Hoofdstuk 3
3.1 De renaissance......................................................................................................................................... 2
3.2 Europeanen ontdekken de wereld............................................................................................................ 3
3.3 de reformatie........................................................................................................................................... 4
Kenmerkende aspecten:................................................................................................................................ 6
1
, 3.1 De renaissance
De mens en de wereld centraal
Renaissance(= periode tussen 1300 & 1600, waarin niet langer het
hiernamaals centraal stond, maar de mens in het hier & nu). <- mensen
keken anders naar zichzelf & wereld-> verandering in mensbeeld(= de
ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen) &
wereldbeeld(= de ideeën die mensen hebben over de hun bekende
wereld). Middeleeuwen -> god belangrijkste -> werd minder. Uomo
universale(= Italiaans voor ‘universele mens’ de ideale mens uit de tijd
van de renaissance, die uitblinkt op alle terreinen van het leven, zoals
wetenschap, kunst & literatuur).
Terug naar de oude Grieken en Romeinen
Belangrijk aspect van de renaissance, mensen zoeken nieuwe inspiratie in
cultuur van Grieken & Romeinen uit de oudheid. Humanisme(= de cultuur
van geleerden uit de tijd van de renaissance. Humanisten oriënteerden
zich sterk op de literatuur & geschiedenis uit de oudheid). Geen scherpe
breuk tussen middeleeuwen & renaissance. Mensen met intense
belangstelling voor het leven op aarde, geloofden nog steeds in god &
zochten manieren om klassieke & christelijke cultuur te verbinden.
Italiaanse stadsstaten
Florence -> belangrijkste stadstaat. Rijke families, laten schilderijen &
gebouwen maken. <- tot nut van de stad & meer glorie voor zichzelf <-
groei van culturele bloei & vernieuwing. Veel verloren gewaande teksten
van auteurs werden teruggevonden <- veel in kloosters in Italië, maar ook
door kruistochten via handscontacten met Arabische wereld.
Noord-Europa
Dankzij boekdrukkunst (1450) werden nieuwe denkbeelden snel verspreid.
Met kennis van Latijn & Grieks keken humanisten makkelijk kritisch naar
Latijnse Bijbelvertalingen. Een van de belangrijkste Bijbelse humanisten
was vermoedelijk Desiderius Erasmus (Rotterdam) <- vertaalde het
Nieuwe Testament rechtstreeks uit Grieks -> om te zien in hoeverre de
geloofspraktijk afweek van de oorspronkelijke leer.
2