgt een slok water binnen. Het Kind is in paniek en
kan niet gecorrigeerd worden om door te zwemmen, waardoor de zweminstructeur bij moet
springen om te helpen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3. Voordat de les begint zorg ik er altijd voor dat alles al geregeld is want stel je voor dat er iets
gebeurt. Voor elke les bespreken we met de collega's wie erop geroepen kan worden, dus
dit is van tevoren al afgesproken. Ook leg ik op de kant alvast wat atributen klaar zoals een
mat, een flexibeam en een drijvende reddingsboei. Verder leggen wij geen lijnen in het
zwembad maar hebben wij veel verschillende werp reddingsmiddelen rondom het zwembad
liggen. Wanneer er iets gebeurt in het zwembad roep ik mijn mede collega dat ik mijn kind
moet helpen en zij de receptie moet oproepen via de portofoon. Ondertussen moet zij
toezicht houden op mijn kinderen en die van haar tot de receptionist aanwezig is en de
groep kan overnemen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4. Kind raakt in paniek en ik geef een slurf aan het kind zodat hij de slurf kan vast pakken.
Omdat hij/zij water binnen heeft gekregen haal ik hem uit het water en stel ik hem gerust.
Omdat het kind de slang snel kon vastpakken is er niks aan de hand en kon hij rustig even
bijkomen op de kant.
1 ik merk op dat er een kind in paniek raakt. 2sec
, 2 ik pak de dichtbijzijnste flexiebeam (slurf) en geef het aan het kind. 5 sec
3 ik merk op dat het kind een slok water binnen heeft gekregen, 3sec
4 ik haal het kind uit het water. 5 sec
5 op de kant stel ik het kind gerust en word mijn groep overgenomen door mijn collega. 5 min.
6 nadat het kind weer rustig is geworden check ik eerst of alles verder oke is met het kind. Als
alles oke is, spreek ik na de les met de ouders van het kind. Wanneer het niet oke zou gaan met
het kind dan besluit ik om toch de ouders of de huisarts te bellen voor controle. Hiervoor neem
ik alle tijd die nodig is.
7 bespreking met collegas. Evalueren over wat er is gebeurt en hoe dit beter zou kunnen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5. Het is slim gekozen organisatievorm omdat het dichtbij de kant is en ik daarom makkelijk het
kind een slang aan kan geven om zich vast te pakken bij paniek of vermoeidheid enz.
Motiveer acties.
1 ik merk op dat er een kind in paniek raakt. 2sec
Waarom: Ik heb mijn positie in het lesgeven zo gekozen dat ik elk kind kan zien en daardoor
het snel kon opmerken.
2 ik pak de dichtbijzijnste flexibeam (slurf) en geef het aan het kind. 5 sec
Waarom: Omdat het langs de kant is kan ik snel de flexibeam aanrijken omdat het kind zich
daar aan kan vast grijpen zodat hij boven water blijft en ik hem naar de kant kan trekken.
3 ik merk op dat het kind een slok water binnen heeft gekregen en roep daarom ook mijn collega
om de portofoon te pakken en een receptionist op te roepen voor hulp. , 3sec
Waarom: Omdat ik dat heb gezien kan ik handelen en weet ik dat het kind moeite heeft met
boven water blijven en daardoor een gevaarlijke situatie is waarbij ik hulp kan nodig hebben.
4 ik haal het kind uit het water. 3 sec
Waarom: Omdat het niet veilig is in het water als het kind in paniek is.
5. op de kant stel ik het kind gerust en word mijn groep overgenomen door mijn collega. 5 min.
Waarom: Omdat het kind in paniek is en moet worden gekalmeerd en mogen mijn kinderen
niet zonder toezicht doorzwemmen.
6.nadat het kind weer rustig is geworden check ik eerst of alles verder oke is met het kind. Als
alles oke is, spreek ik na de les met de ouders van het kind. Wanneer het niet oke zou gaan met
het kind dan besluit ik om toch de ouders of de huisarts te bellen voor controle. Hiervoor neem
ik alle tijd die nodig is.
Waarom: Het kind moet worden gecontroleerd want bij de teveel water binnen zou het nog
steeds kunnen verdrinken ( Second drawning). Ook moet je altijd contact houden met ouders van
het kind.
7.Bespreking met collegas. Evalueren over wat er is gebeurt en hoe dit beter zou kunnen.
