Financial Accounting BDK
Eindtoets
Stof: H7 t/m H12
Samenvatting: de belangrijkste onderwerpen uit H7 t/m H12
,Inhoud
Theorie ....................................................................................................................................... 3
Journaalposten ........................................................................................................................... 4
Afschrijvingskosten ................................................................................................................. 4
Verkoop vaste activa .............................................................................................................. 4
Operational lease ................................................................................................................... 4
Obligaties ................................................................................................................................ 4
Aandelen ................................................................................................................................. 5
Ratio’s ......................................................................................................................................... 7
Berekeningen en formules ......................................................................................................... 8
Afschrijvingskosten ................................................................................................................. 8
Oninbare debiteuren ............................................................................................................... 8
Contante waarde .................................................................................................................... 9
Integratieopgave ..................................................................................................................... 9
Kasstroomoverzicht .................................................................................................................. 10
2
,Theorie
Langlopende activa hebben de volgende kenmerken:
Ze gaan langer mee dan één jaar;
Ze worden gebruikt in de operatie van het bedrijf;
Ze zijn niet bedoeld voor herverkoop vaan de klant.
Er zijn drie soorten activa:
Tastbare activa / tangible assets: gebouwen, materiaal en land.
Natuurlijke bronnen / natural resources: grondstoffen.
Ontastbare activa / intangible assets: copyrights en handelsmerken.
De drie soorten activa worden op drie verschillende manieren afgeschreven. Tastbare activa door
middel van afschrijving (depreciation), natuurlijke bronnen door middel van uitputting (depletion) en
ontastbare activa door middel van amortisatie (amortisation).
Goodwill bestaat wanneer een koper meer voor het bedrijf betaalt dan het op de balans waard is.
Goodwill is het deel van de betaling dat boven de netto bezittingen (= totale bezittingen – totale
schulden) uit komt.
Voor- en nadelen van aandelenfinanciering:
Voordelen Nadelen
Aandelenkapitaal hoeft niet terugbetaald te Aandeelhouders hebben inspraak.
worden.
Dividendbetaling is niet verplicht, maar Dividend is niet aftrekbaar.
optioneel.
Het hefboomeffect: als het bedrijf meer verdient
aan de lening dan het moet betalen aan interest.
Twee soorten preferente aandelen:
Cumulatief preferent aandeel: als een bedrijf besluit om een jaar geen dividend uit te keren,
moet het bedrijf dat jaar erna het dividend alsnog uitkeren aan de preferente aandeelhouders
vóórdat de gewone aandeelhouders dividend krijgen.
Niet-cumulatief preferent aandeel: het bedrijf hoeft het achterstallige dividend niet alsnog uit te
keren.
Het eigen vermogen is op de balans als volgt opgebouwd:
Ingebracht kapitaal (common stock)
Gewone aandelen, €… nominaal, maatschappelijk
Kapitaal ..(aantal).. aandelen, .(aantal).. geplaatste en
..(aantal).. uitstaande aandelen €……
Uit te reiken aandelen, €… nominaal, ..(aantal).. €……
Agioreserve (additional paid-in capital) €…… +
Totaal ingebracht kapitaal €……
Ingekochte eigen aandelen €…… -
Ingehouden winst (retained earnings) €…… +
Totaal eigen vermogen €……
3
,Journaalposten
Afschrijvingskosten
datum Afschrijvingskosten bedrag
Gecumuleerde afschrijving bedrag
Verkoop vaste activa
datum Vaste activa (bijvoorbeeld gebouw) bedrag
Bank bedrag
Cumulatieve afschrijving vaste activa bedrag
(Eventueel) winst of verlies verlies winst
Operational lease
Herkenning van een operational lease:
datum Lease activa1 bedrag
Lease schuld2 bedrag
1
contante waarde
2
contante waarde
Leasebetaling:
datum Interestkosten1 bedrag
Lease schuld2 bedrag
Bank3 bedrag
1
interestpercentage x stand van de schuld
2
jaarlijkse betaling - interestkosten
3
jaarlijkse betaling
Obligaties
Aangaan obligatielening:
datum Te betalen obligaties1 bedrag
Bank2 bedrag
Agio/disagio op obligaties3 disagio agio
1
De nominale waarde van de obligatielening
2
Het bedrag waarvoor de obligatie is gekocht (dus boven of onder pari)
3
Het verschil tussen 1 en 2
Interestbetaling over de obligatielening:
datum Interestkosten1 bedrag
I nterestbetaling2 bedrag
Agio/disagio op obligaties3 agio disagio
1
effectieve interest x stand van de obligatielening
2
markt interest x nominale waarde
3
Het verschil tussen 1 en 2
4
, Aandelen
Uitgifte gewone of preferente aandelen:
datum Gewone/preferente aandelen bedrag
Bank bedrag
Agio/disagio op gewone aandelen disagio agio
Verklaring van uitkering cash dividend:
datum Cash dividend bedrag
Te betalen dividend bedrag
Verklaring van uitkering stock dividend:
datum Stock dividend1 bedrag
Uit te reiken aandelen2 bedrag
Agio/disagio gewone aandelen3 disagio agio
1
Het aantal uitstaande aandelen x het percentage stock dividend x de marktprijs
2
Het aantal uitstaande aandelen x de nominale waarde
3
Het verschil tussen 1 en 2
Registratie van de dividenduitkering:
Geen journaalpost!
Uitbetaling van cash dividend:
datum Te betalen dividend bedrag
Bank bedrag
Uitkering preferent dividend = waarde uitstaande preferente aandelen x het percentage
Inkoop eigen aandelen:
datum Ingekochte eigen aandelen1 bedrag
Bank bedrag
1
Het bedrag waarvoor de aandelen werkelijk worden gekocht. Je doet niks met de nominale waarde
van de aandelen
Verkoop eigen aandelen:
datum Ingekochte eigen aandelen1 bedrag
Bank2 bedrag
Agio/disagio op ingekochte eigen aandelen3 disagio agio
1
Aantal verkochte eigen aandelen x prijs waarvoor deze zijn ingekocht
2
Bedrag waarvoor de eigen aandelen zijn verkocht
3
Het verschil tussen 1 en 2
Het converteren van een obligatielening in aandelen:
datum Obligatielening1 bedrag
Gewone aandelen2 bedrag
Agio/disagio op obligatielening3 agio disagio
(eventueel) Agioreserve gewone aandelen4 bedrag
5
Eindtoets
Stof: H7 t/m H12
Samenvatting: de belangrijkste onderwerpen uit H7 t/m H12
,Inhoud
Theorie ....................................................................................................................................... 3
Journaalposten ........................................................................................................................... 4
Afschrijvingskosten ................................................................................................................. 4
Verkoop vaste activa .............................................................................................................. 4
Operational lease ................................................................................................................... 4
Obligaties ................................................................................................................................ 4
Aandelen ................................................................................................................................. 5
Ratio’s ......................................................................................................................................... 7
Berekeningen en formules ......................................................................................................... 8
Afschrijvingskosten ................................................................................................................. 8
Oninbare debiteuren ............................................................................................................... 8
Contante waarde .................................................................................................................... 9
Integratieopgave ..................................................................................................................... 9
Kasstroomoverzicht .................................................................................................................. 10
2
,Theorie
Langlopende activa hebben de volgende kenmerken:
Ze gaan langer mee dan één jaar;
Ze worden gebruikt in de operatie van het bedrijf;
Ze zijn niet bedoeld voor herverkoop vaan de klant.
Er zijn drie soorten activa:
Tastbare activa / tangible assets: gebouwen, materiaal en land.
Natuurlijke bronnen / natural resources: grondstoffen.
Ontastbare activa / intangible assets: copyrights en handelsmerken.
De drie soorten activa worden op drie verschillende manieren afgeschreven. Tastbare activa door
middel van afschrijving (depreciation), natuurlijke bronnen door middel van uitputting (depletion) en
ontastbare activa door middel van amortisatie (amortisation).
Goodwill bestaat wanneer een koper meer voor het bedrijf betaalt dan het op de balans waard is.
Goodwill is het deel van de betaling dat boven de netto bezittingen (= totale bezittingen – totale
schulden) uit komt.
Voor- en nadelen van aandelenfinanciering:
Voordelen Nadelen
Aandelenkapitaal hoeft niet terugbetaald te Aandeelhouders hebben inspraak.
worden.
Dividendbetaling is niet verplicht, maar Dividend is niet aftrekbaar.
optioneel.
Het hefboomeffect: als het bedrijf meer verdient
aan de lening dan het moet betalen aan interest.
Twee soorten preferente aandelen:
Cumulatief preferent aandeel: als een bedrijf besluit om een jaar geen dividend uit te keren,
moet het bedrijf dat jaar erna het dividend alsnog uitkeren aan de preferente aandeelhouders
vóórdat de gewone aandeelhouders dividend krijgen.
Niet-cumulatief preferent aandeel: het bedrijf hoeft het achterstallige dividend niet alsnog uit te
keren.
Het eigen vermogen is op de balans als volgt opgebouwd:
Ingebracht kapitaal (common stock)
Gewone aandelen, €… nominaal, maatschappelijk
Kapitaal ..(aantal).. aandelen, .(aantal).. geplaatste en
..(aantal).. uitstaande aandelen €……
Uit te reiken aandelen, €… nominaal, ..(aantal).. €……
Agioreserve (additional paid-in capital) €…… +
Totaal ingebracht kapitaal €……
Ingekochte eigen aandelen €…… -
Ingehouden winst (retained earnings) €…… +
Totaal eigen vermogen €……
3
,Journaalposten
Afschrijvingskosten
datum Afschrijvingskosten bedrag
Gecumuleerde afschrijving bedrag
Verkoop vaste activa
datum Vaste activa (bijvoorbeeld gebouw) bedrag
Bank bedrag
Cumulatieve afschrijving vaste activa bedrag
(Eventueel) winst of verlies verlies winst
Operational lease
Herkenning van een operational lease:
datum Lease activa1 bedrag
Lease schuld2 bedrag
1
contante waarde
2
contante waarde
Leasebetaling:
datum Interestkosten1 bedrag
Lease schuld2 bedrag
Bank3 bedrag
1
interestpercentage x stand van de schuld
2
jaarlijkse betaling - interestkosten
3
jaarlijkse betaling
Obligaties
Aangaan obligatielening:
datum Te betalen obligaties1 bedrag
Bank2 bedrag
Agio/disagio op obligaties3 disagio agio
1
De nominale waarde van de obligatielening
2
Het bedrag waarvoor de obligatie is gekocht (dus boven of onder pari)
3
Het verschil tussen 1 en 2
Interestbetaling over de obligatielening:
datum Interestkosten1 bedrag
I nterestbetaling2 bedrag
Agio/disagio op obligaties3 agio disagio
1
effectieve interest x stand van de obligatielening
2
markt interest x nominale waarde
3
Het verschil tussen 1 en 2
4
, Aandelen
Uitgifte gewone of preferente aandelen:
datum Gewone/preferente aandelen bedrag
Bank bedrag
Agio/disagio op gewone aandelen disagio agio
Verklaring van uitkering cash dividend:
datum Cash dividend bedrag
Te betalen dividend bedrag
Verklaring van uitkering stock dividend:
datum Stock dividend1 bedrag
Uit te reiken aandelen2 bedrag
Agio/disagio gewone aandelen3 disagio agio
1
Het aantal uitstaande aandelen x het percentage stock dividend x de marktprijs
2
Het aantal uitstaande aandelen x de nominale waarde
3
Het verschil tussen 1 en 2
Registratie van de dividenduitkering:
Geen journaalpost!
Uitbetaling van cash dividend:
datum Te betalen dividend bedrag
Bank bedrag
Uitkering preferent dividend = waarde uitstaande preferente aandelen x het percentage
Inkoop eigen aandelen:
datum Ingekochte eigen aandelen1 bedrag
Bank bedrag
1
Het bedrag waarvoor de aandelen werkelijk worden gekocht. Je doet niks met de nominale waarde
van de aandelen
Verkoop eigen aandelen:
datum Ingekochte eigen aandelen1 bedrag
Bank2 bedrag
Agio/disagio op ingekochte eigen aandelen3 disagio agio
1
Aantal verkochte eigen aandelen x prijs waarvoor deze zijn ingekocht
2
Bedrag waarvoor de eigen aandelen zijn verkocht
3
Het verschil tussen 1 en 2
Het converteren van een obligatielening in aandelen:
datum Obligatielening1 bedrag
Gewone aandelen2 bedrag
Agio/disagio op obligatielening3 agio disagio
(eventueel) Agioreserve gewone aandelen4 bedrag
5
