Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Oefentoets literatuur Blok 2
Taak 1
Vraag 1:
De knie bestaat uit drie beenderen: De tibia, patella en fibula.
Vraag 2:
De kruisbanden zorgen voor de zijdelingse stabiliteit van het kniegewricht.
Vraag 3:
De m. rectus femoris is een bi-articulaire spier. De m. rectus femoris vindt zijn oorsprong aan het
spina iliaca anterior inferior.
Vraag 4:
De Y-Excursion Balance Test wordt gebruikt voor het meten van de actieve stabiliteit van het
kniegewricht.
Vraag 5:
Een positieve Lachman-test kan wijzen op een ruptuur van de voorste kruisband.
Vraag 6:
Exorotatie van de knie vindt plaats in het sagittaal vlak.
Vraag 7:
De uiteinden van het spierspoeltje worden het polaire deel genoemd.
Vraag 8:
Een geforceerde flexie-valgus beweging van het kniegewricht leidt vaak tot een ruptuur van het
ligamentum cruciatum anterius. Een andere structuur die hierbij vaak is aangedaan, is het
ligamentum collaterale laterale.
Vraag 9:
Het normale eindgevoel van de passieve extensie van de knie is zacht.
Vraag 10:
De hypothese ‘verminderde spierkracht van de linker knie’ wordt getest door middel van een
micro-FET.
Vraag 11:
De m. gracilis zorgt o.a voor retroflexie van de heup en exorotatie van de knie.
1
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Vraag 12:
De m. sartorius wordt ook wel de ‘kleermakersspier’ genoemd, omdat deze spier in kleermakerszit
maximaal is samengetrokken.
Vraag 13:
De m. soleus zorgt in het subtalaire gewricht voor plantairflexie.
Vraag 14:
Passieve flexie van het kniegewricht is mogelijk tot ongeveer 160°.
Vraag 15:
De groeve van de facies patellaris zet zich naar dorsaal voort in de fossa intercondylaris.
Vraag 16:
Bij passieve hyperextensie van het kniegewricht komt de achterste kruisband op spanning te staan.
Vraag 17:
De as van de knie waaromheen flexie- en extensie bewegingen plaatsvinden loopt door de beide
condyli van het femur.
Vraag 18:
Binnen het passief angulaire bewegingsonderzoek van de knie kunnen verschillende bewegingen
worden getest. De ab- en adductie vanuit extensie en 20° flexie zijn bedoeld voor de sagittale
kniestabiliteit.
Vraag 19:
Bij de ‘Gravity Sign’-test is de patiënt in ruglig, met de heup en knie in 90° flexiestand.
Vraag 20:
Bij de Test van Lachman voert de therapeut een translatiebeweging uit door het distale deel van het
onderbeen in dorsale richting te trekken.
2
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Taak 2
Vraag 1:
Vrouwen hebben een grotere kans om een blessure van de voorste kruisband op te lopen. Dit komt
omdat bij vrouwen de ruimte tussen de twee femurcondylen smaller is.
Vraag 2:
Er is onderzoek gedaan naar het meest geschikte moment waarop een reconstructie van de voorste
kruisband kan worden uitgevoerd. Hier is uitgekomen dat voor een zo laag mogelijk risico op andere
complicaties, de reconstructie het beste binnen vijf maanden na de ruptuur kan worden uitgevoerd.
Vraag 3:
Het krachtverlies in het aangedane been ten opzichte van het niet-aangedane been dient
geminimaliseerd te worden voorafgaand aan een reconstructie van een voorste kruisband ruptuur.
Vraag 4:
Er zijn meerdere technieken om een nieuwe voorste kruisband te maken, zoals het gebruik van het
middelste derde deel van de patellapees en het gebruik van de hamstringpezen. Bij de
hamstringpezen zijn dit de m. semimembranosus en de m. sartorius.
Vraag 5:
Er zijn meerdere technieken om een nieuwe voorste kruisband te maken, zoals het gebruik van het
middelste derde deel van de patellapees en het gebruik van de hamstringpezen. Een belangrijk
nadeel van het gebruik van de patellapees is het vaak voorkomen van anterieure kniepijn.
Vraag 6:
Bij een extensie beweging van de knie beweegt de patella naar caudaal.
Vraag 7:
Een VKB-reconstructie wordt geadviseerd aan patiënten met symptomatische instabiliteit van de
knie, welke niet verbetert na fysiotherapie en niet reageert op aanpassing van de activiteiten.
Vraag 8:
Een van de voorwaarden voor het kunnen uitvoeren van een voorste kruisband reconstructie is dat
het niet-aangedane kniegewricht passief in maximale extensie gebracht kan worden.
Vraag 9:
Bij inter-beoordelaarsovereenkomst kom je erachter of meerdere beoordelaars hetzelfde
beoordelingssysteem consistent toepassen.
Vraag 10:
Revalidatie na een VKB-reconstructie door middel van de hamstringpeestechniek moet voorzichtiger
plaatsvinden dan bij de patellapeestechniek.
3
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Oefentoets literatuur Blok 2
Taak 1
Vraag 1:
De knie bestaat uit drie beenderen: De tibia, patella en fibula.
Vraag 2:
De kruisbanden zorgen voor de zijdelingse stabiliteit van het kniegewricht.
Vraag 3:
De m. rectus femoris is een bi-articulaire spier. De m. rectus femoris vindt zijn oorsprong aan het
spina iliaca anterior inferior.
Vraag 4:
De Y-Excursion Balance Test wordt gebruikt voor het meten van de actieve stabiliteit van het
kniegewricht.
Vraag 5:
Een positieve Lachman-test kan wijzen op een ruptuur van de voorste kruisband.
Vraag 6:
Exorotatie van de knie vindt plaats in het sagittaal vlak.
Vraag 7:
De uiteinden van het spierspoeltje worden het polaire deel genoemd.
Vraag 8:
Een geforceerde flexie-valgus beweging van het kniegewricht leidt vaak tot een ruptuur van het
ligamentum cruciatum anterius. Een andere structuur die hierbij vaak is aangedaan, is het
ligamentum collaterale laterale.
Vraag 9:
Het normale eindgevoel van de passieve extensie van de knie is zacht.
Vraag 10:
De hypothese ‘verminderde spierkracht van de linker knie’ wordt getest door middel van een
micro-FET.
Vraag 11:
De m. gracilis zorgt o.a voor retroflexie van de heup en exorotatie van de knie.
1
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Vraag 12:
De m. sartorius wordt ook wel de ‘kleermakersspier’ genoemd, omdat deze spier in kleermakerszit
maximaal is samengetrokken.
Vraag 13:
De m. soleus zorgt in het subtalaire gewricht voor plantairflexie.
Vraag 14:
Passieve flexie van het kniegewricht is mogelijk tot ongeveer 160°.
Vraag 15:
De groeve van de facies patellaris zet zich naar dorsaal voort in de fossa intercondylaris.
Vraag 16:
Bij passieve hyperextensie van het kniegewricht komt de achterste kruisband op spanning te staan.
Vraag 17:
De as van de knie waaromheen flexie- en extensie bewegingen plaatsvinden loopt door de beide
condyli van het femur.
Vraag 18:
Binnen het passief angulaire bewegingsonderzoek van de knie kunnen verschillende bewegingen
worden getest. De ab- en adductie vanuit extensie en 20° flexie zijn bedoeld voor de sagittale
kniestabiliteit.
Vraag 19:
Bij de ‘Gravity Sign’-test is de patiënt in ruglig, met de heup en knie in 90° flexiestand.
Vraag 20:
Bij de Test van Lachman voert de therapeut een translatiebeweging uit door het distale deel van het
onderbeen in dorsale richting te trekken.
2
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Taak 2
Vraag 1:
Vrouwen hebben een grotere kans om een blessure van de voorste kruisband op te lopen. Dit komt
omdat bij vrouwen de ruimte tussen de twee femurcondylen smaller is.
Vraag 2:
Er is onderzoek gedaan naar het meest geschikte moment waarop een reconstructie van de voorste
kruisband kan worden uitgevoerd. Hier is uitgekomen dat voor een zo laag mogelijk risico op andere
complicaties, de reconstructie het beste binnen vijf maanden na de ruptuur kan worden uitgevoerd.
Vraag 3:
Het krachtverlies in het aangedane been ten opzichte van het niet-aangedane been dient
geminimaliseerd te worden voorafgaand aan een reconstructie van een voorste kruisband ruptuur.
Vraag 4:
Er zijn meerdere technieken om een nieuwe voorste kruisband te maken, zoals het gebruik van het
middelste derde deel van de patellapees en het gebruik van de hamstringpezen. Bij de
hamstringpezen zijn dit de m. semimembranosus en de m. sartorius.
Vraag 5:
Er zijn meerdere technieken om een nieuwe voorste kruisband te maken, zoals het gebruik van het
middelste derde deel van de patellapees en het gebruik van de hamstringpezen. Een belangrijk
nadeel van het gebruik van de patellapees is het vaak voorkomen van anterieure kniepijn.
Vraag 6:
Bij een extensie beweging van de knie beweegt de patella naar caudaal.
Vraag 7:
Een VKB-reconstructie wordt geadviseerd aan patiënten met symptomatische instabiliteit van de
knie, welke niet verbetert na fysiotherapie en niet reageert op aanpassing van de activiteiten.
Vraag 8:
Een van de voorwaarden voor het kunnen uitvoeren van een voorste kruisband reconstructie is dat
het niet-aangedane kniegewricht passief in maximale extensie gebracht kan worden.
Vraag 9:
Bij inter-beoordelaarsovereenkomst kom je erachter of meerdere beoordelaars hetzelfde
beoordelingssysteem consistent toepassen.
Vraag 10:
Revalidatie na een VKB-reconstructie door middel van de hamstringpeestechniek moet voorzichtiger
plaatsvinden dan bij de patellapeestechniek.
3
