Jurisprudentie reggoed.
Week 1
- HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1178, JOR 2022, 81 m.nt. Bartels
(Didam-arrest)
Rechtsregel I -> de overheid is ook bij privaatrechtelijk handelen (via art. 3:14 BW)
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb), zoals het
gelijkheidsbeginsel. Uit het gelijkheidsbeginsel (dat in dit geval strekt tot het bieden van
gelijke kansen) vloeit voort dat een overheidslichaam bij het voornemen tot verkoop van een
onroerende zaak, ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen als
(redelijkerwijs te verwachten is dat) er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop.
Overheidslichaam moet dan, met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte,
criteria opstellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. Deze criteria moeten
1. objectief,
2. toetsbaar en
3. redelijk zijn.
Overheidslichaam moet ook een passende mate van openbaarheid verzekeren.
- ‘Passende mate van openbaarheid’ met betrekking tot:
- Beschikbaarheid van de onroerende zaak.
- De selectieprocedure.
- Het tijdschema.
- De toe te passen selectiecriteria.
- Hierover moet het overheidslichaam tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure
duidelijkheid geven door informatie over deze aspecten bekend te maken op zodanig
wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.
Rechtsregel II -> niet beslissend is of er andere, vergelijkbare onroerende zaken
beschikbaar zijn, maar of (redelijkerwijs te verwachten valt dat) er meerdere gegadigden
(zullen) zijn voor de aankoop van de onroerende zaak. Uitzondering:
- Mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden als bij voorbaat vaststaat (of
redelijkerwijs mag worden aangenomen) dat op grond van objectieve, toetsbare en
redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de
aankoop.
- Het overheidslichaam moet het voornemen tot verkoop tijdig voorafgaand aan de
verkoop op zodanige wijze bekendmaken dat een ieder daarvan kennis kan nemen.
- En het overheidslichaam moet motiveren waarom naar zijn oordeel op grond van
deze bedoelde criteria bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden
aangenomen dat er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt.
Week 2
- HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7412, NJ 2013, 273 m.nt. Jac. Hijma
(Schriftelijkheidsvereiste)
Cassatie in belang der wet. Koop. Ook aan particuliere verkoper komt jegens particuliere
koper beroep toe op schriftelijkheidsvereiste art. 7:2 lid 1 BW. Medewerking aan schriftelijke
vastlegging kan niet met rechterlijk vonnis worden afgedwongen. Vordering tot
schadevergoeding evenmin toewijsbaar. Beroep op art. 6:2 lid 2 BW alleen onder zeer
, bijzondere omstandigheden. In dat geval slechts veroordeling tot schadevergoeding
mogelijk.
Week 3.
- HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:159, NJ 2016/76 m.nt. Hijma, JOR 2015/126
m.nt. Heyman (Portsight/De Vries Werkendam Beheer)
Feiten
De Vries Werkendam verkocht een bouwkavel aan Portsight. De locatie valt onder de
Beleidsregels grote rivieren, dit levert een beperking op.
Oordeel
Van een ‘bijzondere’ publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW is alleen
sprake indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger
van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit.
Dus mits bekendmaking is geschied aan de hand van een beschikking vallen
publiekrechtelijke beperkingen eronder. Geen beschikking, dan valt het niet onder art. 7:15
BW. I.c. een beleidsregel dus valt wel onder art. 7:15 BW.
- HR 11 december 2020 ECLI:NL:HR:2020:2003 NJ 2021/8 Tennispark-arrest, TvC
2021, afl. 3, p. 156-162 met annotatie van mr. J.J. Dammingh
Juridisch kader
Ingevolge art. 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij,
mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft
gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht
verwachten, en mag de koper onder meer verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit
die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet
behoefde te betwijfelen.
Feiten
Aantal huizen gebouwd in de buurt van een tennispark. De lichten gaven overlast. Is
hetgeen dat de koper geleverd heeft gekregen, is dat conform de ovk? Koper zei dat hij
mocht verwachten dat het donker is in de nacht. Ging dus om eigenschappen van de
omgeving.
Oordeel
Hof zei -> verkoper heeft geen mededelingsplicht geschonden dus gewoon conform.
HR -> hof onjuiste maatstaf. Moet kijken of hetgeen geleverd is de eigenschappen bezit die
de koper mag verwachten.
Hof terugverwezen -> gekeken hoeveel licht je mag verwachten. Verschillende zones, dit is
E3, dus mag bepaalde hoeveelheid ligt verwachten, hierdoor geen sprake van
non-conformiteit.
Kunt in de ovk bijzonder gebruik overeenkomen dat je geen licht hebt in de nacht. Verkoper
is niet bij machte het licht te verminderen. Koper zal dan schadevergoeding krijgen.
Week 4.
Week 1
- HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1178, JOR 2022, 81 m.nt. Bartels
(Didam-arrest)
Rechtsregel I -> de overheid is ook bij privaatrechtelijk handelen (via art. 3:14 BW)
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb), zoals het
gelijkheidsbeginsel. Uit het gelijkheidsbeginsel (dat in dit geval strekt tot het bieden van
gelijke kansen) vloeit voort dat een overheidslichaam bij het voornemen tot verkoop van een
onroerende zaak, ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen als
(redelijkerwijs te verwachten is dat) er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop.
Overheidslichaam moet dan, met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte,
criteria opstellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. Deze criteria moeten
1. objectief,
2. toetsbaar en
3. redelijk zijn.
Overheidslichaam moet ook een passende mate van openbaarheid verzekeren.
- ‘Passende mate van openbaarheid’ met betrekking tot:
- Beschikbaarheid van de onroerende zaak.
- De selectieprocedure.
- Het tijdschema.
- De toe te passen selectiecriteria.
- Hierover moet het overheidslichaam tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure
duidelijkheid geven door informatie over deze aspecten bekend te maken op zodanig
wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.
Rechtsregel II -> niet beslissend is of er andere, vergelijkbare onroerende zaken
beschikbaar zijn, maar of (redelijkerwijs te verwachten valt dat) er meerdere gegadigden
(zullen) zijn voor de aankoop van de onroerende zaak. Uitzondering:
- Mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden als bij voorbaat vaststaat (of
redelijkerwijs mag worden aangenomen) dat op grond van objectieve, toetsbare en
redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de
aankoop.
- Het overheidslichaam moet het voornemen tot verkoop tijdig voorafgaand aan de
verkoop op zodanige wijze bekendmaken dat een ieder daarvan kennis kan nemen.
- En het overheidslichaam moet motiveren waarom naar zijn oordeel op grond van
deze bedoelde criteria bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden
aangenomen dat er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt.
Week 2
- HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7412, NJ 2013, 273 m.nt. Jac. Hijma
(Schriftelijkheidsvereiste)
Cassatie in belang der wet. Koop. Ook aan particuliere verkoper komt jegens particuliere
koper beroep toe op schriftelijkheidsvereiste art. 7:2 lid 1 BW. Medewerking aan schriftelijke
vastlegging kan niet met rechterlijk vonnis worden afgedwongen. Vordering tot
schadevergoeding evenmin toewijsbaar. Beroep op art. 6:2 lid 2 BW alleen onder zeer
, bijzondere omstandigheden. In dat geval slechts veroordeling tot schadevergoeding
mogelijk.
Week 3.
- HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:159, NJ 2016/76 m.nt. Hijma, JOR 2015/126
m.nt. Heyman (Portsight/De Vries Werkendam Beheer)
Feiten
De Vries Werkendam verkocht een bouwkavel aan Portsight. De locatie valt onder de
Beleidsregels grote rivieren, dit levert een beperking op.
Oordeel
Van een ‘bijzondere’ publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW is alleen
sprake indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger
van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit.
Dus mits bekendmaking is geschied aan de hand van een beschikking vallen
publiekrechtelijke beperkingen eronder. Geen beschikking, dan valt het niet onder art. 7:15
BW. I.c. een beleidsregel dus valt wel onder art. 7:15 BW.
- HR 11 december 2020 ECLI:NL:HR:2020:2003 NJ 2021/8 Tennispark-arrest, TvC
2021, afl. 3, p. 156-162 met annotatie van mr. J.J. Dammingh
Juridisch kader
Ingevolge art. 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij,
mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft
gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht
verwachten, en mag de koper onder meer verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit
die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet
behoefde te betwijfelen.
Feiten
Aantal huizen gebouwd in de buurt van een tennispark. De lichten gaven overlast. Is
hetgeen dat de koper geleverd heeft gekregen, is dat conform de ovk? Koper zei dat hij
mocht verwachten dat het donker is in de nacht. Ging dus om eigenschappen van de
omgeving.
Oordeel
Hof zei -> verkoper heeft geen mededelingsplicht geschonden dus gewoon conform.
HR -> hof onjuiste maatstaf. Moet kijken of hetgeen geleverd is de eigenschappen bezit die
de koper mag verwachten.
Hof terugverwezen -> gekeken hoeveel licht je mag verwachten. Verschillende zones, dit is
E3, dus mag bepaalde hoeveelheid ligt verwachten, hierdoor geen sprake van
non-conformiteit.
Kunt in de ovk bijzonder gebruik overeenkomen dat je geen licht hebt in de nacht. Verkoper
is niet bij machte het licht te verminderen. Koper zal dan schadevergoeding krijgen.
Week 4.
