Samenvatting Bestuursprocesrecht, HBO Rechten, Blok 3, Jaar 1

Bestuursprocesrecht
Week 1: een inleiding in het bestuursprocesrecht
Leerdoelen:
Aan het eind van deze week weet je
 Wat de functie en kenmerken zijn van het bestuursprocesrecht
 Welke regelingen een rol spelen in het bestuursprocesrecht
 Welke kernbegrippen het bestuursprocesrecht modelleren, en kun je deze
begrippen toepassen
 In hoofdlijnen het stelsel van rechtsbescherming tegen de overheid

Besluit in de zin van de Awb (art. 1:3 Awb)
1. Beschikkingen (art. 1:3 lid 2 Awb)  een besluit dat niet van algemene
strekking is.
2. Besluit van algemene strekking (BAS) (art. 1:3 lid 1 Awb)
 Algemene verbindende voorschriften (AVV)
Bijv.
- Marktverordening
- Bouwbesluit (AMvB)
- Ministeriële regeling
 Beleidsregels
Bijv.
- Nota over het standplaatsenbeleid
- Nota over het handhavingsbeleid
 Overige besluiten van algemene strekking
Bijv.
- Concrete norm  verklaart algemeen verbindende voorschriften
in een concrete situatie. Bijv. aanwijzing parkeerzone.
- Plan  een geheel van samenhangende maatregelen van de
overheid, waardoor de verwerkelijking van een bepaalde
geordende toestand wordt nagestreefd. Bijv. bestemmingsplan.

De Awb bevat regels voor de besluitvormingsfase en regels voor de
rechtsbeschermingsfase.
Besluitvormingsfase  de fase waarin het bestuursorgaan een publiekrechtelijke
rechtshandeling voorbereidt en tot stand brengt.

Art. 6:2 Awb stelt voor de rechtsbeschermingsfase met een besluit namelijk gelijk:
a. Het bestuursorgaan geeft schriftelijke weigering een besluit te nemen
b. Het bestuursorgaan neemt niet-tijdig een besluit
Als van 1 van de van hierboven genoemde punten van toepassing is, dan kan je gelijk in
beroep gaan

9.1 & 9.3 zie week 4
9.13 zie week 7

Week 2 en 3: bestuursrechtelijke voorprocedures
Leerdoelen:
Aan het eind van deze weken kun je
 Door een gegeven situatie te toetsen aan de relevantie wetsartikelen beoordelen
of bezwaar open staat
 Wat toetsing ex nunc en toetsing ex tunc inhoudt
 Het verschil aangeven tussen bezwaar en administratief beroep

,  Aangeven aan welke eisen het indienen van een bezwaarschrift moet voldoen om
ontvankelijk te zijn
 Een bezwaarprocedure beschrijven aan de hand van de relevante wetsartikelen,
en die toepassen

Bestuurlijke voorprocedures
1. Bezwaar (art. 1:5 lid 1 Awb)  het gebruik maken van de ingevolge een
wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te
vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
2. Administratief beroep (art. 1:5 lid 2 Awb)  het gebruik maken van de
ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een
besluit te vragen bij een ander bestuursorgaan dan hetwelk het besluit heeft
genomen. Het is aan de orde wanneer de bijzondere wet dat aangeeft.

Administratief beroep bij
1. Een (ander) orgaan van hetzelfde openbaar lichaam
2. Een orgaan van een ander openbaar lichaam

De toetsing in bezwaar en in administratief beroep is in principe ‘vol’, dat wil zeggen dat
er een volledige heroverweging van het primaire besluit plaatsvindt wat betreft de
toepassing van het recht, de vaststelling van feiten en beleidsaspecten. Er wordt door het
bevoegde bestuursorgaan beoordeeld of het primaire besluit rechtmatig is. Er wordt ook
nagegaan of het besluit doelmatig is. Dat betekent of het bestuursorgaan afvraagt of
het bestreden besluit gelet op alle betrokken belangen het meest wenselijk is.

Verschillen bezwaar en administratief beroep vs. beroep op de bestuursrechter
- de beslissing op bezwaar en beroep wordt genomen door een bestuursorgaan.
Bestuursrechtspraak vindt plaats door een onafhankelijke rechter.
- bij bezwaar en administratief beroep neemt het heroverwegende bestuursorgaan
een nieuw besluit. Bij bestuursrechtspraak neemt de bestuursrechter (meestal)
geen nieuw besluit.
- De bestuursrechter beoordeelt het besluit in de regel van ex tunc. Bij bezwaar en
administratief beroep geldt als uitgangspunt dat heroverweging ex nunc
plaatsvindt.

Ex tunc  naar het moment waarop de bestreden beslissing is genomen.
Ex nunc  omstandigheden die zich na het nemen van het primaire besluit hebben
voorgedaan toch van betekenis kunnen zijn bij de heroverweging.

Nadeel administratief beroep
Hierdoor kan de decentralisatiegedachte in het gedrang komen. Bij de
bezwaarschriftprocedure doet dit probleem zich niet voor omdat het orgaan dat het
betwiste besluit heeft genomen het zelf nog eens opnieuw beoordeelt.

De bezwaarschriftprocedure
Wie mag bezwaar instellen ?  art. 8:1 Awb ; een belanghebbende (art. 1:2 Awb), iemand
die beroep in mag stellen moet eerst bezwaar instellen (art. 7:1 lid 1 Awb).

Hoofregel: eerst bezwaar dan beroep. Uitzonderingen  art. 7:1 lid 1 Awb

In bepaalde gevallen mogen bestuur en burger de bezwaarschriftprocedure met
wederzijds goedvinden overslaan (art. 7:1a Awb). Het verschil van deze regel en de regel
van art. 7:1 Awb is, dat in art. 7:1 Awb betreffen wettelijk voorgeschreven uitzonderingen