Samenvatting module 1.2 fysiotherapie

Theorie module 1.2

Week 1 KLA2 ....................................................................................................................................................... 2
Week 1 KLB2 ....................................................................................................................................................... 6
Week 2 KLB1 ....................................................................................................................................................... 7
Week 2 KLB2 ....................................................................................................................................................... 8
Week 2 KLA2 ....................................................................................................................................................... 9
Week 3 KLA1 ..................................................................................................................................................... 13
Week 3 KLB1 ..................................................................................................................................................... 14
Week 3 KLA2 ..................................................................................................................................................... 15
Week 5 KLA1 ..................................................................................................................................................... 18
Week 5 KLB1 ..................................................................................................................................................... 19
Week 5 KLA2 ..................................................................................................................................................... 20
Week 5 KLB2 ..................................................................................................................................................... 23
Week 6 KLA1 ..................................................................................................................................................... 25
Week 6 KLA2 ..................................................................................................................................................... 27
Week 6 KLB2 ..................................................................................................................................................... 30
Week 6 KLB2 ..................................................................................................................................................... 31
Week 7 KLA1 ..................................................................................................................................................... 32
Week 7 KLB1 ..................................................................................................................................................... 33
Week 8 KLA2 ..................................................................................................................................................... 34

,Week 1 KLA2
Kennisclip bewegingen van de schoudergordel

S ch ou d ergord el

• Belangrijkste gewrichten

• Art. Sternoclavicularis (SC-gewricht)

• Art. Acromioclavicularis (AC-gewricht)

• Scapulothoracale glijvlak

• Art. humeri (schoudergewricht)

• (Subacromiale ruimte).

H u m e ro sc a p u la ire ritm e A c tie v e b e w e g in g v a n d e a rm
Een complexe 3D model Abductie-elevatie Anteflexie-elevatie
Postioneringsfase 0° tot 30° 0 tot 60°
Laterorotatiefase tot 100° tot 100°
Axiale rotatiefase tot 170° tot 170°
Lateroflexie fase tot 180° tot 180°

A rt. ste r n o c la v ic u la r is

• Morfologisch: art. sellaris (Zadelgewricht)

• Functioneel: kogelgewricht (Komt door discus articularis)

• Bewegingen v. clavicula

- pro- en retractie: (30°/0°/30°)

• protractie: scapula naar voor & retractie: scapula naar achter

- elevatie-depressie (50°/0°/5°)

• elevatie: scapula omhoog & depressie: scapula omlaag

- axiale rotatie craniaal en caudaal (20° tot 40°/0°/20°)

• Zonder discus kan je de axiale rotatie maken

A rt. A cro m io cla v icu la ris

• Morfologisch: art. plana (Vlak gewricht)

• Functioneel: kogelgewricht (discus articularis) à Extra bewegingsvrijheid mogelijk

• Bewegingen v. scapula:

• latero-/mediorotatie (20°/0°/5°);

• endo-/exorotatie (40°/0°/10°);

• achter-/vooroverkantelen (25°/0°/25°).

L ig a m en ten o p sp a n n in g b ij b ew eg in g en

• Art. Sternoclavicularis

Protractie: Lig. sternoclaviculare posterius en costoclaviculare

Retractie: Lig. sternoclaviculare anterius en costoclaviculare

Elevatie: Lig. Costoclaviculare

Depressie: 1ste rib, Ligg. sternoclaviculares (anterius en posterius) en Lig. Interclaviculare

Axiaal rotatie cranial en caudaal: Lig. costoclaviculare

• Art. Acromioclavicularis

Laterorotatie: Lig. coracoclaviculare & Lig. acromioclaviculare pars inferior

Mediorotatie: Lig. acromioclaviculare pars superior

Endorotatie: Lig. coracoclaviculare à Lig. conoideum

Exorotatie: Lig. coracoclaviculare à Lig. trapezoideum

Achteroverkanteling: Lig. acromioclaviculare

Vooroverkanteling: Lig. Coracoclaviculare

,S ca p u loth ora ca le glijv la k

• Scapula kan bewegen ten opzichte van de Thorax

• Geleid door de vorm van de Thorax: Vorm is helemaal convex (bol) à Scapula glijd hier dus helemaal over heen: Bewegingen forceren

• Bewegingen van de scapula over de thoraxwand

Translaties: elevatie, detractie, protractie en retractie

Rotatie: medio- en laterorotatie.

B e w e g in g e n in d e s c a p u la

• Elevatie: elevatie SC Gewricht & medio-rotatie AC gewricht.

• Detractie: depressie SC gewricht & laterorotatie AC gewricht.

• Protractie: protractie SC gewricht & endorotatie AC gewricht.

• Retractie: Retractie SC gewricht & exorotatie AC gewricht.

• Mediorotatie: mediorotatie AC gewricht & depressie SC gewricht.

• Laterorotatie: laterorotatie AC gewricht & elevatie SC gewricht.

A rt. H u m eri

• Morfologisch: art. Spheroidea (Kogelgewricht)

• Functioneel: art. Spheroidea (kraakbeenring om cavitas heen)

• Bewegingen:

• ab-/adductie (70°-80°/0°/10°)

• endo-/exorotatie (50°/0°/75°)

• ante-/retroflexie (60°/0°/30°)

- De bewegingen van de humerus met een gefixeerde scapula
- De scapula beweegt hierbij dus niet mee.

• Mobiliteit Art. Humeri

• Cavitas glenoidalis en caput humeri maar 1/3e deel contactvlak

• Het kapsel is wijd en slap en hangt à Grotere beweeglijkheid (Recessus Axillaris)

• Dorsaal geen ligamenten: alleen membrana fibrosa

• Zwaartekracht: trekt aan humerus kop dus kop ligt lager op de cavitas.

• Stabiliserend

• Labrum glenoidale: Ring om de cavitas heen

• Ligamenten craniaal en ventraal

• Onderste gedeelte van de cavitas: zorgt voor stabiliteit

• Rotator cuff: verstelbare ligamenten à spieren om de humeruskop heen.

B e w e g in g s r e m m in g

Abductie: Dorsocaudale kapsel, lig. glenohumerale inferius

• Door exorotatie ontspant dit waardoor er 10° vrijheid in het gewricht ontstaat

Adductie: Lig. coracohumerale

Endorotatie: Dorsale kapsel

Exorotatie: Ligg. glenohumeralia

Anteflexie: Lig. coracohumerale

Retroflexie: Lig. Coracohumerale

S u b a crom ia le ru im te ( F orn ix h u m eri/ cora coa crom ia l )

- Ruimte onder de schouderkop

- Zit veel bursae onder de ruimte à Kunnen klachten geven

- Hoe optimaler de schouder beweegt, hoe meer ruimte de subacromiale ruimte krijgt à Minder klachten.

, Kennisclip spieren van de schoudergordel

M y o lo g ie S ch o u d e rg o rd e l

• 1. Art. sternoclavicularis, 2. Art. acromioclavicularis, 3. Art. humeri

• Romp naar schoudergordel

• clavicula (1) (Alleen invloed over het SC Gewricht)

• scapula (1+2) (Invloed over SC en AC gewricht)

• Romp naar humerus (1+2+3) (Invloed over alle drie de gewrichten)

• Schoudergordel naar humerus (3) (Alleen invloed over bewegingen in humerus)

• schouderspieren

• spieren bovenarm

R o m p N a a r S c h o u d e rg o rd e l

Van romp naar clavicula (Bewegingen uitvoeren in SC gewricht)

- m. sternocleidomastoideus: kleine momentsarm, elevatie SC gewricht

- m. subclavius: depressie SC gewricht

- m. trapezius pars descendens: elevatie en retractie

Van romp naar scapula

- m. levator scapulae: elevatie SC gewricht & mediorotatie AC gewrich

- m. trapezius pars t en a: retractie SC gewricht & exorotatie AC gewricht

- m. rhomboidei: retractie SC gewricht & exorotatie AC gewricht

- m. serratus anterior: protractie SC gewricht & laterorotatie AC gewricht

- m. pectoralis minor: protractie SC gewricht, vooroverkanteling AC gewricht

R o m p n a a r H u m e ru s

M. pectoralis major:

• SC: depressie en proractie.
• AC: depressie, mediorotatie en protractie.
• Art humeri: endorotatie, adductie en anteflexie

M. latissimus dorsi:

• Art humeri: retractie, adductie en endorotatie.
• AC: mediorotatie, depressie en achteroverkanteling.
• SC: depressie, retractie en bijdrage aan craniaal rotatie.

B e w e g in g e n v a n d e S c a p u la

spieren verantwoordelijk voor de bewegingen van de scapula:

protractie

retractie

elevatie

detractie

laterorotatie

mediorotatie

S ch ou d ersp ieren

Rotator cuff (dwarse stabilisatoren)

M. subscapularis;

M. supraspinatus;

M. infraspinatus;

M. teres minor.

Duwen telkens de kop tegen de kop aan. Voor stabiliteit.

M. teres major

M. deltoideus (lengtestabilisator)