HU samenvatting leerdoelen + jurisprudentie bezwaarprocedure

Bezwaarprocedure

Bezwaarprocedure 23-24_toetsmatrijs toets 1_OV tentamen

Leerdoel/thema week 1: inleiding handhaving

Aantekeningen

Inhoud: handhaving Omgevingswet (lob + lod) + bezwaar
Handhaving door bestuursorgaan/college van B&W van een gemeente *).

)* Gemeente (openbaar lichaam) heeft 3 bestuursorganen:
1. Gemeenteraad
2. College van B&W
3. Burgemeester

Toepasselijk recht:
 Algemeen bestuursrecht: Awb (m.n. handhaving (H5) en bezwaarprocedure (H6 en 7), art. 125
Gemeentewet.
 Bijzonder bestuursrecht: Omgevingswet (Ow), omgevingsplannen en bestemmingsplannen.

Wet in formele zin: Algemene wet bestuursrecht, Omgevingswet.
Gemeentelijke regelgeving: omgevingsplan, bestemmingsplannen.

Omgevingswet is de wet van alles. Het gaat over de ruimte waarin mensen wonen, werken en ontspannen.
Regels over wat er buiten te zien, horen en ruiken is (fysieke leefomgeving). Er is volgens art. 2.4 Ow één
omgevingsplan per gemeente. Bestemmingsplan beslist over wat er met de ruimte mag gebeuren. Dit is
vastgesteld door de gemeenteraad. Het is een plankaart met kleuren en symbolen artikelen (een wet dus).
Met regels over bouwen en over gebruik van gebouwen.

Omgevingsvergunning:
 Als een omgevingsvergunning verplicht is, is het o.g.v. art. 5.1 lid 1 sub a Ow verboden zonder
omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit uit te voeren.
 Omgevingsplanactiviteit: in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is om zonder
omgevingsvergunning die activiteit te verrichten (bijlage A Ow).
↓
Voorbeeld casus Jansen:
 O.g.v. art. 22.26 Omgevingsplan Amersfoort is voor een bouwactiviteit een omgevingsvergunning nodig
 Jansen heeft geen omgevingsvergunning aangevraagd. Dit is o.g.v. bijlage A Omgevingswet een
omgevingsplanactiviteit.
 O.g.v. art. 5.1 lid 1 sub a Omgevingswet is het verboden zonder omgevingsvergunning een
omgevingsplanactiviteit (i.c. bouwen garage) te verrichten.
 Jansen heeft zonder omgevingsvergunning een garage gebouwd (gedraging) en handelt daarmee in strijd
met art. 22.26 Omgevingsplan Amersfoort jo. art. 5.1 lid 1 sub a Omgevingswet.
↓
 Bouwen garage i.s.m. art. 22.26 Omgevingsplan Amersfoort jo. art. 5.1 lid 1 sub a Omgevingswet.
 Toezichthouder gemeente Amersfoort stelt overtreding vast.
 B&W Amersfoort wil handhaven.
↓
Bestuurlijke handhaving:
Na toezicht door de toezichthouder kunnen sancties worden opgelegd door het bestuursorgaan (vaak B&W):

, Last onder bestuursdwang (lob)
 Last onder dwangsom (lod)
 Intrekking vergunning
 Bestuurlijke boete
In deze cursus zoomen we in op de lob en de lod.

Nodig voor een last:
Overtreding: art. 5:1 lid 1 Awb: een gedraging is in strijd met de wet.
Overtreder: art. 5:1 lid 2 Awb: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.

Art. 125 Gemeentewet:
Lid 1: het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
Lid 2: de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college,
indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
Lid 3: de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend
door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

Art. 5:32 lid 1 Awb:
Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang (lob) op te leggen, mag
in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom (lod) opleggen.

Art. 1:3 lid 1 Awb: ‘’onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.’’
Criteria:
1. Er is een beslissing;
2. Genomen door een bestuursorgaan (art. 1:1 Awb);
3. Die op schrift is gesteld (uitzondering art. 5:31 Awb);
4. Gericht is op een rechtsgevolg;
5. Van publiekrechtelijke aard is.

De schriftelijke weigering om een besluit te nemen is een besluit in de zin van de Awb: art. 6:2 sub a Awb.
Ook het niet tijdig nemen van een besluit is gelijkgesteld met een besluit: art. 6:2 sub b Awb.

Het verzoek om een beschikking:
1. Moet worden ingediend door een belanghebbende (of door zijn gemachtigde);
2. Moet op schrift zijn gesteld (soms op een voorgeschreven);
3. Moet voldoen aan de formele vereisten in de Awb;
4. Kan langs elektronische weg worden ingediend als het bestuursorgaan dit toestaat.

Wet in formele zin = een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal samen via de
grondwettelijke wetgevingsprocedure.
Wet in materiële zin = gericht op een onbepaald aantal personen, voor herhaalde toepassing vatbaar en
vastgesteld door een wetgever. Aldus iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding
waarvan straf is gesteld.

De geledenormstelling: regelgeving op verschillende bestuurlijke niveaus.
Gelaagde structuur: van algemeen naar steeds specifiekere regelingen.
Bijzondere wetten gaan altijd vóór algemeen.

,
,