Activiteitenplan (per activiteit invullen!)
Naam activiteit: Interactief een boek voorlezen, dit is effectief voor de taalontwikkeling
Onderdeel Criter
ium
1. Beginsituatie: Wat is de beginsituatie? 1
Hoe past de activiteit bij de doelgroep?
Omschrijf de LECS (lichamelijk, emotioneel, cognitief en sociaal)
Op welke manier past deze activiteit bij jouw doelgroep? Denk aan uitkomsten uit
observatie, kind gegevens maar ook aan wat past bij jouw groep kinderen.
Ik voer deze opdracht uit met de gehele klas, 2 tot 4 jaar oud. Het zijn 15 kindjes waarvan 4
VVE hebben. Voor deze groep kinderen word er bijna dagelijks wel interactief een boek voor
gelezen, hier en daar kunnen ze (vooral de VVE) nog wel beter ontwikkelen in hun taal. De
activiteit neemt plaats in het lokaal zelf, met de kinderen op een groot kleed en ik op een
‘juffen’ stoel.
Door de kaft van het boekje te laten zien en de vraag te stellen: Zouden jullie weten
waarover dit boekje zal gaan? Laat ik de kinderen zelf na denken, dit valt onder het
cognitieve. Dit ondersteunt de taalontwikkeling van de groep kinderen, het vergoot de
woordenschat, draagt bij aan taalbegrip, prikkelt de fantasie, oefent luistervaardigheid en het
concentratie vermogen.
Voorlezen is voor iedere doelgroep goed! Daarom is het goed dat het word gedaan met de
hele groep, dit omdat de VVE kindjes kunnen leren van de andere kindjes.
, 2. Doel: Beschrijf je doel/doelen bij de activiteit (SMART) 1
Welk(e) ontwikkelingsgebied(en) stimuleer je bij dit doel (let op dat kunnen er
meerdere zijn!)?
Na dat we het boekje interactief hebben gelezen kunnen de kinderen door middel van 2
vragen minstens 2 personages opnoemen
Zowel als de taalontwikkeling kun je ook andere ontwikkelingsgebieden stimuleren met
interactief voorlezen. Uit onderzoek blijkt dat interactief voorlezen een positieve invloed
heeft op de sociaal-emotionele ontwikkeling, luisteren naar elkaar, de
rekenontwikkelingén de fantasie en het leervermogen.
Bij het voorlezen aan kinderen zorgt het ervoor dat hun taalinzicht groter wordt. In verhalen
worden andere woorden en zinnen gebruikt dan in de spreektaal, dus kunnen kinderen hun
woordenschat vergroten. En ook het gevoel voor zinsbouw en grammatica ontwikkelt zich
doordat ze in aanraking komen met boekentaal. Door met kinderen over de boeken te praten
leert het ook om zich beter uit te drukken.
Kinderen ontwikkelen zich taalvaardiger sneller, als je ze vanaf jonge leeftijd vaak voor leest.
Ze zullen dan minder moeite hebben met het begrijpend lezen en spellen. Ook de sociale en
emotionele vaardigheiden van een kind kan gestimuleerd worden door het voorlezen.
Kinderen leren bijvoorbeeld om zich in te leven in de personages in de verhalen en om
emoties die erin voorkomen te herkennen. Daarnaast leren ze ook oorzaken, gevolgen en
verbanden herkennen. Door het voorlezen vergroot je de woordenschat van de kinderen en
leren ze wat letters zijn.
Verhalen over verschillende onderwerpen kunnen het wereldbeeld van een kind verbreden
en hem of haar kennis laten maken met verschillende gebeurtenissen, mensen en culturen.
Hierdoor zet je een kind aan het denken over dingen die hij of zij zelf nog nooit heeft
meegemaakt en stimuleer je fantasie. Maar ook de illustraties en de beschrijvingen in de
tekst kunnen ervoor zorgen dat kinderen gaan fantaseren
Tijdens een fijn voorleesmoment maken je hersenen dopamine aan. Niet alleen zorgt dat
stofje ervoor dat het kind (en jij waarschijnlijk ook) een goed gevoel krijgt, het maakt hem of
haar ook nieuwsgierig. Nieuwsgierige kinderen willen meer leren!
3. Bij welk domein past deze activiteit? 1
Taalontwikkeling
Het stimuleert de volgende vaardigheden: leervaardigheden, communicatieve vaardigheden,
het begrijpen van dingen, steun bij nieuwe ervaringen, fantasie, luisteren naar elkaar
Naam activiteit: Interactief een boek voorlezen, dit is effectief voor de taalontwikkeling
Onderdeel Criter
ium
1. Beginsituatie: Wat is de beginsituatie? 1
Hoe past de activiteit bij de doelgroep?
Omschrijf de LECS (lichamelijk, emotioneel, cognitief en sociaal)
Op welke manier past deze activiteit bij jouw doelgroep? Denk aan uitkomsten uit
observatie, kind gegevens maar ook aan wat past bij jouw groep kinderen.
Ik voer deze opdracht uit met de gehele klas, 2 tot 4 jaar oud. Het zijn 15 kindjes waarvan 4
VVE hebben. Voor deze groep kinderen word er bijna dagelijks wel interactief een boek voor
gelezen, hier en daar kunnen ze (vooral de VVE) nog wel beter ontwikkelen in hun taal. De
activiteit neemt plaats in het lokaal zelf, met de kinderen op een groot kleed en ik op een
‘juffen’ stoel.
Door de kaft van het boekje te laten zien en de vraag te stellen: Zouden jullie weten
waarover dit boekje zal gaan? Laat ik de kinderen zelf na denken, dit valt onder het
cognitieve. Dit ondersteunt de taalontwikkeling van de groep kinderen, het vergoot de
woordenschat, draagt bij aan taalbegrip, prikkelt de fantasie, oefent luistervaardigheid en het
concentratie vermogen.
Voorlezen is voor iedere doelgroep goed! Daarom is het goed dat het word gedaan met de
hele groep, dit omdat de VVE kindjes kunnen leren van de andere kindjes.
, 2. Doel: Beschrijf je doel/doelen bij de activiteit (SMART) 1
Welk(e) ontwikkelingsgebied(en) stimuleer je bij dit doel (let op dat kunnen er
meerdere zijn!)?
Na dat we het boekje interactief hebben gelezen kunnen de kinderen door middel van 2
vragen minstens 2 personages opnoemen
Zowel als de taalontwikkeling kun je ook andere ontwikkelingsgebieden stimuleren met
interactief voorlezen. Uit onderzoek blijkt dat interactief voorlezen een positieve invloed
heeft op de sociaal-emotionele ontwikkeling, luisteren naar elkaar, de
rekenontwikkelingén de fantasie en het leervermogen.
Bij het voorlezen aan kinderen zorgt het ervoor dat hun taalinzicht groter wordt. In verhalen
worden andere woorden en zinnen gebruikt dan in de spreektaal, dus kunnen kinderen hun
woordenschat vergroten. En ook het gevoel voor zinsbouw en grammatica ontwikkelt zich
doordat ze in aanraking komen met boekentaal. Door met kinderen over de boeken te praten
leert het ook om zich beter uit te drukken.
Kinderen ontwikkelen zich taalvaardiger sneller, als je ze vanaf jonge leeftijd vaak voor leest.
Ze zullen dan minder moeite hebben met het begrijpend lezen en spellen. Ook de sociale en
emotionele vaardigheiden van een kind kan gestimuleerd worden door het voorlezen.
Kinderen leren bijvoorbeeld om zich in te leven in de personages in de verhalen en om
emoties die erin voorkomen te herkennen. Daarnaast leren ze ook oorzaken, gevolgen en
verbanden herkennen. Door het voorlezen vergroot je de woordenschat van de kinderen en
leren ze wat letters zijn.
Verhalen over verschillende onderwerpen kunnen het wereldbeeld van een kind verbreden
en hem of haar kennis laten maken met verschillende gebeurtenissen, mensen en culturen.
Hierdoor zet je een kind aan het denken over dingen die hij of zij zelf nog nooit heeft
meegemaakt en stimuleer je fantasie. Maar ook de illustraties en de beschrijvingen in de
tekst kunnen ervoor zorgen dat kinderen gaan fantaseren
Tijdens een fijn voorleesmoment maken je hersenen dopamine aan. Niet alleen zorgt dat
stofje ervoor dat het kind (en jij waarschijnlijk ook) een goed gevoel krijgt, het maakt hem of
haar ook nieuwsgierig. Nieuwsgierige kinderen willen meer leren!
3. Bij welk domein past deze activiteit? 1
Taalontwikkeling
Het stimuleert de volgende vaardigheden: leervaardigheden, communicatieve vaardigheden,
het begrijpen van dingen, steun bij nieuwe ervaringen, fantasie, luisteren naar elkaar
