College 6: leefstijl.
Leefstijl.
Voeding: borstvoeding zie gastcollege. Ongeveer 3 maanden. Kan natuurlijk ook langer, vaak
gecombineerd met flesvoeding. Pas op met extra. Pas op met koolhydraten/suikers. Als je in het
eerste jaar van het kind teveel koolhydraten en suikers geeft, heeft het kind op latere leeftijd een
gorter risico op overgewicht en diabetes. Beweging is goed voor spier- en motoriekontwikkeling.
Voorkomt ook overgewicht. Zorg voor veiligheid (bv. Een box). Veiligheid:
1: vallen: klassiek, van de commode/tafel.
2: vergiftiging: vaak op wat latere leeftijd, als ze beginnen te onderzoeken.
3: verstikking: in bed/wieg.
4: verdrinking: in bad, let op ‘second drowning’ gevaar.
5: verbranding: kachels etc., hete vloeistoffen, (te warme flesjes, geeft niet snel verbranding).
Zuigelingen hebben vaak nog niet een slaappatroon. Ouders hebben hierdoor vaak gebroken
nachten.
Gezondheidsbedreigingen.
Groeistoornissen: groeicurve digitaal dossier JGZ (blz.23,24). Wordt vergeleken met gemiddelden.
Kijk ook naar de ouders en naar knikken in de lijn en naar onderlinge verschillen bij lengte, gewicht
en schedelomtrek. Bij prematuren corrigeren voor vroeggeboorte (tot maximaal 2 jaar, afhankelijk
van mate van vroeggeboorte). Belangrijkste probleem nu: overgewicht, te zwaar voor de lengte. Zegt
bij zuigelingen weinig over overgewicht later. Maar let wel op andere determinanten: overgewicht
ouders, lage SES, voedingsgewoonten (cultureel). Hoog geboortegewicht kan duiden op (latente)
diabetes bij de moeder. Onvoldoende gewichtstoename: weinig. Oorzaken: voeding, medische
problemen, sociaal emotionele problemen.
Als je depressie wilt herkennen: kijk naar de ogen en luister naar de stem. Vlakke/doffe stem. Doffe
ogen: ‘in de verte kijken’. Ik zie je wel maar eigenlijk ook niet.
Schedelomvang.
Normaal: bepaald door de groei van de hersenen. Macrocefalie: (te) groot hoofd. Bij hydrocefalus is
er sprake van een waterhoofd. Microcefalie is er een te klein hoofd. Ook hier is het belangrijk te
letten op erfelijke factoren. Preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en
schedelvervorming (JGZ richtlijn). Schedelomtrek wordt steeds gemeten, om er zeker van te zijn dat
de ontwikkeling normaal is. Anders krijg je bijvoorbeeld retardatie etc.
Ontwikkelingsstoornissen.
Veel oorzaken mogelijk: voor, tijdens en na de geboorte. Van Wiechen onderzoek: gaat uit van 90e
percentiel per definitie 10% afwijkend: gebruik je verstand! Bij alarmsymptomen is er vaak iets
aan de hand. Kijk in de PP voor belangrijke websites.
Onveilige hechting.
Normaal vanaf ongeveer 3 maanden positievere aandacht voor de verzorger(s), na 7 maanden
‘eenkennig’. Hechting: proces van interactie tussen ouder-kind. Na een jaar moet een veilige
hechting tot stand zijn gekomen. Is de basis voor persoonlijkheid in de rest van het leven: veerkracht,
zelfvertrouwen, probleemoplossend vermogen…….
Leefstijl.
Voeding: borstvoeding zie gastcollege. Ongeveer 3 maanden. Kan natuurlijk ook langer, vaak
gecombineerd met flesvoeding. Pas op met extra. Pas op met koolhydraten/suikers. Als je in het
eerste jaar van het kind teveel koolhydraten en suikers geeft, heeft het kind op latere leeftijd een
gorter risico op overgewicht en diabetes. Beweging is goed voor spier- en motoriekontwikkeling.
Voorkomt ook overgewicht. Zorg voor veiligheid (bv. Een box). Veiligheid:
1: vallen: klassiek, van de commode/tafel.
2: vergiftiging: vaak op wat latere leeftijd, als ze beginnen te onderzoeken.
3: verstikking: in bed/wieg.
4: verdrinking: in bad, let op ‘second drowning’ gevaar.
5: verbranding: kachels etc., hete vloeistoffen, (te warme flesjes, geeft niet snel verbranding).
Zuigelingen hebben vaak nog niet een slaappatroon. Ouders hebben hierdoor vaak gebroken
nachten.
Gezondheidsbedreigingen.
Groeistoornissen: groeicurve digitaal dossier JGZ (blz.23,24). Wordt vergeleken met gemiddelden.
Kijk ook naar de ouders en naar knikken in de lijn en naar onderlinge verschillen bij lengte, gewicht
en schedelomtrek. Bij prematuren corrigeren voor vroeggeboorte (tot maximaal 2 jaar, afhankelijk
van mate van vroeggeboorte). Belangrijkste probleem nu: overgewicht, te zwaar voor de lengte. Zegt
bij zuigelingen weinig over overgewicht later. Maar let wel op andere determinanten: overgewicht
ouders, lage SES, voedingsgewoonten (cultureel). Hoog geboortegewicht kan duiden op (latente)
diabetes bij de moeder. Onvoldoende gewichtstoename: weinig. Oorzaken: voeding, medische
problemen, sociaal emotionele problemen.
Als je depressie wilt herkennen: kijk naar de ogen en luister naar de stem. Vlakke/doffe stem. Doffe
ogen: ‘in de verte kijken’. Ik zie je wel maar eigenlijk ook niet.
Schedelomvang.
Normaal: bepaald door de groei van de hersenen. Macrocefalie: (te) groot hoofd. Bij hydrocefalus is
er sprake van een waterhoofd. Microcefalie is er een te klein hoofd. Ook hier is het belangrijk te
letten op erfelijke factoren. Preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en
schedelvervorming (JGZ richtlijn). Schedelomtrek wordt steeds gemeten, om er zeker van te zijn dat
de ontwikkeling normaal is. Anders krijg je bijvoorbeeld retardatie etc.
Ontwikkelingsstoornissen.
Veel oorzaken mogelijk: voor, tijdens en na de geboorte. Van Wiechen onderzoek: gaat uit van 90e
percentiel per definitie 10% afwijkend: gebruik je verstand! Bij alarmsymptomen is er vaak iets
aan de hand. Kijk in de PP voor belangrijke websites.
Onveilige hechting.
Normaal vanaf ongeveer 3 maanden positievere aandacht voor de verzorger(s), na 7 maanden
‘eenkennig’. Hechting: proces van interactie tussen ouder-kind. Na een jaar moet een veilige
hechting tot stand zijn gekomen. Is de basis voor persoonlijkheid in de rest van het leven: veerkracht,
zelfvertrouwen, probleemoplossend vermogen…….